ECLI:NL:RVS:2011:BT2115

Raad van State

Datum uitspraak
13 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201105598/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • Th.C. van Sloten
  • T.L.J. Drouen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Tiendweg West 6 woningen

Op 22 maart 2011 heeft de raad van de gemeente Nederlek het bestemmingsplan "Bestemmingsplan Tiendweg West 6 woningen" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben [verzoeker] en anderen op 17 mei 2011 beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij zij tevens verzochten om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 25 augustus 2011 ter zitting behandeld. Tijdens deze zitting waren [verzoeker] en anderen vertegenwoordigd door [gemachtigde], terwijl de raad werd vertegenwoordigd door mr. A.D. Bouwman-Van Blarkom, W. den Hartigh en M.C.A.G. Koek.

De voorzitter heeft overwogen dat het verzoek om een voorlopige voorziening een voorlopig karakter heeft en niet bindend is voor de bodemprocedure. [Verzoeker] en anderen beogen met hun verzoek te voorkomen dat het bestemmingsplan, dat de bouw van zes vrijstaande woningen mogelijk maakt, in werking treedt voordat de Afdeling op hun beroep heeft beslist. De voorzitter heeft vastgesteld dat er op dat moment geen kavels in optie waren en dat er geen aanvragen voor omgevingsvergunningen waren ingediend.

De raad heeft toegezegd dat zij [verzoeker] en anderen onverwijld op de hoogte zal stellen van een aanvraag om een omgevingsvergunning. Gezien de omstandigheden heeft de voorzitter geconcludeerd dat er op dat moment geen onverwijlde spoed was die het treffen van de gevraagde schorsing van het bestemmingsplan rechtvaardigde. Daarom heeft de voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 13 september 2011.

Uitspraak

201105598/2/R4.
Datum uitspraak: 13 september 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker] en anderen, wonend te Lekkerkerk, gemeente Nederlek,
en
de raad van de gemeente Nederlek,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 22 maart 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Bestemmingsplan Tiendweg West 6 woningen" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoeker] en anderen bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 17 mei 2011, beroep ingesteld.
Bij deze brief hebben [verzoeker] en anderen de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 25 augustus 2011, waar [verzoeker] en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door mr. A.D. Bouwman-Van Blarkom, W. den Hartigh en M.C.A.G. Koek, allen werkzaam voor de raad, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Met het verzoek beogen [verzoeker] en anderen te voorkomen dat het bestemmingsplan dat de bouw van zes vrijstaande woningen mogelijk maakt in werking treedt voordat de Afdeling op het daartegen door hen ingestelde beroep heeft beslist.
2.3. Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Awb, voor zover thans van belang, kan de voorzitter een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2.4. De desbetreffende woningen zullen aldaar door particuliere bouw worden gerealiseerd. Ter zitting heeft de raad, hetgeen door [verzoeker] en anderen niet is weersproken, naar voren gebracht dat thans geen kavels in optie zijn en dat zich ook verder geen gegadigden voor een bouwkavel hebben gemeld. De actieve verkoop van de kavels is volgens de raad in afwachting van de behandeling van de hoofdzaak gestaakt.
Voorts blijkt uit de verstrekte gegevens dat geen aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is ingediend, noch dat een zodanige vergunning is verleend.
2.5. De raad heeft ter zitting toegezegd dat zij zal bewerkstelligen dat het college - naast de ingevolge artikel 3.8 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voorgeschreven wijze van kennisgeving - [verzoeker] en anderen door toezending van een kennisgeving onverwijld op de hoogte stelt van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
2.6. Gezien het vorenstaande bestaat naar het oordeel van de voorzitter thans geen onverwijlde spoed die noopt tot het treffen van de gevraagde schorsing van het plan, zodat het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening dient te worden afgewezen.
2.7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. T.L.J. Drouen, ambtenaar van staat.
w.g. Sloten w.g. Drouen
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 13 september 2011