ECLI:NL:RVS:2011:BR2259
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- M.P.J.M. van Grinsven
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake ontheffing Wet milieubeheer en Verordening bescherming natuur en landschap
In deze zaak gaat het om een verzoek om voorlopige voorziening dat is ingediend door [verzoekers] tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Utrecht. Op 31 januari 2011 verleende het college een ontheffing op grond van artikel 10.63, derde lid, van de Wet milieubeheer, maar weigerde tegelijkertijd een ontheffing op basis van artikel 8, eerste lid, van de Verordening bescherming natuur en landschap provincie Utrecht 1996. De verzoekers hebben op 11 maart 2011 beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij zij hun gronden op 8 april 2011 hebben aangevuld. Tevens hebben zij de voorzitter van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De zaak werd behandeld op 29 juni 2011, waar de verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat mr. Ch.G.A. van Rijckevorsel, en vertegenwoordigers van het college aanwezig waren. Ook verschillende verenigingen en partijen waren vertegenwoordigd. De voorzitter heeft de zaak gesplitst van een andere zaak en heeft overwogen dat de rechtbank bevoegd is om kennis te nemen van het beroep, aangezien het beroep openstaat tegen de besluiten die met toepassing van de coördinatieregeling zijn voorbereid.
Uiteindelijk heeft de voorzitter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en bepaald dat het griffierecht van € 152,00 aan de verzoekers wordt terugbetaald. De uitspraak is gedaan op 13 juli 2011 en is openbaar gemaakt.