ECLI:NL:RVS:2011:BP4717

Raad van State

Datum uitspraak
16 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201006048/1/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.G.J. Parkins-de Vin
  • I.M. van der Heijden
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Rosheuvel-Boksheidsedijk vastgesteld door de raad van de gemeente Eersel

Op 1 april 2010 heeft de raad van de gemeente Eersel het bestemmingsplan "Rosheuvel-Boksheidsedijk" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft appellant, wonend te Eersel, op 24 juni 2010 beroep ingesteld bij de Raad van State. De raad heeft een verweerschrift ingediend en de zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer. De zitting vond plaats op 5 januari 2011, waar de raad vertegenwoordigd was door ing. B. Joosten, werkzaam bij de gemeente.

Het bestemmingsplan voorziet in de ontwikkeling van een nieuw woongebied met 44 grondgebonden woningen, groenvoorzieningen en bijbehorende infrastructuur aan de zuidzijde van Eersel. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen de wijziging van de inrichting van de bestaande weg Rosheuvel-Noord, maar het plan voorziet hier niet in, waardoor het beroep in dit opzicht feitelijke grondslag mist. Daarnaast stelt appellant dat de nieuwe woningen hun privacy aantasten, leiden tot horizonvervuiling en waardedaling van zijn woning.

De Afdeling overweegt dat de afstand tussen de woning van appellant en de dichtstbijzijnde voorziene woningen minimaal 25 meter bedraagt, met een maximale goot- en bouwhoogte van respectievelijk 5 en 9 meter. De raad heeft in redelijkheid kunnen concluderen dat er geen onaanvaardbare aantasting van de privacy te verwachten valt. De enkele stelling van appellant dat de vrijstaande woningen een nadelige invloed hebben op zijn uitzicht en woningwaarde, biedt geen grond voor een andere conclusie. De Afdeling ziet geen aanleiding om te oordelen dat de raad zich niet redelijk heeft opgesteld ten aanzien van de goede ruimtelijke ordening.

Het beroep van appellant is ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin op 16 februari 2011.

Uitspraak

201006048/1/R3.
Datum uitspraak: 16 februari 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant A] en [appellante B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant]), wonend te Eersel,
en
de raad van de gemeente Eersel,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 1 april 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "Rosheuvel-Boksheidsedijk" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 24 juni 2010, beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 januari 2011, waar de raad, vertegenwoordigd door ing. B. Joosten, werkzaam bij de gemeente, is verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het plan voorziet in de realisatie van een nieuw woongebied bestaande uit 44 grondgebonden woningen, groenvoorzieningen en bijbehorende infrastructuur aan de zuidzijde van Eersel.
2.2. [appellant] kan zich niet verenigen met het wijzigen van de inrichting van de bestaande weg Rosheuvel-Noord. Nu de Rosheuvel-Noord buiten het plangebied valt, voorziet het plan echter niet in de bedoelde gewijzigde inrichting van deze weg. Gelet hierop mist het beroep in zoverre feitelijke grondslag.
2.2.1. Voorts stelt [appellant] dat de op grond van het plan toegestane woningen hun privacy aantasten, leiden tot horizonvervuiling en tot waardedaling van hun woonhuis.
2.2.2. Gelet op de afstand tussen de woning van [appellant] en de dichtstbijzijnde voorziene woningen van minimaal 25 meter en de desbetreffende maximale goot- en bouwhoogte van 5 onderscheidenlijk 9 meter, heeft de raad in redelijkheid het standpunt in kunnen nemen dat geen onaanvaardbare aantasting van de privacy van [appellant] te verwachten valt. In de enkele stelling dat de voorziene vrijstaande woningen een nadelige invloed hebben op het bestaande uitzicht en de waarde van de woning van [appellant], bestaat geen grond voor de verwachting dat deze gevolgen zodanig zullen zijn dat de raad bij de afweging van de belangen hieraan een groter gewicht had moeten toekennen dan aan de belangen die met de realisering van het plan aan de orde zijn. Het betoog faalt.
2.3. In hetgeen [appellant] heeft aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. In het aangevoerde wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
Het beroep is ongegrond.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. I.M. van der Heijden, ambtenaar van staat.
w.g. Parkins-de Vin w.g. Van der Heijden
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 16 februari 2011
516-682.