200910029/1/M3.
Datum uitspraak: 29 december 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant] en anderen, wonend te [woonplaats],
het college van burgemeester en wethouders van Abcoude,
verweerder.
Bij besluit van 8 september 2009 heeft het college hogere geluidgrenswaarden als bedoeld in artikel 83, tweede lid, van de Wet geluidhinder (hierna: Wgh) vastgesteld ten behoeve van het bestemmingsplan "De Winkelbuurt" in de gemeente Abcoude. Dit besluit is op 19 november 2009 bekendgemaakt.
Tegen dit besluit hebben [appellant] en anderen bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 22 december 2009, beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant] en anderen en het college hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 4 oktober 2010, waar [appellant] en anderen, in persoon, en het college, vertegenwoordigd door mr. L. van Raaij, ir. A. Hulshuis, K. Rus en ir. P.W.J. van Dijk, allen werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2.1. [appellant] en anderen betogen dat het college niet bevoegd is het bestreden besluit te nemen nu dit verband houdt met de verbreding van de A2.
2.1.1. Ingevolge artikel 110a, eerste lid, van de Wgh zijn burgemeester en wethouders binnen de grenzen van de gemeente bevoegd tot het vaststellen van een hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting.
Ingevolge het zevende lid, voor zover hier van belang, zijn wanneer het besluit, bedoeld in het eerste lid, benodigd is in verband met de reconstructie van een weg in beheer bij het Rijk, gedeputeerde staten van de provincie waarbinnen de weg is gelegen bevoegd tot vaststelling van de hogere waarde.
2.1.2. Anders dan [appellant] en anderen betogen houdt het bestreden besluit geen verband met de verbreding van de A2, maar met de vaststelling van het bestemmingsplan "De Winkelbuurt" dat betrekking heeft op gronden die binnen de geluidzones van de A2 en de Burgemeester des Tombesweg liggen. Dat laat onverlet dat, zoals uit het aan het bestreden besluit ten grondslag liggende akoestisch onderzoek van 12 maart 2009, uitgevoerd door DHV blijkt, bij de voorbereiding van het bestreden besluit rekening is gehouden met de geluidbelasting vanwege het gebruik van de verbrede A2.
De beroepsgrond mist feitelijke grondslag.
2.2. [appellant] en anderen betogen dat in het akoestisch onderzoek dat aan het bestreden besluit ten grondslag is gelegd is uitgegaan van onjuiste verkeersgegevens voor het wegvak Abcoude-Vinkeveen van de A2 in het jaar 2022, waaronder het aandeel zwaar verkeer hierin. Zij wijzen daarbij op het akoestisch onderzoek behorend bij het ontwerp-wegaanpassingsbesluit A2 Holendrecht-Maarssen dat voorafgaand aan de vaststelling van het bestreden besluit op 7 augustus 2009 ter inzage is gelegd. Daarin wordt voor bedoeld wegvak uitgegaan van een hogere verkeersintensiteit dan in het akoestisch onderzoek behorend bij het bestreden besluit, aldus [appellant] en anderen.
2.2.1. Aan het bestreden besluit ligt het akoestisch onderzoek Bestemmingplan Winkelbuurt van DHV van 12 maart 2009 ten grondslag. Blijkens paragraaf 3.4 hiervan zijn de gebruikte verkeersgegevens ontleend aan het akoestisch onderzoek van 20 mei 2008 dat DHV heeft opgesteld ten behoeve van het ontwerp-tracébesluit A2 Holendrecht-Maarssen. Daarin wordt voor het wegvak Abcoude-Vinkeveen in 2022 uitgegaan van een jaargemiddelde etmaalintensiteit van 231.300 motorvoertuigen per weekdag. Deze verkeersgegevens zijn blijkens paragraaf 3.4 van dit rapport ontleend aan een bestand dat op 5 februari 2007 is vrijgegeven.
Op 7 augustus 2009 is het ontwerp-wegaanpassingsbesluit A2 Holendrecht-Maarssen ter inzage gelegd. Daaraan is het akoestisch onderzoek van DHV van 20 juli 2009 ten grondslag gelegd. In dit onderzoek wordt voor bedoeld wegvak in 2022 uitgegaan van een jaargemiddelde etmaalintensiteit van 242.200 motorvoertuigen per weekdag. Deze verkeersgegevens zijn blijkens paragraaf 3.4 van het rapport ontleend aan een bestand dat op 11 maart 2009 is vrijgegeven.
2.2.2. Ten tijde van de vaststelling van het bestreden besluit was het ontwerp-wegaanpassingsbesluit A2 Holendrecht-Maarssen reeds ter inzage gelegd en toegezonden aan de betrokken bestuursorganen, waaronder het college. Het college moet dan ook vanaf dat moment bekend worden verondersteld met de aangepaste verkeersgegevens die zijn gebruikt in het akoestisch onderzoek dat ten grondslag ligt aan het ontwerp-wegaanpassingsbesluit. Het college had in het beschikbaar komen van deze verkeersgegevens aanleiding moeten zien om na te gaan of het akoestisch onderzoek van 12 maart 2009 nog actueel is. Nu het college dat niet heeft gedaan is het bestreden besluit genomen in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid.
2.3. Het beroep is gegrond. Het besluit van 8 september 2009 dient wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht te worden vernietigd.
2.4. Gelet op het voorgaande behoeven de overige beroepsgronden geen bespreking meer.
2.5. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Abcoude van 8 september 2009;
III. gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Abcoude aan [appellant] en anderen het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 150,00 (zegge: honderdvijftig euro) vergoedt met, dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen.
Aldus vastgesteld door mr. R. van der Spoel, voorzitter, en mr. C.J.M. Schuyt en mr. J.C. Kranenburg, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. van Baaren, ambtenaar van staat.
w.g. Van der Spoel w.g. Van Baaren
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 29 december 2010