ECLI:NL:RVS:2012:BV8816
Raad van State
- Hoger beroep
- M.G.J. Parkins-de Vin
- C.J.M. Schuyt
- A.B.M. Hent
- Rechtspraak.nl
Wraking van de staatsraad in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak hebben [appellant sub 1] en [appellant sub 2] op 24 februari 2012 bij de Raad van State een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. W.D.M. van Diepenbeek, die als staatsraad fungeerde bij de behandeling van hun verzoek om een voorlopige voorziening in zaak nr. 201113333/2. De wrakingsprocedure vond plaats op 6 maart 2012, waar [appellant sub 1] persoonlijk en [appellant sub 2], vertegenwoordigd door mr. J.S. Leenstra, werden gehoord. De staatsraad heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zich te verdedigen tegen het wrakingsverzoek.
De appellanten voerden aan dat de staatsraad hen tijdens de zitting van 22 februari 2012 niet de gelegenheid heeft geboden om hun pleitnotitie voor te dragen, wat volgens hen hun recht op een eerlijk proces heeft geschaad. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overweegt dat wraking alleen kan worden toegewezen bij een flagrante schending van de procesorde of fundamentele rechtsbeginselen. De voorzitter van de zitting heeft de orde bepaald en de Afdeling concludeert dat er geen aanwijzingen zijn dat de staatsraad partijdig of vooringenomen was.
De Afdeling wijst het wrakingsverzoek af, omdat de argumenten van de appellanten onvoldoende zijn om aan te nemen dat de staatsraad niet onpartijdig zou zijn. De beslissing werd op 14 maart 2012 openbaar uitgesproken, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de verzoeken tot wraking afwees.