ECLI:NL:RVS:2012:BV8788
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- W. van Hardeveld
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen verlenging huisverbod door burgemeester van Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 5 april 2011, waarin het beroep tegen de verlenging van een huisverbod door de burgemeester van Den Haag ongegrond werd verklaard. Het huisverbod was oorspronkelijk opgelegd op 29 augustus 2010 en op 8 september 2010 met achttien dagen verlengd. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester terecht had gehandeld en dat het huisverbod gerechtvaardigd was.
[appellant] stelde in hoger beroep dat hij geen bewoner van de woning was, maar dit argument was voor het eerst in hoger beroep aangevoerd. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat dit argument niet kon leiden tot een andere uitkomst, aangezien het hoger beroep gericht was tegen de uitspraak van de rechtbank en er geen reden was om aan te nemen dat het argument niet eerder kon worden aangevoerd.
De Afdeling bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 14 maart 2012, waarbij de beslissing werd genomen in naam der Koningin.