ECLI:NL:RVS:2011:BP8744
Raad van State
- Hoger beroep
- M. Vlasblom
- M.M. van der Smissen
- Rechtspraak.nl
Vergunningverlening voor samenvoegen van woningen in Heemstede
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem, waarin het beroep van de appellant ongegrond werd verklaard. Het college van burgemeester en wethouders van Heemstede had op 24 maart 2009 vergunning verleend aan Elan Wonen om 34 woningen in de Provinciënwijk te Heemstede samen te voegen tot 17 eengezinswoningen. De appellant, die eerder in de woning aan de [locatie a] woonde, maakte bezwaar tegen deze vergunning, maar het college verklaarde zijn bezwaar op 14 september 2009 niet-ontvankelijk. De rechtbank bevestigde deze beslissing in haar uitspraak van 28 juni 2010.
De appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. R.J. Schenkman. Tijdens de zitting op 16 februari 2011 werd duidelijk dat de appellant inmiddels naar een andere woning aan de [locatie b] was verhuisd, en dat de woning aan de [locatie a] inmiddels was samengevoegd en verhuurd aan andere bewoners. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State moest zich vervolgens de vraag stellen of de appellant nog belang had bij een uitspraak op zijn hoger beroep, gezien het feit dat hij geen aanspraak meer kon maken op zijn voormalige woning.
De Afdeling concludeerde dat de appellant geen belang had bij de uitspraak, omdat hij niet kon aantonen dat hij schade had geleden door de vergunningverlening. Bovendien was zijn nieuwe woning vergelijkbaar met zijn voormalige woning. Daarom werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 23 maart 2011.