ECLI:NL:RVS:2012:BV6583
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- F.J. Boonstra
- J. Quak
- L. Hoogenstein
- H. Denters
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake vergunningen voor visserijactiviteiten in het IJsselmeer
Op 17 februari 2012 deed de Raad van State uitspraak in een zaak over vergunningen voor visserijactiviteiten in het IJsselmeer. Het college van gedeputeerde staten van Fryslân had op 1 juli 2011 vergunningen verleend aan de Coöperatieve Producentenorganisatie Nederlandse Vissersbond IJsselmeer U.A. en enkele andere belanghebbenden voor het beroepsmatig uitoefenen van visserij in het IJsselmeer tot 1 juli 2012. Sportvisserij Nederland, als verzoekster, maakte bezwaar tegen deze besluiten en vroeg om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State behandelde het verzoek op 3 februari 2012.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat de vergunningen aan de andere belanghebbenden waren ingetrokken omdat zij zich hadden aangesloten bij de Vissersbond. De voorzitter oordeelde dat de voorlopige voorzieningsprocedure niet geschikt is voor een diepgaande beoordeling van de gevolgen van de vergunde visserijactiviteiten voor het Natura 2000-gebied IJsselmeer. Sportvisserij Nederland vreesde dat de activiteiten van de Vissersbond onomkeerbare schade zouden toebrengen aan de visstand en de vogelstand in het gebied. De voorzitter benadrukte dat deze zorgen in de bodemprocedure verder beoordeeld moeten worden.
De uitspraak van de voorzitter had een voorlopig karakter en was niet bindend voor de bodemprocedure. De voorzitter concludeerde dat de vraag of een voorlopige voorziening getroffen moest worden met betrekking tot de vergunning van de Vissersbond, zoals deze gold na het besluit van 31 januari 2012, centraal stond. De zaak illustreert de spanningen tussen visserijbelangen en natuurbescherming in het IJsselmeer.