ECLI:NL:RVS:2011:BQ8823
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- C. Sparreboom
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke procedure betreffende revisievergunning voor varkenshouderij
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg op 1 februari 2011 een revisievergunning verleend aan [vergunninghouder] voor een varkenshouderij met een co-vergistingsinstallatie en een warmtekrachtkoppelingsinstallatie op het perceel [locatie] te Bergentheim. Dit besluit werd op 16 februari 2011 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit heeft [verzoeker] op 30 maart 2011 beroep ingesteld, waarbij hij zijn beroep op 28 april 2011 heeft aangevuld. Tevens heeft [verzoeker] verzocht om een voorlopige voorziening, die op 1 juni 2011 ter zitting werd behandeld.
Tijdens de zitting waren zowel [verzoeker] als het college vertegenwoordigd. [verzoeker] vreesde voor geluid- en geurhinder door de inrichting, vooral door het transportverkeer en de laad- en losactiviteiten in de buitenlucht. Hij stelde dat de co-vergistingsprocedure niet in een volledig gesloten systeem plaatsvond, wat geurhinder zou kunnen veroorzaken. De voorzitter van de Raad van State, mr. K. Brink, heeft echter vastgesteld dat [vergunninghouder] heeft verklaard geen uitvoering te geven aan de vergunning totdat er uitspraak is gedaan in de bodemprocedure. Hierdoor was er volgens de voorzitter geen spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening.
De voorzitter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 17 juni 2011.