ECLI:NL:RVS:2011:BQ9637
Raad van State
- Hoger beroep
- D. Roemers
- W. van Hardeveld
- Rechtspraak.nl
Weigering vergunning op grond van de Drank- en Horecawet wegens niet voldoen aan hoogte-eisen
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Venlo op 12 februari 2010 een vergunning op grond van de Drank- en Horecawet geweigerd aan [appellant]. Dit besluit werd door het college op 25 mei 2010 bevestigd, nadat het bezwaar van [appellant] ongegrond was verklaard. De rechtbank Roermond heeft op 28 oktober 2010 het beroep van [appellant] tegen deze weigering ongegrond verklaard. Hierop heeft [appellant] hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij de gronden van het hoger beroep zijn aangevuld in januari 2011.
De Raad van State heeft de zaak op 30 mei 2011 behandeld. Tijdens deze zitting was [appellant] vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. M.N. van Geenen, terwijl het college werd vertegenwoordigd door J.M.G. Vincken. De Raad heeft overwogen dat volgens artikel 10 van de Drank- en Horecawet de inrichting moet voldoen aan eisen die zijn gesteld in het belang van de sociale hygiëne. Verder is in artikel 27, eerste lid, bepaald dat een vergunning geweigerd moet worden indien niet aan de geldende eisen wordt voldaan.
In dit geval was vastgesteld dat een deel van de horecalokaliteit waar vergunning voor was aangevraagd, een hoogte had van slechts 2,27 meter, terwijl de vereiste hoogte minimaal 2,40 meter dient te zijn. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het college op basis van deze regelgeving verplicht was de vergunning te weigeren. De argumenten van [appellant] in hoger beroep boden geen aanleiding voor een ander oordeel, gezien de dwingende formulering van de wet.
De Raad van State heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd uitgesproken in naam der Koningin op 29 juni 2011.