ECLI:NL:RVS:2011:BT6634

Raad van State

Datum uitspraak
27 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201107888/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Kerkakkerstraat te Valkenswaard

Op 29 juni 2011 heeft de raad van de gemeente Valkenswaard het bestemmingsplan "Kerkakkerstraat" en het bijbehorende exploitatieplan vastgesteld. Tegen dit besluit hebben verzoekers, [verzoekster A] en [verzoeker B], op 19 juli 2011 beroep ingesteld bij de Raad van State. Tevens hebben zij verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 19 september 2011 behandeld. Verzoekers stellen dat de vastgestelde maximale bouwhoogte van 9 meter onterecht is, aangezien het ontwerpplan een hoogte van 10 meter voorzag. Zij beargumenteren dat potentiële kopers hierdoor worden afgeschrikt en dat de raad onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de bouwhoogte is verlaagd. De voorzitter oordeelt dat het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden afgewezen. Dit oordeel is voorlopig en niet bindend voor de bodemprocedure. De voorzitter wijst erop dat er zienswijzen van omwonenden zijn ingediend tegen de bouwhoogte en dat er meerdere beroepen tegen het bestemmingsplan zijn ingediend. De voorzitter concludeert dat er geen uitzonderlijke omstandigheden zijn die een voorlopige voorziening rechtvaardigen, en dat schorsing van het bestemmingsplan niet leidt tot de realisatie van de gewenste bouwplannen. Ook is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing om het verzoek af te wijzen is op 27 september 2011 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

201107888/2/R3.
Datum uitspraak: 27 september 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoekster A], gevestigd te Eindhoven, en [verzoeker B], wonend te Valkenswaard,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Valkenswaard,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 29 juni 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Kerkakkerstraat" en het gelijknamige exploitatieplan vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoekers] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 19 juli 2011, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 19 juli 2011, hebben [verzoekers] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 19 september 2011, waar [verzoekers], vertegenwoordigd door A.R.M. Paddenburg, bijgestaan door mr. A.A. van den Brand, advocaat te Eindhoven, en de raad, vertegenwoordigd door mr. M.C.L. Walta en J. Groenland, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het plan voorziet, voor zover thans van belang, in de bouw van grondgebonden woningen.
2.3. [verzoekers] respectievelijk projectontwikkelaar en eigenaar van een deel van de gronden in het plangebied, stellen dat in het plan ten onrechte een maximale bouwhoogte van 9 m is opgenomen. [verzoekers] hebben naar aanleiding van het ontwerpplan, dat voorzag in een maximale bouwhoogte van 10 m, een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend en stellen dat potentiële kopers door de gewijzigd vastgestelde maximale bouwhoogte afzien van de koop van de te bouwen woningen. De raad heeft de bij amendement gewijzigde vaststelling onvoldoende gemotiveerd en de belangen van [verzoekers] niet afgewogen, zo stellen zij.
2.4. Uit de gedingstukken is niet gebleken welke motivering, waaronder een verantwoording over de afweging van de belangen van [verzoekers], aan de ten opzichte van het ontwerp gewijzigde maximale bouwhoogte van 10 m naar 9 m ten grondslag ligt. Schorsing van het bestemmingsplan en het exploitatieplan leidt er evenwel niet toe dat de door [verzoekers] gewenste bouwplannen kunnen worden gerealiseerd. Een voorlopige voorziening die dat mogelijk zou maken is, behoudens uitzonderlijke omstandigheden, te verstrekkend. Deze omstandigheden doen zich hier niet voor. Daarbij neemt de voorzitter in aanmerking dat tegen de in het ontwerp opgenomen maximale bouwhoogte door omwonenden zienswijzen zijn ingediend. Bovendien zijn meerdere beroepen tegen de vaststelling van het plan ingediend en keert een van de indieners zich tegen een bouwhoogte van 10 m.
2.5. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. W.D.M. van Diepenbeek, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R.P.F. Boermans, ambtenaar van staat.
w.g. Van Diepenbeek w.g. Boermans
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 27 september 2011
429-653.