ECLI:NL:RVS:2011:BU4539
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W.D.M. van Diepenbeek
- M.P.J.M. van Grinsven
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake revisievergunning voor akkerbouwbedrijf met rundveehouderij te Clinge
Op 24 mei 2011 verleende het college van burgemeester en wethouders van Hulst een revisievergunning voor een akkerbouwbedrijf met rundveehouderij op een perceel te Clinge. Dit besluit werd op 2 juni 2011 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit hebben verzoekers, wonend te Clinge, op 10 juni 2011 beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. De behandeling van het verzoek vond plaats op 24 oktober 2011, waarbij verzoekers en het college vertegenwoordigd waren.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen. De voorzitter merkte op dat de bezwaren van verzoekers vooral betrekking hadden op verkeersonveiligheid en schade die voortvloeide uit de ontsluiting van de inrichting via de Teerlingstraat. Het college had in het bestreden besluit gesteld dat verkeersveiligheid en schade geen aspecten zijn waarop de Wet milieubeheer betrekking heeft. De voorzitter concludeerde dat deze aspecten geen rol konden spelen bij de beoordeling van de vergunning op grond van de Wet milieubeheer.
Daarnaast werd opgemerkt dat andere vergunningen, zoals een inritvergunning, mogelijk nodig zijn, maar dat dit niet aan de orde was in deze procedure. De voorzitter achtte de gevolgen van de ontsluiting voor het milieu, zoals geluid- en stofhinder, niet aannemelijk gemaakt door verzoekers. Gelet op deze overwegingen werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak werd openbaar gedaan op 7 november 2011, waarbij de voorzitter en de ambtenaar van staat aanwezig waren.