ECLI:NL:RVS:2011:BU7079

Raad van State

Datum uitspraak
7 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200909925/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Th.C. van Sloten
  • A.J. Soede
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Sorghvliet en de rechtsgeldigheid van de gemeentelijke besluitvorming

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 7 december 2011 uitspraak gedaan over het bestemmingsplan "Sorghvliet" dat door de raad van de gemeente Veendam was vastgesteld op 28 september 2009. Adelaar Projectontwikkeling B.V. heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, omdat zij van mening was dat de motivering van de raad onvoldoende was en dat er geen afweging was gemaakt van alle betrokken belangen. De Afdeling heeft in een tussenuitspraak van 17 november 2010 de raad opgedragen om het besluit te herstellen, omdat het in strijd was met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De raad heeft vervolgens het besluit nader gemotiveerd, maar Adelaar Projectontwikkeling B.V. was van mening dat de nieuwe motivering nog steeds niet voldeed.

De Afdeling heeft overwogen dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat er geen behoefte was aan een kantoorbestemming, gezien de leegstand van kantoorpanden in Veendam. Ook heeft de raad terecht het provinciaal en gemeentelijk beleid in acht genomen bij de beoordeling van de woonbestemming. De Afdeling heeft vastgesteld dat de raad de belangen van Adelaar Projectontwikkeling B.V. voldoende heeft betrokken in zijn afwegingen en dat de bestemming "Maatschappelijk" passend is voor het perceel aan de Kleine Vaartlaan 51.

Uiteindelijk heeft de Afdeling het beroep van Adelaar Projectontwikkeling B.V. gegrond verklaard, maar heeft zij de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand gelaten, omdat de raad alsnog een toereikende motivering had gegeven. De raad is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van Adelaar Projectontwikkeling B.V. en het griffierecht. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij gemeentelijke besluiten en de noodzaak om alle betrokken belangen in overweging te nemen.

Uitspraak

200909925/1/R1.
Datum uitspraak: 7 december 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Adelaar Projectontwikkeling B.V., gevestigd te Hoogeveen,
en
de raad van de gemeente Veendam,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 28 september 2009, nummer 586d / SO, heeft de raad het bestemmingsplan "Sorghvliet" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft Adelaar Projectontwikkeling B.V. bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 22 december 2009, beroep ingesteld. Het beroep is aangevuld bij brief van 19 januari 2010.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
Adelaar Projectontwikkeling B.V. heeft nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 oktober 2010, waar Adelaar Projectontwikkeling B.V., vertegenwoordigd door
mr. I. van der Meer, advocaat te Leeuwarden, en [directeur], en de raad, vertegenwoordigd door ing. H.J. Smaal, wethouder bij de gemeente, en P.M. Emmelkamp-de Raad, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Bij tussenuitspraak van 17 november 2010, nr.
200909925/1/T1/R1, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen drie maanden na de verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 28 september 2009, nummer 586d / SO, te herstellen.
Bij brief van 2 februari 2011, bij de Raad van State ingekomen op 3 februari 2011, heeft de raad aangegeven het gebrek in het besluit van 28 september 2009, nummer 586d / SO, op 31 januari 2011 te hebben hersteld.
Bij brief van 11 februari 2011 is Adelaar Projectontwikkeling B.V. in de gelegenheid gesteld haar zienswijze over de wijze waarop het gebrek is hersteld naar voren te brengen. Adelaar Projectontwikkeling B.V. heeft bij brief van 2 maart 2011 een zienswijze naar voren gebracht.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
2. Overwegingen
2.1. De Afdeling heeft bij de tussenuitspraak overwogen dat het besluit van 28 september 2009, nummer 586d / SO, inhoudende de vaststelling van het bestemmingsplan "Sorghvliet", in strijd is met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), doordat geen afweging is gemaakt van alle betrokken belangen en de gekozen bestemming voor het perceel aan de Kleine Vaartlaan 51 niet toereikend is gemotiveerd.
Bij de tussenuitspraak heeft de Afdeling de raad opgedragen om:
- het besluit van 28 september 2009, nummer 586d / SO, te herstellen door ten aanzien van het perceel van Adelaar Projectontwikkeling B.V. een afweging te maken van de betrokken belangen en aan de hand van die afweging het besluit van 28 september 2009 in zoverre te heroverwegen door dit alsnog toereikend te motiveren dan wel dat besluit in zoverre te wijzigen door vaststelling van een andere planregeling;
- de uitkomst aan de Afdeling mede te delen.
2.2. De raad heeft naar aanleiding van de tussenuitspraak het besluit nader gemotiveerd.
Ten aanzien van een kantoorbestemming motiveert de raad dat er reeds veel leegstand is in kantoorpanden in Veendam. Concentratie van kantoren is gewenst in het centrum en in de periferie van de bedrijventerreinen. De Kleine Vaartlaan ligt in een woonwijk en een solitair kantoorgebouw past daar volgens de raad niet binnen.
Wat betreft een woonbestemming stelt de raad zich op het standpunt dat deze niet aan de orde is, gelet op het provinciaal beleid en het daaruit voortvloeiende gemeentelijke beleid. Het toevoegen van nieuwe woningbouwlocaties is slechts zeer beperkt mogelijk vanwege de provinciale contingenten die reeds verdeeld zijn, aldus de raad. Daarnaast is er voldoende woningaanbod in Veendam. Het toevoegen van koopappartementen is niet in het belang van een goede ruimtelijke ordening en volkshuisvesting.
De raad acht de bestemming "Maatschappelijk" passend, omdat binnen die bestemming nog sprake is van een groeimarkt en de locatie zeer geschikt is voor deze bestemming. De mogelijkheden binnen deze bestemming zijn zeer ruim, zo is bijvoorbeeld een dansschool mogelijk. Gelet op de ligging tussen een zorgcentrum en een verpleeginrichting, met daartussen twee wooncomplexen voor senioren en een seniorenflat past een maatschappelijke functie hier goed. Ook is de locatie goed ten opzichte van de woonzorgzone die rondom het zorgcentrum wordt gehanteerd. Doel van deze fysieke woonzorgzones is om daarbinnen een concentratie van woonzorg gerelateerde functies te krijgen.
De raad komt Adelaar Projectontwikkeling B.V., naar eigen zeggen, tegemoet door een veelheid aan combinatiemogelijkheden binnen de bestemming "Maatschappelijk" te bieden. Ook benadrukt de raad dat hij Adelaar Projectontwikkeling B.V. reeds twee maal eerder tegemoet wilde komen met het aanbod de locatie tegen aankoop- en financieringskosten van haar te kopen, hetgeen Adelaar Projectontwikkeling B.V. niet heeft aangenomen.
2.3. Adelaar Projectontwikkeling B.V. betoogt in haar zienswijze dat de motivering van de raad niet voldoende is. De raad heeft haar verzoek ten onrechte opgevat als een verzoek om kantoorruimte, terwijl zij een zo breed mogelijke bedrijfsbestemming heeft verzocht, die in elke wijk aanvaardbaar is. Het is haar onduidelijk waarom een kantoor niet past binnen de omgeving, maar een dansschool of een maatschappelijk kantoor wel. Dat de raad het toevoegen van nieuwe woningbouwlocaties zeer beperkt mogelijk acht, vat Adelaar Projectontwikkeling B.V. op als dat de mogelijkheid wel bestaat. Daarnaast heeft zij nooit verzocht om appartementen, dit is een interpretatie van de raad. Adelaar Projectontwikkeling B.V. acht de genoemde dansschool ruimtelijk onlogisch, nu dit volgens haar een grotere ruimtelijke impact heeft op de woonwijk dan een kantoor of een woning. De wijze van aansluiten op de bestaande zorgvoorzieningen vindt zij te vergezocht.
2.4. Aan het perceel is de bestemming "Maatschappelijk" toegekend en het heeft voor een gedeelte de aanduiding "horeca".
Ingevolge artikel 10, eerste lid, van de planregels zijn de voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden bestemd voor:
a. maatschappelijke voorzieningen;
b. bestaande dienstwoningen;
c. (zorg)woningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "wonen";
c. (lees: d.) verkeer en verblijf;
d. (lees: e.) openbare nutsvoorzieningen;
e. (lees: f.) groenvoorzieningen en water;
en tevens voor:
g. bestaande horeca, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "horeca"
Ingevolge artikel 1, onder hh, wordt onder maatschappelijke voorzieningen verstaan, educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen, sportvoorzieningen en recreatieve voorzieningen, kinderopvang en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
2.5. De Afdeling overweegt dat de raad de afweging in het kader van de tussenuitspraak heeft kunnen beperken tot de in het beroepschrift door Adelaar Projectontwikkeling B.V. gespecificeerde mogelijkheden. Gelet op de niet door Adelaar Projectontwikkeling B.V. bestreden omstandigheid dat in Veendam al veel kantoorpanden leegstaan, heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat aan een kantoorbestemming ter plaatse geen behoefte bestaat. Verder heeft de raad bij de vraag of een woonbestemming passend is niet alleen het provinciaal en gemeentelijk beleid betrokken, maar ook dat het woningaanbod in Veendam voldoende is, hetgeen Adelaar Projectontwikkeling B.V. niet heeft bestreden. Reeds hierom heeft de raad een kantoor- of woonbestemming in redelijkheid niet gewenst kunnen achten.
Met de enkele opmerking van Adelaar Projectonwikkeling B.V. dat zij de aansluiting op bestaande zorgvoorzieningen vergezocht acht, heeft zij niet aannemelijk gemaakt dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat maatschappelijke voorzieningen gelet op de in de omgeving aanwezige zorgvoorzieningen passend zijn. Verder biedt de bestemming "Maatschappelijk", gelet op het bepaalde in artikel 10, eerste lid, en artikel 1, onder hh, van de planregels, een grote verscheidenheid aan mogelijkheden, zodat de raad ervan heeft kunnen uitgaan dat deze bestemming kan worden verwezenlijkt.
De Afdeling ziet in hetgeen is aangevoerd geen grond voor de conclusie dat de belangen van Adelaar Projectontwikkeling B.V. op onvoldoende wijze bij de afweging zijn betrokken. De raad heeft daarbij mogen betrekken dat hij om aan het belang van Adelaar Projectontwikkeling B.V. tegemoet te komen heeft aangeboden de locatie tegen aankoop- en financieringskosten te kopen.
In het aangevoerde is geen aanleiding gelegen om terug te komen van de beslissing in de tussenuitspraak over het betoog over de bestemming "Detailhandel".
Gelet op het voorgaande ziet de Afdeling thans geen aanleiding voor het oordeel dat de raad niet in redelijkheid tot de gekozen wijze van bestemmen heeft kunnen komen.
2.6. Gelet op hetgeen is overwogen in rechtsoverweging 2.8 van de tussenuitspraak berust het bestreden besluit niet op een deugdelijke motivering. Het beroep van Adelaar Projectontwikkeling B.V. is gegrond. Het bestreden besluit, wat betreft het perceel van Adelaar Projectontwikkeling B.V. aan de Kleine Vaartlaan 51, dient wegens strijd met artikel 3:46 van de Awb te worden vernietigd.
2.7. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen heeft de raad alsnog een afweging gemaakt van de betrokken belangen en het bestreden besluit alsnog toereikend gemotiveerd. De Afdeling zal daarom met toepassing van artikel 8:72, derde lid, van de Awb bepalen dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit, wat betreft het perceel van Adelaar Projectontwikkeling B.V. aan de Kleine Vaartlaan 51, in stand blijven.
2.7.1. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Adelaar Projectontwikkeling B.V. gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Veendam van 28 september 2009, nummer 586d / SO, voor zover betrekking hebbend op het perceel van Adelaar Projectontwikkeling B.V. aan de Kleine Vaartlaan 51;
III. bepaalt dat de rechtsgevolgen van dat besluit in stand blijven voor zover betrekking hebbend op het perceel van Adelaar Projectontwikkeling B.V. aan de Kleine Vaartlaan 51;
IV. veroordeelt de raad van de gemeente Veendam tot vergoeding van bij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Adelaar Projectontwikkeling B.V. in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1140,75 (zegge: elfhonderdveertig euro en vijfenzeventig cent), waarvan € 1092,50 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
V. gelast dat de raad van de gemeente Veendam aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Adelaar Projectontwikkeling B.V. het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 297,00 (zegge: tweehonderdzevenennegentig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Soede, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten w.g. Soede
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 7 december 2011
270-673.