ECLI:NL:RVS:2011:BU6325

Raad van State

Datum uitspraak
30 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201011421/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Th.C. van Sloten
  • A.J. Soede
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen bestemmingsplan 'Mölnbekke' niet-ontvankelijk verklaard

In deze zaak heeft de Raad van State op 30 november 2011 uitspraak gedaan over het beroep van een appellant tegen het bestemmingsplan 'Mölnbekke', vastgesteld door de raad van de gemeente Dinkelland op 12 oktober 2010. De appellant, wonend te Agelo, heeft op 29 november 2010 beroep ingesteld tegen dit besluit. De raad heeft hierop een verweerschrift ingediend en de zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer. De zitting vond plaats op 2 november 2011, waar de appellant in persoon verscheen, terwijl de raad werd vertegenwoordigd door G.J. Preuter-Brunnekreef.

De Raad van State overwoog dat het bestemmingsplan voorziet in de herontwikkeling van het gebied rond de voormalige houtzagerij Oude Hengel in Ootmarsum, met de mogelijkheid tot woningbouw. De raad van de gemeente Dinkelland stelde dat de appellant niet-ontvankelijk verklaard diende te worden, omdat hij geen belanghebbende zou zijn bij het bestemmingsplan. Volgens de Wet ruimtelijke ordening kan alleen een belanghebbende beroep instellen tegen een besluit omtrent de vaststelling van een bestemmingsplan. De appellant had tot 1 januari 2011 een pachtcontract voor een stuk grond grenzend aan het plangebied, maar was na deze datum geen pachter meer.

De Raad van State concludeerde dat de appellant op het moment van indienen van het beroep wel een belang had, maar dat dit belang verloren was gegaan door de beëindiging van de pacht. De financiële vergoeding die de appellant van de gemeente zou ontvangen bij een bestemmingswijziging, maakte hem niet tot belanghebbende. De Raad van State oordeelde dat de appellant geen schade had geleden en dat er geen ander belang was dat hem zou kwalificeren als belanghebbende. Daarom werd het beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

201011421/1/R1.
Datum uitspraak: 30 november 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Agelo, gemeente Dinkelland,
en
de raad van de gemeente Dinkelland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 12 oktober 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "Mölnbekke" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 29 november 2010, beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 2 november 2011, waar [appellant], in persoon, en de raad, vertegenwoordigd door G.J. Preuter-Brunnekreef, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het bestemmingsplan voorziet in de herontwikkeling van het gebied rond de voormalige houtzagerij Oude Hengel aan de Oldenzaalsestraat in het zuidwesten van Ootmarsum, onder meer door de bouw van woningen mogelijk te maken.
2.2. De raad stelt zich op het standpunt dat het beroep van [appellant] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard omdat hij geen belanghebbende is bij het bestemmingsplan.
2.2.1. Ingevolge artikel 8.2, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) kan een belanghebbende bij de Afdeling beroep instellen tegen een besluit omtrent vaststelling van een bestemmingsplan.
Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
2.2.2. De wetgever heeft deze eis gesteld teneinde te voorkomen dat een ieder, in welke hoedanigheid ook, of een persoon met slechts een verwijderd of indirect belang als belanghebbende zou moeten worden beschouwd en beroep zou kunnen instellen. Om als belanghebbende in de zin van de Awb te kunnen worden aangemerkt, dient een natuurlijk persoon een voldoende objectief en actueel, eigen, persoonlijk belang te hebben dat rechtstreeks wordt geraakt door het bestreden besluit. Niettemin kan door feitelijke ontwikkelingen na het indienen van het beroep het belang bij beoordeling van het bestreden besluit verloren gaan, bijvoorbeeld door verhuizing of verlies van eigendom.
2.2.3. [appellant] pachtte tot 1 januari 2011 een stuk grond direct grenzend aan het plangebied. Nu de beroepstermijn eindigde op 3 december 2010 en [appellant] op dat moment nog pachter was van het stuk grond, had [appellant] een belang bij het instellen van beroep en kan hij in zoverre aangemerkt worden als belanghebbende bij het bestemmingsplan.
[appellant] is met ingang van 1 januari 2011 evenwel geen pachter meer van het stuk grond. De omstandigheid dat [appellant], zoals hij heeft gesteld, van de gemeente een financiële vergoeding ontvangt als de grond in het plangebied als gevolg van een bestemmingswijziging bouwgrond zou worden, maakt niet dat [appellant] als belanghebbende bij het bestemmingsplan kan worden aangemerkt. Voorts heeft hij in zijn beroepschrift noch ter zitting gesteld schade te hebben geleden als gevolg van het bestemmingsplan. Ook anderszins is niet gebleken van enig belang dat [appellant] zou hebben bij de beoordeling van het bestemmingsplan. Gelet hierop is het beroep van [appellant] niet-ontvankelijk.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Soede, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten w.g. Soede
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 30 november 2011
270-728.