ECLI:NL:RVS:2012:BV8056

Raad van State

Datum uitspraak
7 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201108807/1/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.C. Kranenburg
  • M. Vogel-Carprieaux
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen vaststelling bestemmingsplan 'Kom Varsseveld 2010'

Op 23 juni 2011 heeft de raad van de gemeente Oude IJsselstreek het bestemmingsplan 'Kom Varsseveld 2010' vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de appellant, wonend te Varsseveld, op 16 augustus 2011 beroep ingesteld bij de Raad van State. De raad heeft een verweerschrift ingediend en de appellant heeft nadere stukken ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer. De behandeling vond plaats op 1 februari 2012, waarbij de appellant werd bijgestaan door mr. N.P. Aanen-Mackintosh en de raad werd vertegenwoordigd door G.T. ten Brinke en drs. E.A. Duijnstée, beiden werkzaam bij de gemeente.

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de appellant geen zienswijze tegen het ontwerpplan heeft ingediend. Volgens artikel 8.2, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, in samenhang met artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht, kan een belanghebbende slechts beroep instellen tegen de vaststelling van een bestemmingsplan voor zover dit beroep betrekking heeft op plandelen, regels of aanduidingen die in een tegen het ontwerpplan naar voren gebrachte zienswijze zijn bestreden. De appellant heeft niet aangetoond dat hij redelijkerwijs niet in staat was om een zienswijze in te dienen.

De Afdeling concludeert dat de appellant niet in een nadeliger positie is gebracht door de wijzigingen in het bestemmingsplan ten opzichte van het ontwerpplan. De beroepsgrond van de appellant, die tijdens de zitting naar voren werd gebracht, werd niet meegenomen in de beoordeling omdat deze niet eerder was ingediend. Uiteindelijk heeft de Afdeling het beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 7 maart 2012.

Uitspraak

201108807/1/R2.
Datum uitspraak: 7 maart 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Varsseveld, gemeente Oude IJsselstreek,
appellant,
en
de raad van de gemeente Oude IJsselstreek,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 23 juni 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Kom Varsseveld 2010" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 16 augustus 2011, beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant] heeft nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 1 februari 2012, waar [appellant], bijgestaan door mr. N.P. Aanen-Mackintosh, en de raad, vertegenwoordigd door G.T. ten Brinke en drs. E.A. Duijnstée, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het plan voorziet onder meer in de bestemming "Bedrijventerrein" voor het gebied Hofskamp-Oost.
Ontvankelijkheid
2.1.1. [appellant] heeft geen zienswijze tegen het ontwerpplan naar voren gebracht.
Ingevolge artikel 8.2, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, gelezen in samenhang met artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht, kan door een belanghebbende slechts beroep worden ingesteld tegen het besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan, voor zover dit beroep de vaststelling van plandelen, regels of aanduidingen betreft die de belanghebbende in een tegen het ontwerpplan naar voren gebrachte zienswijze heeft bestreden.
Dit is slechts anders indien een belanghebbende redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij ter zake geen zienswijze naar voren heeft gebracht. Deze omstandigheid doet zich niet voor. Weliswaar heeft de raad het plan gewijzigd vastgesteld ten opzichte van het ontwerpplan door het opnemen van een maximumoppervlakte voor bouwpercelen met de bestemming "Bedrijventerrein" en het opnemen van een mogelijkheid daar van af te wijken, maar gesteld noch gebleken is dat [appellant] daardoor in een nadeliger positie is gebracht. Daartoe is van belang dat het ontwerpplan niet voorzag in een begrenzing van de oppervlakte van bouwpercelen. De in het voorliggende plan opgenomen begrenzing van de oppervlakte van bouwpercelen en de voorwaarden waaronder uitbreiding van de oppervlakte bij omgevingsvergunning kan worden toegestaan, bieden dan ook meer bescherming dan de regeling in het ontwerpplan. Volgens de raad valt een biovergistingsinstallatie binnen milieucategorie 3.2. [appellant] heeft dit niet weersproken. Zowel in het ontwerpplan als in het voorliggende plan zijn op het bedrijventerrein bedrijven tot en met milieucategorie 4.1 toegestaan. Derhalve is [appellant] hierdoor evenmin in een nadeliger positie gebracht.
Ter zitting heeft [appellant] aangevoerd dat haar beroep tevens is gericht tegen de gewijzigde vaststelling van het plan, voor zover daarbij een grotere hoogte voor silo's is toegestaan. [appellant] heeft deze grond niet opgenomen in haar beroepschrift. Nu [appellant] dit eerst ter zitting heeft aangevoerd, dient het met het oog op een goede procesorde buiten beschouwing te worden gelaten. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat [appellant] geen bijzondere omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan van haar redelijkerwijs niet kon worden verlangd dat zij dit punt eerder naar voren had gebracht.
Deze beroepsgrond kan derhalve niet bij de beoordeling van het bestreden besluit worden betrokken.
2.2. Gelet op het voorgaande is het beroep van [appellant]
niet-ontvankelijk.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. J.C. Kranenburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M. Vogel-Carprieaux, ambtenaar van staat.
w.g. Kranenburg w.g. Vogel-Carprieaux
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 7 maart 2012
458-726.