ECLI:NL:RVS:2011:BT2109

Raad van State

Datum uitspraak
12 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201106923/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • Th.C. van Sloten
  • L. Brand
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake goedkeuring wijzigingsplan Heidezicht door college van gedeputeerde staten van Noord-Holland

Op 12 september 2011 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen de Vereniging van Eigenaars Oostereng A. en het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen het besluit van 7 februari 2011, waarbij het college goedkeuring heeft verleend aan het wijzigingsplan 'Heidezicht' van het bestemmingsplan 'De Engh'. De Vereniging heeft op 23 juni 2011 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij vreest voor overlast en waardevermindering van de woningen in het appartementencomplex Oostereng A. door de realisatie van een speeltuin en een horecagelegenheid die in het plan zijn opgenomen.

Tijdens de zitting op 30 augustus 2011 zijn de Vereniging en het college van gedeputeerde staten vertegenwoordigd door hun advocaten verschenen. De voorzitter heeft overwogen dat het verzoek om schorsing van het besluit niet spoedeisend is, omdat er al bouwvergunningen zijn verleend voor de speeltoestellen en de horecagelegenheid, die in rechte onaantastbaar zijn. Dit betekent dat de bouwwerkzaamheden kunnen doorgaan, ongeacht de uitkomst van het verzoek om voorlopige voorziening.

De voorzitter heeft geconcludeerd dat er geen spoedeisend belang is dat het treffen van de verzochte voorlopige voorziening rechtvaardigt. Daarom is het verzoek afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan op dezelfde datum, 12 september 2011, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201106923/2/R1.
Datum uitspraak: 12 september 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
de vereniging Vereniging van Eigenaars Oostereng A., gevestigd te Bussum,
verzoekster,
en
het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 7 februari 2011, kenmerk 2009-41586, heeft het college van gedeputeerde staten besloten over de goedkeuring van het door het college van burgemeester en wethouders van Bussum bij besluit van 16 juni 2009 vastgestelde wijzigingsplan "Heidezicht (wijzigingsbevoegdheid IV) van bestemmingsplan de Engh".
Tegen dit besluit heeft de Vereniging bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 23 juni 2011, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 23 juni 2011, heeft de Vereniging de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 30 augustus 2011, waar de Vereniging, vertegenwoordigd door mr. R.H.A. ter Huurne, en het college van gedeputeerde staten, vertegenwoordigd door mr. K.J.T.M. Hehenkamp, advocaat te Amsterdam, zijn verschenen. Voorts is als partij gehoord het college van burgmeester en wethouders, vertegenwoordigd door mr. C. Burgemeestre, advocaat te Amsterdam, dr. K.B.J. Steenbakkers en H. Teeuwissen, beiden werkzaam bij de gemeente.
Overwegingen
Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
Het plan voorziet in de herontwikkeling van de zuidelijke zone van de zogenoemde Groene Long van Bussum. Het plan maakt onder meer een speeltuin en een horecagelegenheid mogelijk.
Het verzoek is gericht tegen het besluit tot goedkeuring van het plan, voor zover dat voorziet in de speeltuin en de horecagelegenheid. De Vereniging betoogt dat het plan niet voldoet aan de wijzigingsvoorwaarden van het bestemmingsplan "De Engh". Daarnaast vreest zij overlast ten gevolge van het plan in zoverre. Voorts zal het plan volgens haar leiden tot waardevermindering van de woningen in het appartementencomplex Oostereng A. Teneinde onomkeerbare gevolgen te voorkomen wenst de Vereniging schorsing van het besluit op dit punt.
Ter zitting is gebleken dat op 3 juni 2010 een bouwvergunning is verleend voor de speeltoestellen in de speeltuin. Op 3 juli 2010 is een bouwvergunning verleend voor de horecagelegenheid. Beide bouwvergunningen zijn in rechte onaantastbaar. Schorsing van het besluit tot goedkeuring van het plan in zoverre heeft dan ook niet tot gevolg dat niet met de bouwwerkzaamheden kan worden gestart. Gelet op het voorgaande is met het verzoek geen spoedeisend belang gemoeid, dat het treffen van de verzochte voorlopige voorziening rechtvaardigt.
Het verzoek dient te worden afgewezen.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. L. Brand, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten w.g. Brand
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 12 september 2011
575.