ECLI:NL:RVS:2011:BR2258

Raad van State

Datum uitspraak
13 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201102730/2/H4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • K. Brink
  • M.P.J.M. van Grinsven
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake vergunningvoorschriften voor Mebin B.V. te Lochem

In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 13 juli 2011 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van Mebin B.V. Het college van gedeputeerde staten van Gelderland had op 14 januari 2011 de voorschriften verbonden aan een eerder verleende vergunning voor de inrichting aan de Kwinkweerd 7 te Lochem ingetrokken en nieuwe voorschriften vastgesteld. Mebin B.V. was het niet eens met deze nieuwe voorschriften, die onder andere vereisten dat zij voor vliegas een acceptatie- en verwerkingsbeleid (AV-beleid) en een systeem voor administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) moest hebben. Mebin B.V. stelde dat vliegas geen afvalstof is en dat de nieuwe voorschriften onredelijk bezwarend waren.

De voorzitter oordeelde dat de procedure zich niet leent voor de beantwoording van de vraag of vliegas een afvalstof is, maar dat het niet onaannemelijk is dat vliegas niet als afvalstof gekwalificeerd kan worden. De voorzitter nam in overweging dat de inrichting al jaren functioneert zonder de vereiste AV- en AO/IC-systemen en dat er geen onaanvaardbare situaties zijn ontstaan. Daarom werd besloten om de uitvoering van de nieuwe voorschriften voorlopig te schorsen.

Daarnaast werd het college van gedeputeerde staten van Gelderland veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van Mebin B.V. en het griffierecht. De uitspraak benadrukt het voorlopige karakter van de beslissing en dat de bodemprocedure verder onderzoek naar de status van vliegas zal vereisen.

Uitspraak

201102730/2/H4.
Datum uitspraak: 13 juli 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Mebin B.V., gevestigd te 's-Hertogenbosch,
verzoekster,
en
het college van gedeputeerde staten van Gelderland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 14 januari 2011 heeft het college de voorschriften verbonden aan de bij besluit van 26 mei 1997 krachtens de Wet milieubeheer voor de inrichting aan de Kwinkweerd 7 te Lochem verleende vergunning ingetrokken en nieuwe voorschriften aan deze vergunning verbonden.
Tegen dit besluit heeft Mebin B.V. bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 3 maart 2011, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 26 mei 2011, heeft
Mebin B.V. de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 29 juni 2011, waar Mebin B.V., vertegenwoordigd door mr. drs. J. Wildschut, en door
J. Steintjes, en het college, vertegenwoordigd door mr. dr. C. Raat en
ing. M. Remmerde, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Mebin B.V. kan zich niet verenigen met de bij het bestreden besluit gestelde voorschriften 2.2.1 tot en met 2.2.6, waaruit voortvloeit dat zij voor vliegas over een acceptatie- en verwerkingsbeleid (AV-beleid) en een systeem voor administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) moet beschikken. In de voorschriften 2.2.1 tot en met 2.2.6 is de vliegas gekwalificeerd als afvalstof. Volgens haar zijn deze voorschriften onredelijk bezwarend, omdat een AV-beleid en AO/IC-systeem veel werk is en aanzienlijke kosten met zich brengt, terwijl volgens haar vaststaat dat vliegas geen afvalstof is. Ter onderbouwing van haar standpunt dat vliegas geen afvalstof is, verwijst zij naar de uitspraak van de Afdeling van 11 november 2005 met zaak nr.
200409207/1en het in die zaak opgestelde deskundigenbericht.
2.3. Het geschil spitst zich toe op de vraag of vliegas een afvalstof is. De voorzitter is van oordeel dat deze procedure zich niet leent voor de beantwoording van deze vraag. In het kader van de bodemprocedure dient dit nader te worden onderzocht. Gelet op hetgeen is overwogen in de uitspraak van 11 november 2005, en hetgeen is vermeld in het deskundigenbericht in die zaak, acht de voorzitter het op voorhand echter niet onaannemelijk dat vliegas niet het karakter heeft van een afvalstof. Nu de inrichting voorts reeds jaren in werking is zonder een AV-beleid en AO/IC-systeem voor vliegas en ter zitting niet aannemelijk is geworden dat deze bestendige praktijk tot onaanvaardbare situaties heeft geleid, alsmede dat Mebin B.V. ter zitting heeft verklaard uitsluitend gecertificeerd vliegas te ontvangen en te verwerken, acht de voorzitter de gevolgen voor het milieu op voorhand niet zodanig dat onmiddellijke uitvoering van de in de voorschriften 2.2.1 tot en met 2.2.6 voorgeschreven maatregelen noodzakelijk is.
2.4. Gelet op het vorenstaande ziet de voorzitter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
2.5. Het college dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van gedeputeerde staten van Gelderland van 14 januari 2011, kenmerk 2010-006738/MPM19853, voor zover het de vergunningvoorschriften 2.2.1 tot en met 2.2.6 betreft;
II. veroordeelt het college van gedeputeerde staten van Gelderland tot vergoeding van bij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Mebin B.V. in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 874,00 (zegge: achthonderdvierenzeventig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III. gelast dat het college van gedeputeerde staten van Gelderland aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Mebin B.V. het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 302,00 (zegge: driehonderdtwee euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. K. Brink, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M.P.J.M. van Grinsven, ambtenaar van staat.
w.g. Brink w.g. Van Grinsven
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 13 juli 2011
462-584.