ECLI:NL:RVS:2010:BO8282
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.D.M. van Diepenbeek
- P. Plambeck
- Rechtspraak.nl
Aanwijzing locaties voor ondergrondse inzamelvoorzieningen door het college van burgemeester en wethouders van Castricum
In deze zaak gaat het om de aanwijzing van locaties voor ondergrondse inzamelvoorzieningen voor papier en glas door het college van burgemeester en wethouders van Castricum. Bij besluit van 7 juli 2009 zijn de locaties LI01G en LI02P, gelegen nabij de kruising van de Hogeweg en de Burgemeester Nieuwenhuijsenstraat te Limmen, aangewezen. Dit besluit is op 6 mei 2010 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit heeft de appellant, die in de uitspraak als [appellant] wordt aangeduid, beroep ingesteld bij de Raad van State, na doorzending door de rechtbank Alkmaar, op 26 juli 2010. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer.
De zitting vond plaats op 18 november 2010, waar de appellant in persoon aanwezig was. De Afdeling moest zich buigen over de vraag of de appellant nog procesbelang had bij de behandeling van het beroep, aangezien het college op 7 september 2010 het eerdere besluit van 7 juli 2009 had ingetrokken. De appellant heeft zijn beroep voortgezet met de reden druk te willen zetten op het college om nieuwe locaties aan te wijzen. De Afdeling oordeelde dat dit belang geen procesbelang opleverde voor een inhoudelijke beoordeling van het ingetrokken besluit. Aangezien het besluit van 7 juli 2009 was ingetrokken, had de appellant bereikt wat hij met zijn beroep kon bewerkstelligen, en er was geen procesbelang meer voor een inhoudelijke beoordeling.
Daarom verklaarde de Afdeling het beroep niet-ontvankelijk. Er was ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 22 december 2010.