ECLI:NL:RVS:2012:BW1624

Raad van State

Datum uitspraak
3 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201201604/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • P.J.J. van Buuren
  • E.M. Ouwehand
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan en agrarisch loonbedrijf

Op 3 april 2012 vond een openbare zitting plaats bij de Raad van State, waar de voorzitter, Staatsraad mr. P.J.J. van Buuren, het verzoek om een voorlopige voorziening behandelde. Het verzoek was ingediend door [verzoekster], die een perceel in eigendom heeft tegenover de locatie waar een agrarisch loonbedrijf van [belanghebbende] gepland was. De raad van de gemeente Druten had op 15 december 2011 het bestemmingsplan 'Buitengebied, herziening [locatie]' vastgesteld, wat de basis vormde voor het verzoek van [verzoekster].

[Verzoekster] stelde dat de activiteiten van het loonbedrijf haar plannen voor de bouw van een woning met praktijk- en kantoorruimte zouden belemmeren. Ze verzocht om schorsing van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan, zodat de werkzaamheden van het loonbedrijf niet konden beginnen voordat de hoofdzaak was behandeld. De voorzitter overwoog dat het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 203' de door [verzoekster] gewenste bebouwing niet toestond en dat zij geen verzoek om planologische medewerking had ingediend bij het gemeentebestuur.

De voorzitter concludeerde dat het belang van [verzoekster] niet zo zwaarwegend was dat dit zou moeten prevaleren boven de belangen van een spoedige uitvoering van het bestemmingsplan. Bovendien werd op basis van een akoestisch rapport vastgesteld dat de vestiging van [belanghebbende] akoestisch verantwoord was. Daarom wees de voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening af. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201201604/2/R2.
Datum uitspraak: 3 april 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekster], wonend te [woonplaats], gemeente Geldermalsen,
en
de raad van de gemeente Druten,
verweerder.
Procesverloop
Openbare zitting gehouden op 3 april 2012 om 10:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. P.J.J. van Buuren voorzitter (vz.)
ambtenaar van staat: mr. E.M. Ouwehand
Verschenen:
De raad van de gemeente Druten, vertegenwoordigd door drs. S.J.P.T. Bindels, werkzaam bij de gemeente.
[belanghebbende], vertegenwoordigd door [gemachtigde].
Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van de gemeente Druten van 15 december 2011, waarbij de raad het bestemmingsplan "Buitengebied, herziening [locatie]" heeft vastgesteld. [verzoekster] heeft de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter
wijst het verzoek af.
Daartoe overweegt hij het volgende.
Met het plan is beoogd om een agrarisch loonbedrijf van [belanghebbende] planologisch mogelijk te maken aan de [locatie] te Afferden. [verzoekster], die een perceel in eigendom heeft aan de overkant van de [locatie], wenst op dit perceel een woning met praktijk- en kantoorruimte ten behoeve van haar accountant- en belastingadviespraktijk te realiseren. Zij stelt dat dit nagenoeg onmogelijk wordt door de werkzaamheden die het loonbedrijf zal gaan ontplooien. Zij beoogt een schorsing van het besluit tot vaststelling van het plan, teneinde te voorkomen dat in afwachting van de behandeling van de hoofdzaak met het realiseren van het loonbedrijf kan worden begonnen.
Vast staat dat het ter plaatse van de gronden van [verzoekster] geldende bestemmingsplan "Buitengebied 203" de door haar gewenste bebouwing niet toelaat. [verzoekster] heeft voorts geen verzoek om planologische medewerking ingediend bij het gemeentebestuur. Als zij daartoe overgaat bestaat er twijfel of daaraan - gelet op de situering in het buitengebied - medewerking zal worden verleend.
Gelet op het vorenoverwogene acht de voorzitter het belang van [verzoekster] bij het treffen van de gewenste voorlopige voorziening niet zo zwaarwegend dat dit dient te prevaleren boven de belangen die gemoeid zijn met een spoedige uitvoering van het plan. Hierbij neemt de voorzitter nog in aanmerking dat volgens het akoestisch rapport betreffende de geplande vestiging van [belanghebbende] de vestiging akoestisch verantwoord is.
Gezien het voorgaande ziet de voorzitter aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
w.g. Van Buuren w.g. Ouwehand
voorzitter ambtenaar van staat
224.