ECLI:NL:RVS:2011:BR5692

Raad van State

Datum uitspraak
24 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201104523/1/M2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.C. Kranenburg
  • T.L.J. Drouen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen tracébesluit A50 Valburg-Grijsoord en geluidhinder

Op 28 februari 2011 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu het tracébesluit A50 Valburg-Grijsoord vastgesteld, op basis van artikel 15, eerste lid, van de Tracéwet. Dit besluit werd op 8 maart 2011 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit heeft de appellant, wonend in Heteren, op 18 april 2011 beroep ingesteld bij de Raad van State. De minister heeft een verweerschrift ingediend en de zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer. De zitting vond plaats op 28 juli 2011, waar de appellant en de minister vertegenwoordigd door mr. A. Dane, ing. A. Smit en ing. H. Kosterman, aanwezig waren.

De appellant betoogt dat de vaststelling van hogere grenswaarden voor andere woningen in de omgeving zal leiden tot een verslechtering van het woon- en leefklimaat bij zijn woning en recreatiecentrum. De minister heeft echter geconcludeerd dat de geluidbelasting bij de woning van de appellant voldoet aan de geldende geluidgrenswaarden in de Wet geluidhinder. Het tracébesluit 2009, dat eerder is vernietigd, heeft geen betrekking op de woning van de appellant, waardoor dit besluit onherroepelijk is geworden.

Een aanvullend akoestisch onderzoek heeft aangetoond dat voor zeven andere woningen hogere grenswaarden moeten worden vastgesteld, maar dit heeft geen invloed op de woning van de appellant. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat de minister in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat de hogere grenswaarden voor andere woningen geen negatieve invloed hebben op het woon- en leefklimaat van de appellant. Het beroep van de appellant wordt ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201104523/1/M2.
Datum uitspraak: 24 augustus 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Heteren, gemeente Overbetuwe,
en
de minister van Infrastructuur en Milieu,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 28 februari 2011 heeft de minister op grond van artikel 15, eerste lid, van de Tracéwet het tracébesluit A50 Valburg-Grijsoord (2011) (hierna: het tracébesluit) vastgesteld. Dit besluit is op 8 maart 2011 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 18 april 2011, beroep ingesteld.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 28 juli 2011, waar [appellant], in persoon, en de minister, vertegenwoordigd door mr. A. Dane, ing. A. Smit en ing. H. Kosterman, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 1.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Crisis- en herstelwet (hierna: Chw), die op 31 maart 2010 in werking is getreden, is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van toepassing op alle besluiten die krachtens enig wettelijk voorschrift zijn vereist voor de ontwikkeling of verwezenlijking van de in bijlage I bij deze wet bedoelde categorieën ruimtelijke en infrastructurele projecten dan wel voor de in bijlage II bij deze wet bedoelde ruimtelijke en infrastructurele projecten.
Ingevolge bijlage I, categorie 5.1, is de wijziging van een hoofdweg, als bedoeld in artikel 2, van de Tracéwet, een in artikel 1.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Chw genoemd infrastructureel project.
Het tracébesluit is een besluit waarop de bepalingen van afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Chw van toepassing zijn.
2.2. Het tracébesluit voorziet in een wijziging van het tracébesluit A50 Valburg-Grijsoord van 6 februari 2009 (hierna: tracébesluit 2009).
Het tracébesluit 2009 is bij uitspraak van de Afdeling van 28 juli 2010, in zaak nr.
200902071/1/M2vernietigd voor zover daarbij voor de woning aan de Heelsumseweg 42 te Wolfheze (gemeente Renkum) op een hoogte van 7,5 meter, de woning aan De Kamp 4B te Heelsum (gemeente Renkum) op hoogten van 4,5 en 7,5 meter en de woning aan de Utrechtseweg 23 te Heelsum (gemeente Renkum) op hoogten van 1,5, 4,5 en 7,5 meter geen hogere grenswaarden zijn vastgesteld, en voor zover daarbij voor de Doorwerthsestraat 2A te Renkum hogere grenswaarden zijn vastgesteld.
2.3. Onderhavige wijziging van het tracébesluit 2009 heeft betrekking op de zojuist genoemde drie woningen en andere woningen genoemd in artikel 2 van het tracébesluit, vanwege het ten onrechte niet vaststellen van een aantal hogere grenswaarden.
In artikel 2 van het tracébesluit zijn voor de woningen aan De Kamp 4B te Renkum, de Utrechtseweg 23 te Renkum, de Achterstraat 22A, 22B, 22C en 22F te Heteren en voor de woning aan de Heelsumseweg 42 te Wolfheze hogere grenswaarden vastgesteld.
2.4. [appellant] woont in de omgeving van onderhavige verbreding van de A50 tussen knooppunt Valburg en knooppunt Grijsoord. Zijn woning en het bij zijn woning gelegen recreatiecentrum zijn gelegen aan onderscheidenlijk [locatie 1] en [locatie 2] te [plaats]. Voor zijn woning en recreatiecentrum zijn geen hogere grenswaarden vastgesteld. [appellant] betoogt dat vanwege de vaststelling van de hogere grenswaarden voor de woningen genoemd in artikel 2 van het tracébesluit de geluidhinder bij zijn woning en het bij zijn woning gelegen recreatiecentrum zal toenemen en zal leiden tot een verslechtering van het woon- en leefklimaat ter plaatse.
2.4.1. De geluidbelasting bij de woning en het recreatiecentrum van [appellant] vanwege de verbreding van de A50 tussen knooppunt Valburg en knooppunt Grijsoord is berekend in het akoestisch rapport van 9 januari 2009, dat ten grondslag heeft gelegen aan het tracébesluit 2009. Op basis van deze berekening heeft de minister geconcludeerd dat de geluidbelasting bij de woning van [appellant] voldoet aan de daarvoor geldende geluidgrenswaarden in de Wet geluidhinder en dat ook bij het recreatiecentrum deze waarden niet worden overschreden. De minister heeft daarom in het tracébesluit 2009 geen hogere geluidgrenswaarden voor de woning van [appellant] vastgesteld. De vernietiging van het tracébesluit 2009 bij eerder genoemde uitspraak van de Afdeling ziet niet op de woning of het recreatiecentrum van [appellant]. Het tracébesluit 2009 is ten aanzien van de woning en het recreatiecentrum van [appellant] dan ook onherroepelijk geworden.
Ter zitting heeft [appellant] toegelicht dat zijn beroep uitsluitend is gericht tegen de wijzigingen van het tracébesluit 2009, die zijn vastgesteld in onderhavig tracébesluit en niet ziet op het inmiddels onherroepelijk geworden tracébesluit 2009.
2.4.2. Ten behoeve van onderhavig tracébesluit is een aanvullend akoestisch onderzoek verricht. De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in het akoestisch rapport van 21 januari 2011 (hierna: akoestisch rapport). Dit rapport betreft een aanvulling op het akoestisch rapport dat ten grondslag ligt aan het tracébesluit 2009. In het akoestisch rapport zijn de geluidbelastingen op de gevels van de ontbrekende woningen, genoemd in artikel 2, bepaald en getoetst aan de Wet geluidhinder. Tevens is onderzocht of de toename van het aantal woningen waarvoor hogere waarden worden vastgesteld, leidt tot het treffen van andere maatregelen dan opgenomen in het tracébesluit 2009. Bij het onderzoek naar de geluidmaatregelen is uitgegaan van dezelfde clusterindeling van woningen als in het akoestisch rapport van 2009. In het aanvullend akoestisch rapport is geconcludeerd dat voor de zeven woningen een nieuwe of gewijzigde hogere grenswaarde moet worden vastgesteld en dat de in het tracébesluit 2009 vastgestelde maatregelen geen aanpassing behoeven.
2.4.3. Het aanvullend akoestisch onderzoek heeft geen betrekking op de woning en het recreatiecentrum van [appellant], maar wel op een aantal woningen gelegen aan de Achterstraat te Heteren. Deze woningen zijn gelegen in het cluster Heteren, waarin ook de woning en het recreatiecentrum van [appellant] zijn gelegen. In zijn algemeenheid moet worden aangenomen dat het vaststellen van hogere grenswaarden op zich bezien een negatieve invloed kan hebben op het woon- en leefklimaat en dat dit aspect moet worden betrokken in de belangenafweging. De in het tracébesluit opgenomen woningen aan de Achterstraat te Heteren zijn ten opzichte van de woning en het recreatiecentrum van [appellant] gelegen aan de overzijde van de A50. Dat voor deze woningen in het tracébesluit hogere waarden zijn vastgesteld, brengt op zichzelf niet mee dat de eerder in het akoestisch rapport van 2009 berekende geluidbelasting bij de woning van [appellant] en het recreatiecentrum toeneemt. Gelet hierop bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat de minister bij de afweging van de betrokken belangen zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het stellen van hogere grenswaarden geen negatieve invloed heeft op het woon- en leefklimaat ter plaatse van de woning en het recreatiecentrum van [appellant].
De beroepsgrond faalt.
2.5. Het beroep is ongegrond.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.C. Kranenburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T.L.J. Drouen, ambtenaar van staat.
w.g. Kranenburg w.g. Drouen
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 24 augustus 2011
375-590.