ECLI:NL:RVS:2011:BQ5916

Raad van State

Datum uitspraak
20 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201010001/4/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • R.J. Hoekstra
  • S. Zwemstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Hoogezand-Sappemeer

Op 20 mei 2011 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door een inwoner van Kropswolde, die zich verzette tegen het bestemmingsplan "Buitengebied" dat op 23 augustus 2010 door de raad van de gemeente Hoogezand-Sappemeer was vastgesteld. De inwoner vreesde dat de in het bestemmingsplan toegestane bouw van lichtmasten tot 6 meter hoog op een nabijgelegen perceel zijn woon- en leefklimaat zou aantasten.

De voorzitter heeft vastgesteld dat de inwoner een spoedeisend belang heeft bij zijn verzoek, aangezien er al een omgevingsvergunning was verleend voor de bouw van deze lichtmasten. De voorzitter oordeelde dat het bestemmingsplan geen nadere eisen stelde aan het aantal lichtmasten en hun plaatsing, waardoor de belangen van de inwoner mogelijk niet voldoende waren meegewogen.

In de beslissing heeft de voorzitter het besluit van de raad van de gemeente Hoogezand-Sappemeer geschorst voor zover het betrekking heeft op de lichtmasten, en de raad veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de inwoner, alsook het griffierecht. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige afweging van belangen in bestemmingsplannen en de mogelijkheid voor inwoners om voorlopige voorzieningen te verzoeken in het bestuursrecht.

Uitspraak

201010001/4/R1.
Datum uitspraak: 20 mei 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker], wonend te Kropswolde, gemeente Hoogezand-Sappemeer,
en
de raad van de gemeente Hoogezand-Sappemeer,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 23 augustus 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 10 december 2010, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 25 maart 2011, heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[verzoeker] en de raad hebben nadere stukken ingediend.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 29 april 2011, waar [verzoeker], bijgestaan door mr. C. Lubben, werkzaam bij SRK Rechtsbijstand, is verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. [verzoeker] beoogt met zijn verzoek onomkeerbare gevolgen van het plan tegen te gaan. Op 2 maart 2011 is een omgevingsvergunning voor het bouwen van 6 lichtmasten op het perceel [locatie] te Kropswolde aangevraagd, welke op 7 april 2011 door het college van burgemeester en wethouders is verleend. Tegen de verlening van deze omgevingsvergunning voor het bouwen heeft [verzoeker] bezwaar gemaakt. Gelet hierop en nu het plan ook voorziet in deze bebouwing overweegt de voorzitter dat [verzoeker] een spoedeisend belang heeft bij zijn verzoek om een voorlopige voorziening.
2.3. Het verzoek van [verzoeker] richt zich tegen artikel 3, lid 3.2, onder 3.2.4, van de planregels, voor zover lichtmasten tot 6 m hoog worden toegestaan op het perceel [locatie]. Hij vreest aantasting van zijn woon- en leefklimaat als gevolg van het toestaan van lichtmasten op dat perceel.
2.4. Aan het perceel [locatie] is de bestemming "Agrarisch" en de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch met waarden – [paardenhouderij]" toegekend.
Ingevolge artikel 3, lid 3.2, onder 3.2.4, van de planregels zijn op gronden met de bestemming "Agrarisch" licht-, reclame- en vlaggenmasten toegelaten tot een hoogte van 6 m.
2.5. De voorzitter overweegt dat lichtmasten met een hoogte van 6 m ruimtelijke invloed kunnen hebben op het woon- een leefklimaat van omwonenden. Nu het plan geen nadere eisen stelt aan het aantal lichtmasten en de plaatsing ervan ten opzichte van omliggende gronden, is de voorzitter er op voorhand niet van overtuigd dat de raad bij de gewijzigde vaststelling van het plan op dit punt de belangen van [verzoeker] in voldoende mate in zijn afweging heeft betrokken. Gelet op het vorenstaande ziet de voorzitter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
2.6. De raad dient ten aanzien van [verzoeker] op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Hoogezand-Sappemeer van 23 augustus 2010, nummer 32, wat betreft de zinsnede "licht-," in artikel 3, lid 3.2, onder 3.2.4, van de planregels, voor zover dit ziet op het perceel [locatie] te Kropswolde;
II. veroordeelt de raad van de gemeente Hoogezand-Sappemeer tot vergoeding van bij [verzoeker] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 925,11 (zegge: negenhonderdvijfentwintig euro en elf cent), waarvan € 874,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III. gelast dat de raad van de gemeente Hoogezand-Sappemeer aan [verzoeker] het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 150,00 (zegge: honderdvijftig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. R.J. Hoekstra, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. S. Zwemstra, ambtenaar van staat.
w.g. Hoekstra w.g. Zwemstra
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 20 mei 2011
91-655.