ECLI:NL:RVS:2011:BU7885

Raad van State

Datum uitspraak
8 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201112111/2/H1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
  • A.M.L. Hanrath
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering bouwvergunning en ontheffing voor verbouwing schuur tot eetgelegenheid in Schin op Geul

In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Valkenburg aan de Geul op 24 augustus 2010 een besluit genomen waarbij het verzoek van [wederpartij] om ontheffing en een bouwvergunning voor de verbouwing van een schuur tot eetgelegenheid en het realiseren van parkeergelegenheid op het perceel [locatie] te Schin op Geul is geweigerd. Tegen deze weigering heeft [wederpartij] beroep ingesteld bij de rechtbank Maastricht, die op 10 oktober 2011 het beroep gegrond verklaarde, het besluit van het college vernietigde en het college opdroeg binnen zes weken een nieuw besluit te nemen.

Het college heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 1 december 2011 behandeld. Het college voerde aan dat het noodzakelijk was om de termijn voor het nemen van een nieuw besluit te verlengen om te voorkomen dat dwangsommen verbeurd zouden worden op grond van de Wet Dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Het college gaf aan dat het voornemens was medewerking te verlenen aan het bouwplan, maar dat er vrijstelling of herziening van het bestemmingsplan nodig was.

De voorzitter overwoog dat er geen spoedeisende belangen waren die nopen tot een snelle uitvoering van de uitspraak van de rechtbank. De voorzitter besloot daarom de termijn voor het nemen van een nieuw besluit te verlengen tot 15 april 2012. Dit besluit werd op 8 december 2011 openbaar uitgesproken. De voorzitter concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201112111/2/H1.
Datum uitspraak: 8 december 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
het college van burgemeester en wethouders van Valkenburg aan de Geul,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 10 oktober 2011 in zaak nr. 10/1465 in het geding tussen:
[wederpartij]
en
het college.
1. Procesverloop
Bij besluit van 24 augustus 2010 heeft het college geweigerd aan [wederpartij] ontheffing en een bouwvergunning te verlenen voor het verbouwen van een schuur tot eetgelegenheid en het realiseren van parkeergelegenheid op het perceel [locatie] te Schin op Geul.
Bij uitspraak van 10 oktober 2011, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het door [wederpartij daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit vernietigd en bepaald dat het college binnen zes weken na verzending van de uitspraak een nieuw besluit dient te nemen met inachtneming van deze uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft het college bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 21 november 2011, hoger beroep ingesteld.
Bij deze brief heeft het college de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 1 december 2011, waar het college, vertegenwoordigd door mr. G.A.M.C. Goossens, werkzaam bij de gemeente, en [wederpartij, vergezeld door haar echtgenoot, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het college verzoekt de termijn, waarbinnen met inachtneming van de uitspraak van de rechtbank een nieuw besluit op de aanvraag dient te worden genomen, bij wijze van voorlopige voorziening te verlengen ter voorkoming van het verbeuren van dwangsommen op grond van de Wet Dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Hiertoe voert het aan dat het voornemens is medewerking te verlenen aan het bouwplan, maar dat, om een bouwvergunning te kunnen verlenen, vrijstelling met toepassing van artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening dan wel herziening van het bestemmingsplan noodzakelijk is. Gelet op de noodzakelijk te voeren planologische procedure en daarmee gepaard gaande wettelijke termijnen is het niet mogelijk binnen een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak een nieuw besluit te nemen. Indien binnen de gestelde termijn een nieuw besluit moet worden genomen, zou de aanvraag opnieuw moeten worden geweigerd, aldus het college.
2.3. Het college heeft te kennen gegeven dat een herziening van het geldende bestemmingsplan in voorbereiding is, waarin op het perceel [locatie] binnen de woonbestemming in de subbestemmingen "daghoreca" en "parkeren" zal worden voorzien. Hierdoor zal het bouwplan volgens het college niet langer in strijd zijn met het bestemmingsplan. Het ontwerp-bestemmingsplan zal op 8 december 2011 ter inzage worden gelegd en de vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad zal naar verwachting eind maart 2012 plaatsvinden, aldus het college.
2.4. Nu niet is gebleken van belangen die nopen tot het spoedig gevolg geven aan de aangevallen uitspraak ziet de voorzitter in het vorenstaande aanleiding op na te melden wijze een voorlopige voorziening te treffen.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat de termijn voor het nemen van een nieuw besluit met inachtneming van de uitspraak van de rechtbank wordt verlengd tot 15 april 2012.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, ambtenaar van staat.
w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek w.g. Hanrath
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 8 december 2011
392.