201009240/1/R2.
Datum uitspraak: 1 juni 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Axel, gemeente Terneuzen,
de raad van de gemeente Terneuzen,
verweerder.
Bij besluit van 6 juli 2010, kenmerk 12202, heeft de raad het bestemmingsplan "Buitenweg" (hierna: het plan) vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 22 september 2010, beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De raad heeft een nader stuk ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 mei 2011, waar [appellant], bijgestaan door mr. W.J.A. Vis, werkzaam bij DAS Rechtsbijstand, en de raad, vertegenwoordigd door J.A. Alewijnse en drs. M.G. van der Ploeg, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2.1. Het plan voorziet in de bouw van ongeveer 100 woningen in de buurt van het voormalig bedrijventerrein Buitenweg in Axel.
2.2. [appellant] exploiteert een scheepsreparatiebedrijf op het perceel [locatie], direct tegenover de zuidoostzijde van het plangebied. Hij vreest voor inperking van zijn bestaande bedrijfsactiviteiten en van zijn uitbreidingsmogelijkheden.
2.3. De raad stelt zich op het standpunt dat het bedrijf van [appellant] als een categorie 2 bedrijf als bedoeld in de brochure "Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: de VNG-brochure) moet worden aangemerkt. Aangezien er reeds woningen nabij het bedrijfsperceel aanwezig zijn en er bij deze woningen geen onaanvaardbaar woon- en leefklimaat is, vallen geen ruimtelijke en milieubelemmeringen te verwachten voor het bedrijf van [appellant] vanwege de nieuw te bouwen woningen in het plangebied, aldus de raad. De raad stelt voorts dat een aanvaardbaar woon- en leefklimaat gegarandeerd kan worden, omdat het scheepsreparatiebedrijf moet en kan voldoen aan de toepasselijke bepalingen van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit).
2.4. De VNG-brochure heeft een indicatief karakter. Afwijking van de in deze brochure opgenomen afstanden is mogelijk, maar dient voldoende te worden gemotiveerd.
De in de VNG-brochure opgenomen categorie voor een scheepsbouw- en reparatiebedrijf dat werkt met metalen schepen kleiner dan 25 meter, is categorie 3.2. De aanbevolen minimale afstand vanwege een categorie 3.2 bedrijf tot een woning in een rustige woonwijk bedraagt 100 meter. Volgens pagina 77 van de VNG-brochure geldt als aanbevolen afstand de afstand tussen enerzijds de grens van de bestemming die bedrijven toelaat en anderzijds de uiterste situering van de gevel van een woning. Blijkens de verbeelding is de afstand tussen de grens van het perceel van [appellant] en de uiterste situering van de gevel van de dichtstbijzijnde woning 20 meter. Dit betekent dat in dit geval wordt afgeweken van de aanbevolen afstand van de VNG-brochure.
2.5. Hoewel de raad heeft gesteld dat de huidige bedrijfsactiviteiten gelet op de aard en de invloed op de omgeving gelijk zijn aan die van bedrijven uit categorie 2, heeft de raad niet met deugdelijk onderzoek onderbouwd dat de aard en invloed van het bedrijf van [appellant] een dergelijke keuze rechtvaardigt. De ligging van de loodsen op het perceel van [appellant], die volgens de raad als geluidbuffer fungeren, kan naar het oordeel van de Afdeling geen doorslaggevende reden zijn om het bedrijf van [appellant] als categorie 2 in te delen.
De raad heeft verder niet inzichtelijk gemaakt dat de in het plan voorziene afstand tussen de meest nabijgelegen nieuwe woningen en de grens van het bedrijfsperceel van ongeveer 20 meter voldoende is om ter plaatse van de nieuwe woningen een aanvaardbaar woon- en leefklimaat te realiseren en dat [appellant] hierdoor niet in zijn bedrijfsactiviteiten zal worden beperkt. Hierbij is van belang dat in aanzienlijke mate wordt afgeweken van de aanbevolen afstand van 100 meter. Voorts blijkt uit het in opdracht van de raad door Schoonderbeek en Partners Advies BV opgestelde geluidrapport van 15 april 2011, dat dateert van na het bestreden besluit, dat ter plaatse van de nieuw te bouwen woningen niet kan worden voldaan aan de geluidgrenswaarden van het Activiteitenbesluit. Hoewel de raad heeft gesteld dat de overschrijding door middel van het treffen van maatregelen is op te heffen, maakt het genoemde geluidrapport niet inzichtelijk dat met het treffen van enkele maatregelen het bedrijf van [appellant] in de nieuwe situatie kan voldoen aan alle geluidgrenswaarden van het Activiteitenbesluit en dat een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor de bewoners van de in het plan voorziene woningen is gewaarborgd. Ook het feit dat de woningen aan de Van Gistellelaan 1, 2 en 3 zich op een afstand van 20 meter van het bedrijf van [appellant] bevinden en de desbetreffende bewoners geen klachten hebben geuit over geluidoverlast, maakt dat niet anders. Daarbij is in aanmerking genomen dat dit bestaande woningen betreft en het ontbreken van klachten geen richtsnoer is voor de uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening aan te houden afstand tot een nieuw woongebied.
2.6. Hetgeen [appellant] heeft aangevoerd geeft aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit, voor zover dat betrekking heeft op de plandelen met de bestemming "Woondoeleinden" ("W"), voor zover gelegen binnen 100 meter van de grens van het bedrijfsperceel van [appellant], is genomen in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid. Het beroep is in zoverre gegrond. Het bestreden besluit dient in zoverre wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht te worden vernietigd.
Hetgeen [appellant] heeft aangevoerd geeft geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan voor het overige strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. In het aangevoerde wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit voor het overige anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht. Het beroep is in zoverre ongegrond.
2.7. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Terneuzen van 6 juli 2010, kenmerk 12202, voor zover dat betrekking heeft op de plandelen met de bestemming "Woondoeleinden" ("W"), zoals nader aangegeven op de bij deze uitspraak behorende kaart;
III. verklaart het beroep voor het overige ongegrond;
IV. veroordeelt de raad van de gemeente Terneuzen tot vergoeding van bij [appellant] opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 914,11 (zegge: negenhonderdveertien euro en elf cent), waarvan € 874,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
V. gelast dat de raad van de gemeente Terneuzen aan [appellant] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 150,00 (zegge: honderdvijftig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. R.J. Hoekstra, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P.J.A.M. Broekman, ambtenaar van staat.
w.g. Hoekstra w.g. Broekman
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 1 juni 2011