ECLI:NL:RVS:2012:BW1545
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Lubberdink
- J.H. van der Winden
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen minister van Immigratie, Integratie en Asiel
Op 3 april 2012 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen een verzoek om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hadden ingediend. De aanvragen waren door de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel op 24 januari 2012 afgewezen. De vreemdelingen hebben hiertegen beroep aangetekend bij de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage, die op 22 februari 2012 de beroepen ongegrond verklaarde. De vreemdelingen hebben vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat zij tijdens de behandeling van het hoger beroep zouden worden uitgezet.
De voorzitter van de Raad van State heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang, zoals bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hij heeft geoordeeld dat de beoordeling van de grieven in hoger beroep nader onderzoek vereist, wat niet goed past in de huidige procedure. Daarom heeft hij besloten om de vreemdelingen niet uit te zetten totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep.
Daarnaast heeft de voorzitter de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdelingen hebben gemaakt in verband met hun verzoek. Het totale bedrag van de proceskosten is vastgesteld op € 437,00, dat geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 3 april 2012.