ECLI:NL:RVS:2011:BP1328

Raad van State

Datum uitspraak
19 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201003024/1/M1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing subsidieaanvraag voor roetfilter door minister van Infrastructuur en Milieu

In deze zaak heeft de Raad van State op 19 januari 2011 uitspraak gedaan over de afwijzing van een subsidieaanvraag door de minister van Infrastructuur en Milieu. De aanvraag was ingediend door EMA Autobedrijven B.V. voor de inbouw van een roetfilter in een vrachtwagen. De minister had de aanvraag afgewezen op basis van het feit dat deze niet binnen de gestelde termijn van zes maanden na de melding van de inbouw bij de Dienst Wegverkeer was ingediend. EMA Autobedrijven B.V. voerde aan dat de vertraging het gevolg was van ziekte, maar de Raad van State oordeelde dat de minister in redelijkheid kon besluiten dat deze omstandigheid voor rekening van EMA Autobedrijven B.V. diende te blijven. De Raad overwoog dat het de verantwoordelijkheid van EMA Autobedrijven B.V. was om ervoor te zorgen dat haar zaken adequaat werden waargenomen, ook in geval van ziekte van personeel. De Raad concludeerde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was en dat het beroep van EMA Autobedrijven B.V. ongegrond was. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van termijnen in subsidieverzoeken en de verantwoordelijkheden van aanvragers.

Uitspraak

201003024/1/M1.
Datum uitspraak: 19 januari 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid EMA Automobielbedrijven B.V., gevestigd te Eindhoven,
appellante,
en
de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, thans: de minister van Infrastructuur en Milieu,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 12 maart 2010 heeft de minister - voor zover hier van belang - de subsidieaanvraag van EMA Autobedrijven B.V. voor de inbouw van een roetfilter in het voertuig met kenteken […] afgewezen.
Bij besluit van 22 maart 2010, verzonden op diezelfde dag, heeft de minister het door EMA Autobedrijven B.V. hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Tegen dit besluit heeft EMA Autobedrijven B.V. bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 29 maart 2010, beroep ingesteld.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 december 2010, waar EMA Autobedrijven B.V., vertegenwoordigd door J.A.M. van Uden en L. Bouwmans, en de minister, vertegenwoordigd door mr. H. Vissinga en mr. drs. R.F. Jassies, beiden werkzaam bij Agentschap NL, zijn gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 2.7, eerste lid, aanhef en onder a, van de Subsidieregeling emissieverminderende voorzieningen voor voertuigen met een dieselmotor (hierna: de Subsidieregeling) kan, voor zover hier van belang, subsidie worden verstrekt voor de inbouw van een ongebruikte emissieverminderende voorziening die voldoet aan de eisen, bedoeld in artikel 2.8, eerste lid, in een vrachtauto met een dieselmotor, waarvoor een kenteken is afgegeven overeenkomstig artikel 36 of artikel 37, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Ingevolge artikel 2.9, eerste lid, van de Subsidieregeling wordt een aanvraag tot subsidievaststelling binnen zes maanden na de melding van de inbouw van de voorziening bij de Dienst Wegverkeer ingediend bij het agentschap, met gebruikmaking van een bij het agentschap verkrijgbaar formulier.
2.2. De minister heeft de aanvraag tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 2.9, eerste lid, van de Subsidieregeling afgewezen omdat de aanvraag voor de inbouw van het roetfilter in de vrachtwagen met kenteken […] niet binnen zes maanden na de melding van de inbouw van de voorziening bij de Dienst Wegverkeer is ingediend bij het agentschap SenterNovem. De minister heeft in de door EMA Autobedrijven B.V. genoemde omstandigheden geen aanleiding gezien de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.
2.3. EMA Autobedrijven B.V. voert aan dat de te late aanvraag van de subsidie het gevolg is van ziekte, waardoor de werkzaamheden voor het aanvragen van de subsidie niet eerder konden worden uitgevoerd. Het doel van de Subsidieregeling is bereikt nu het voertuig met kenteken […] is voorzien van een roetfilter, aldus EMA Autobedrijven B.V. Tot slot wijst EMA Autobedrijven B.V. er nog op dat van de voor de Subsidieregeling gereserveerde gelden er nog ongeveer € 145.000.000,00 over is, zodat er volgens haar in dit geval plaats is voor een soepeler toepassing van de Subsidieregeling.
2.4. Niet in geschil is dat het aangevraagde roetfilter op het voertuig met het kenteken […] is ingebouwd op 18 februari 2009 en dat deze inbouw op 12 juni 2009 bij de Dienst Wegverkeer is gemeld. De subsidieaanvraag voor dit kenteken is op 2 maart 2010 door EMA Autobedrijven B.V. ingediend. Hiermee staat vast dat niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 2.9, eerste lid, van de Subsidieregeling. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de minister zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de omstandigheid dat de werkzaamheden voor het aanvragen van de subsidies als gevolg van ziekte niet eerder konden worden verricht, zoals door EMA Autobedrijven B.V. ter verklaring van de termijnoverschrijding is betoogd, voor rekening van EMA Autobedrijven B.V. dienen te blijven. Bij ziekte van het personeel ligt het op de weg van EMA Autobedrijven B.V. er zorg voor te dragen dat haar zaken op adequate wijze worden waargenomen. In zoverre kan niet worden gezegd dat de minister aanleiding had behoren te zien artikel 2.9, eerste lid, van de Subsidieregeling niet aan EMA Autobedrijven B.V. tegen te werpen.
Aan deze conclusie doet niet af dat aannemelijk is dat het doel van de Subsidieregeling wat het voertuig met kenteken […] betreft is bereikt en dat er nog voldoende geld over is van het ter uitvoering van de Subsidieregeling bestemde subsidiebedrag. Deze omstandigheden kunnen dan ook evenmin tot het oordeel leiden dat de termijnoverschrijding EMA Autobedrijven B.V. niet valt te verwijten.
2.5. Het beroep van EMA Autobedrijven B.V. is ongegrond.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. W.D.M. van Diepenbeek, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. C. Sparreboom, ambtenaar van staat.
w.g. Van Diepenbeek w.g. Sparreboom
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 19 januari 2011
195-209.