ECLI:NL:RVS:2011:BR6890
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- P. Lodder
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit college van burgemeester en wethouders van Maastricht inzake dwangsom voor tekortkomingen aan pand
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een uitspraak van de rechtbank Maastricht van 29 november 2010. Het college van burgemeester en wethouders van Maastricht had op 28 april 2009 aan [appellant] gelast om tekortkomingen aan zijn pand op het perceel [locatie] te verhelpen, op straffe van een dwangsom. [appellant] heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft het beroep van [appellant] ongegrond verklaard, waarop hij hoger beroep heeft ingesteld bij de Raad van State.
De Raad van State heeft de zaak behandeld op 9 augustus 2011. [appellant] stelde dat de rechtbank had miskend dat zijn brief van 15 mei 2009 als bezwaarschrift tegen het besluit van 28 april 2009 had moeten worden aangemerkt. Hij betoogde dat het college, gezien een telefonisch contact op 4 juni 2009, had moeten begrijpen dat hij bezwaar wilde maken. De Raad van State oordeelde echter dat de brief van 15 mei 2009 niet expliciet als bezwaarschrift was aangeduid en dat het college niet verplicht was om navraag te doen bij [appellant].
De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 7 september 2011.