ECLI:NL:RVS:2012:BW3028

Raad van State

Datum uitspraak
18 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201109148/1/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • P.A. Offers
  • M. Kos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bouwvergunning en ontheffing voor duivenhok in strijd met bestemmingsplan

In deze zaak heeft de Raad van State op 18 april 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen van 13 juli 2011. Het geschil betreft de verlening van een ontheffing en bouwvergunning door het college van burgemeester en wethouders van Oldebroek voor het oprichten van een duivenhok op een perceel in de gemeente Oldebroek. Het college had op 2 september 2009 de vergunning verleend, maar [appellant] was het hier niet mee eens en heeft hiertegen beroep aangetekend.

De rechtbank heeft het beroep van [appellant] ongegrond verklaard, waarop hij hoger beroep heeft ingesteld bij de Raad van State. Tijdens de zitting op 29 maart 2012 heeft [appellant] zijn standpunt toegelicht, waarbij hij werd bijgestaan door K. de Wit. Het college werd vertegenwoordigd door G.J.W. van Hoorn en J. Tuitert. Ook [vergunninghouder] was aanwezig.

De Raad van State heeft overwogen dat het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan "Hattemerbroek Dorp 2005". Het college had ontheffing verleend op basis van de Wet ruimtelijke ordening, maar [appellant] betoogde dat de rechtbank had miskend dat het bouwplan ook in strijd is met de bestemming "Maatschappelijk M" en dat er een vergunning op grond van de Wet milieubeheer vereist was. De Raad van State oordeelde dat [appellant] in hoger beroep geen nieuwe argumenten had aangevoerd die de eerdere overwegingen van de rechtbank zouden weerleggen.

Uiteindelijk heeft de Raad van State het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin.

Uitspraak

201109148/1/A1.
Datum uitspraak: 18 april 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellanten], wonend te Hattemerbroek, gemeente Oldebroek, (hierna tezamen in enkelvoud: [appellant]),
tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen van 13 juli 2011 in zaken nrs. 10/141, 10/142 en 10/143 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Oldebroek.
1. Procesverloop
Bij besluit van 2 september 2009 heeft het college aan [vergunninghouder] ontheffing en bouwvergunning verleend voor het oprichten van een duivenhok op het perceel [locatie], kadastraal bekend gemeente Oldebroek, sectie […], nummer […] (hierna: het perceel).
Bij uitspraak van 13 juli 2011, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 22 augustus 2011, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 15 september 2011.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 29 maart 2012, waar [appellant], vertegenwoordigd door K. de Wit, en het college, vertegenwoordigd door G.J.W. van Hoorn en J. Tuitert, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is daar [vergunninghouder] gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan "Hattemerbroek Dorp 2005", nu het bouwvlak wordt overschreden. Het college heeft teneinde bouwvergunning te kunnen verlenen ontheffing verleend krachtens artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening in samenhang gelezen met artikel 4.1.1., eerste lid, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening.
2.2. Het betoog van [appellant] dat de rechtbank heeft miskend dat het bouwplan ook in strijd is met de ingevolge het bestemmingsplan op het perceel rustende bestemming "Maatschappelijk M", alsmede zijn betoog dat de rechtbank heeft miskend dat het college, gelet op de geluids- en stankoverlast als gevolg van de realisering van het duivenhok en de omstandigheid dat volgens hem een vergunning op grond van de Wet milieubeheer is vereist, in redelijkheid geen vrijstelling voor het bouwplan heeft kunnen verlenen, betreft een herhaling van hetgeen hij in beroep bij de rechtbank heeft aangevoerd. De rechtbank is hierop in de overwegingen van de aangevallen uitspraak ingegaan. [appellant] heeft in hoger beroep geen redenen aangevoerd waarom de door de rechtbank gegeven weerlegging van de desbetreffende beroepsgronden in de aangevallen uitspraak onjuist of onvolledig zou zijn. Er bestaat derhalve geen aanleiding voor vernietiging van de aangevallen uitspraak.
2.3. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. P.A. Offers, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M. Kos, ambtenaar van staat.
w.g. Offers w.g. Kos
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 18 april 2012
580.