ECLI:NL:RVS:2011:BQ3432

Raad van State

Datum uitspraak
4 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201101430/1/M2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.H. van Kreveld
  • M.J. van der Zijpp
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen wegaanpassingsbesluit A2/A27 Everdingen - Lunetten niet-ontvankelijk verklaard

Op 4 mei 2011 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarbij een appellant, wonend te Houten, beroep had ingesteld tegen een wegaanpassingsbesluit van de minister van Infrastructuur en Milieu. Dit besluit, genomen op 8 december 2010 krachtens de Spoedwet wegverbreding, betrof de aanpassing van de wegen A2 en A27 tussen Everdingen en Lunetten. De appellant stelde dat zijn belangen direct betrokken waren bij het besluit, maar de Raad van State oordeelde anders.

De Raad overwoog dat de woning van de appellant zich op een afstand van minimaal 1,4 kilometer van de weg bevond en dat deze woning in een woonwijk lag, waardoor deze door bebouwing van de weg was afgeschermd. Gezien deze omstandigheden concludeerde de Raad dat het belang van de appellant niet rechtstreeks betrokken was bij het wegaanpassingsbesluit.

Hierdoor werd het beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard. De Raad van State oordeelde verder dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en werd openbaar uitgesproken op 4 mei 2011.

Uitspraak

201101430/1/M2.
Datum uitspraak: 4 mei 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Houten,
en
de minister van Infrastructuur en Milieu,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 8 december 2010 heeft de minister krachtens de Spoedwet wegverbreding het wegaanpassingsbesluit A2/A27 Everdingen - Lunetten genomen.
Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 28 januari 2011, beroep ingesteld.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 28 april 2011, waar de minister, vertegenwoordigd door mr. A. Dane, werkzaam bij het ministerie, is verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 13, eerste lid, van de Spoedwet wegverbreding, voor zover hier van belang, kan een belanghebbende tegen een wegaanpassingsbesluit beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
2.2. De woning van [appellant] staat op minimaal ongeveer 1,4 km afstand van de weg waarop het wegaanpassingsbesluit betrekking heeft. De woning is bovendien gelegen in een woonwijk, en is dus door bebouwing afgeschermd van die weg. Gelet hierop en nu voor het overige niet van omstandigheden is gebleken die tot een andere conclusie leiden, is het belang van [appellant] niet rechtstreeks betrokken bij het wegaanpassingsbesluit.
2.3. Nu [appellant] geen belanghebbende is, moet zijn beroep niet-ontvankelijk worden verklaard.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. J.H. van Kreveld, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.J. van der Zijpp, ambtenaar van staat.
w.g. Van Kreveld w.g. Van der Zijpp
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 4 mei 2011
262.