ECLI:NL:RVS:2011:BP7756

Raad van State

Datum uitspraak
9 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201012076/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • M.G.J. Parkins-de Vin
  • M.W. Wijers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Petten - 't Zand - Callantsoog - Groote Keeten

Op 28 september 2010 heeft de raad van de gemeente Zijpe het bestemmingsplan "Petten - 't Zand - Callantsoog - Groote Keeten" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de Boten- en Visvereniging Noord West, gevestigd te Petten, beroep ingesteld bij de Raad van State. Op 22 december 2010 heeft de Vereniging verzocht om een voorlopige voorziening, die op 15 februari 2011 ter zitting is behandeld. De Vereniging, vertegenwoordigd door haar bestuurders, en de raad, vertegenwoordigd door mr. M.J.M. de Ruyter, advocaat te Alkmaar, waren aanwezig.

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het verzoek van de Vereniging betrekking heeft op gronden nabij Strandweg 1 te Petten, waar de bestemming "Natuur - Duin" is toegekend. De Vereniging verzocht om een voorlopige voorziening omdat deze bestemming niet voorziet in hun tractoronderkomen dat op deze gronden aanwezig is. De voorzitter concludeert dat het voorgaande bestemmingsplan het tractoronderkomen niet toestond en dat de Vereniging niet gebaat is bij schorsing van het bestreden besluit.

De voorzitter oordeelt dat een voorlopige voorziening die in het door de Vereniging gewenste tractoronderkomen zou voorzien, te verstrekkend is. Er zijn geen uitzonderlijke omstandigheden aangetoond die tot een andere conclusie nopen. De vertegenwoordiger van de raad heeft ter zitting aangegeven dat het college niet op korte termijn handhavend zal optreden, wat ook meeweegt in de beslissing.

Uiteindelijk heeft de voorzitter het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken op 9 maart 2011.

Uitspraak

201012076/2/R1.
Datum uitspraak: 9 maart 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
Boten- en Visvereniging Noord West 9, gevestigd te Petten, gemeente Zijpe,
verzoekster,
en
de raad van de gemeente Zijpe,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 28 september 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "Petten - 't Zand - Callantsoog - Groote Keeten" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer de Vereniging bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 22 december 2010, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 22 december 2010, heeft de Vereniging de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 15 februari 2011, waar de Vereniging, vertegenwoordigd door [bestuurders], en de raad, vertegenwoordigd door mr. M.J.M. de Ruyter, advocaat te Alkmaar, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het verzoek van de Vereniging heeft betrekking op de gronden nabij Strandweg 1 te Petten, waaraan de bestemming "Natuur - Duin" is toegekend. De Vereniging verzoekt de voorzitter een voorlopige voorziening te treffen omdat deze bestemming niet voorziet in hun tractoronderkomen dat op deze gronden aanwezig is.
2.3. Tussen partijen is niet in geschil dat het voorgaande bestemmingsplan het tractoronderkomen niet toestond. De Vereniging is dan ook niet gebaat bij schorsing van het bestreden besluit, aangezien daarmee niet kan worden bereikt dat wordt voorzien in een planologische mogelijkheid voor het tractoronderkomen. Een voorlopige voorziening die in het door haar gewenste tractoronderkomen zou voorzien, acht de voorzitter te verstrekkend, aangezien ook de uitspraak van de Afdeling, gelet op de aard van de toetsing in de bodemprocedure, doorgaans niet zal strekken tot het zelfvoorziend vaststellen van een bestemming dan wel een planregel. Van uitzonderlijke omstandigheden welke nopen tot een andere conclusie is niet gebleken. Overigens heeft de vertegenwoordiger van de raad ter zitting de verwachting uitgesproken dat het college vanwege de voorgeschiedenis ten aanzien van het tractoronderkomen niet op korte termijn handhavend zal optreden.
2.4. Gelet hierop ziet de voorzitter aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M.W. Wijers, ambtenaar van staat.
w.g. Parkins-de Vin w.g. Wijers
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 maart 2011
444.