ECLI:NL:RVS:2011:BQ4898
Raad van State
- Hoger beroep
- P.A. Offers
- M.R. Poot
- Rechtspraak.nl
Intrekking van subsidie voor ingrijpende voorzieningen aan particuliere huurwoningen
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellante] tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die op 14 september 2010 het beroep van [appellante] ongegrond verklaarde. De zaak betreft de gedeeltelijke intrekking van een subsidie die aan [appellante] was verleend voor het treffen van ingrijpende voorzieningen aan particuliere huurwoningen. Het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam heeft deze subsidie ingetrokken omdat [appellante] niet voldeed aan de verplichting dat de woning niet binnen tien jaar na de verlening van de subsidie aan de bestemming tot huurwoning mocht worden onttrokken. De rechtbank oordeelde dat [appellante] de woning binnen deze termijn aan de bestemming had onttrokken door deze zelf te bewonen.
[appellante] betoogde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat zij de woning had onttrokken aan de bestemming. Zij stelde dat zij niet in de woning woonachtig was en onderbouwde dit met brieven aan de gemeente. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde echter dat de rechtbank terecht had overwogen dat het dagelijks bestuur op de inschrijving van [appellante] in de gemeentelijke basisadministratie mocht afgaan. De inschrijving was tot stand gekomen op basis van een opgave van [appellante] zelf. De Afdeling concludeerde dat [appellante] niet voldoende had aangetoond dat zij de woning niet bewoonde en dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de intrekking van de subsidie gerechtvaardigd was.
Het hoger beroep van [appellante] werd ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin op 18 mei 2011.