ECLI:NL:RVS:2012:BW1541

Raad van State

Datum uitspraak
2 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201112659/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke procedure tegen bestemmingsplan Hernesseroord

Op 2 april 2012 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door [verzoeksters] op 2 december 2011, in het kader van een beroep tegen het besluit van de raad van de gemeente Middelharnis, dat op 6 oktober 2011 het bestemmingsplan 'Hernesseroord' had vastgesteld. Tijdens de zitting op 21 maart 2012 trok [een der verzoeksters] het verzoek om een voorlopige voorziening in. De raad verzocht de voorzitter om [een der verzoeksters] te veroordelen in de proceskosten die waren gemaakt.

De voorzitter overwoog dat, volgens artikel 8:84, vierde lid, in samenhang met artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten indien het verzoek om een voorlopige voorziening wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener. De voorzitter stelde vast dat de raad niet had verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening en dus niet de indiener van het verzoekschrift was. Hierdoor was niet voldaan aan de vereisten van artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb.

Op basis van deze overwegingen werd het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen. De voorzitter deed recht in naam der Koningin en wees het verzoek af. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 2 april 2012.

Uitspraak

201112659/2/R4.
Datum uitspraak: 2 april 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak op het verzoek van:
de raad van de gemeente Middelharnis,
verzoeker,
om proceskostenveroordeling in geval van intrekking van een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)).
1. Procesverloop
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 2 december 2011, hebben [verzoeksters] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen hangende het beroep dat onder meer [een der verzoeksters] heeft ingesteld tegen het besluit van 6 oktober 2011 waarbij de raad het bestemmingsplan "Hernesseroord" heeft vastgesteld.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 21 maart 2012, waar [een der verzoeksters], vertegenwoordigd door mr. J.A. Huijgen, advocaat te Den Haag, en de raad, vertegenwoordigd, mr. M. Bekooy, advocaat te Zwolle, ing. A. van den Berg, M. Villerius en L.J.M. Kenter, zijn verschenen.
Voorts is ter zitting de Stichting Zuidwester, vertegenwoordigd door mr. M. Bekooy, advocaat te Zwolle, en [belanghebbende], als partij gehoord.
Ter zitting op 21 maart 2012 heeft [een der verzoeksters] het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening ingetrokken. De raad heeft de voorzitter verzocht [een der verzoeksters] te veroordelen in de bij hem opgekomen proceskosten.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 8:84, vierde lid, gelezen in samenhang met artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb kan, in geval van intrekking van het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het verzoekschrift is tegemoetgekomen, dat bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 in de kosten worden veroordeeld.
2.2. De raad heeft niet verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening en is mitsdien niet de indiener van het verzoekschrift. Derhalve is niet voldaan aan het vereiste in artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Awb.
2.3. Het verzoek dient te worden afgewezen.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. W.D.M. van Diepenbeek, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. A. Bijleveld, ambtenaar van staat.
w.g. Van Diepenbeek w.g. Bijleveld
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 2 april 2012
433.