ECLI:NL:RVS:2011:BR5157
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Troostwijk
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bouwvergunning voor woningen aan de Koningin Julianastraat te Moordrecht
Op 1 december 2009 verleende het college van burgemeester en wethouders van Moordrecht aan de vergunninghoudster een vrijstelling en bouwvergunning voor het oprichten van 65 woningen aan de Koningin Julianastraat te Moordrecht, gemeente Zuidplas. Dit besluit werd door de rechtsvoorganger van het college genomen. Tegen deze vergunning hebben de verzoekers bezwaar gemaakt, wat door het college op 20 april 2010 ongegrond werd verklaard. Hierop hebben de verzoekers beroep ingesteld bij de rechtbank 's-Gravenhage, die op 18 mei 2011 het beroep ongegrond verklaarde.
De verzoekers hebben vervolgens op 28 juni 2011 hoger beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. Dit verzoek werd behandeld op 4 augustus 2011, waar de verzoekers, bijgestaan door A. Stam, en het college, vertegenwoordigd door W.A.M. Waarma en M. van Braam, aanwezig waren. Ook de vergunninghoudster was vertegenwoordigd door D. Zuiddam en mr. J.C. Tebrugge, advocaat te Rotterdam.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, mr. H. Troostwijk, heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het oordeel van de voorzitter voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Hij concludeerde dat de genomen besluiten in het algemeen uitvoerbaar zijn, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend. De voorzitter oordeelde dat de argumenten van de verzoekers niet voldoende waren om aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven.
Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 8 augustus 2011.