ECLI:NL:RVS:2011:BR3988
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.W.L. Loeb
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen bouwvergunning voor garage te Nijmegen
In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 28 juli 2011 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door [verzoeker] en anderen, die zich verzetten tegen een bouwvergunning die op 20 mei 2009 door het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen was verleend voor het vernieuwen van bedrijfspanden ten behoeve van een garage op het perceel Marialaan 98a en 100 te Nijmegen. De bouwvergunning was verleend onder vrijstelling van het bestemmingsplan.
De rechtbank Arnhem had eerder op 17 juni 2011 het besluit van het college om de bouwvergunning te verlenen vernietigd, maar het college had hoger beroep ingesteld. In de tussentijd vroegen [verzoeker] en anderen om een voorlopige voorziening, omdat de bouw al in een vergevorderd stadium was. De voorzitter van de Afdeling heeft op 21 juli 2011 de zaak behandeld, waarbij zowel de verzoekers als het college vertegenwoordigd waren.
De voorzitter overwoog dat de rechtbank geen aanleiding had gevonden om het besluit van 20 mei 2009 te herroepen of te schorsen, en dat de gebreken die de rechtbank had aangetroffen niet onherstelbaar waren. Het verzoek om schorsing van de bouwvergunning werd afgewezen, omdat [wederpartij sub 1] aannemelijk had gemaakt dat de bouw al vergevorderd was, en er geen spoedeisend belang was dat het treffen van de verzochte voorziening rechtvaardigde. De voorzitter concludeerde dat er geen aanleiding was voor het treffen van een voorlopige voorziening en wees het verzoek af.