ECLI:NL:RVS:2011:BR0480
Raad van State
- Hoger beroep
- P.A. Offers
- M.R. Poot
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag toevoeging rechtsbijstand voor zelfstandig beroep kapper
In deze zaak heeft de Raad van State op 6 juli 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag voor rechtsbijstand door [appellante]. De aanvraag werd afgewezen door de raad op 3 december 2008, omdat het rechtsbelang betrekking had op de uitoefening van een zelfstandig beroep, in dit geval als kapper. De rechtbank Amsterdam had op 25 november 2010 het beroep van [appellante] tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
[appellante] stelde dat de voortzetting van haar zelfstandig beroep als kapper afhankelijk was van de rechtsbijstand, omdat zij zonder de benodigde middelen geen nieuwe kapperszaak kon openen. Ze had haar eerdere kapperszaak verkocht en was tijdelijk in loondienst geweest, maar had ook enige tijd in het buitenland verbleven. De Raad van State oordeelde dat [appellante] de uitoefening van haar bedrijf had beëindigd en dat het geschil voortvloeide uit deze beëindiging. De uitzonderingssituatie van artikel 12, tweede lid, aanhef en onder e, onderdeel 1 van de Wet op de rechtsbijstand, die rechtsbijstand kan verlenen in geval van voortzetting van een zelfstandig beroep, was hier niet van toepassing.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin, waarbij de leden van de enkelvoudige kamer, P.A. Offers en M.R. Poot, aanwezig waren.