ECLI:NL:RVS:2012:BW3032

Raad van State

Datum uitspraak
18 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201107275/1/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Th.C. van Sloten
  • A.P. de Rooy
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Ekenrooi te Waalre en de geschiktheid van bijgebouwen

In deze zaak gaat het om het bestemmingsplan "Ekenrooi" dat op 26 april 2011 door de raad van de gemeente Waalre is gewijzigd vastgesteld. [Appellant], wonend te Waalre, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld bij de Raad van State. Hij stelt dat het windscherm met afdak op zijn perceel ten onrechte niet past binnen de maximaal toegelaten oppervlakte aan bijgebouwen en dat het bouwvlak van zijn perceel ten onrechte is verkleind. De raad van de gemeente Waalre heeft in een verweerschrift aangegeven dat de oppervlakte van bijgebouwen maximaal 50 m² mag bedragen en dat het bouwvlak in het vastgestelde plan is vergroot tot 373 m². De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 10 april 2012 ter zitting behandeld, waarbij de raad vertegenwoordigd was door mr. S.R. Liebregts.

De Afdeling overweegt dat het windscherm met afdak, dat aan de garage is bevestigd, moet worden beschouwd als één vrijstaand bijgebouw. Aangezien de totale oppervlakte van de garage en het windscherm samen meer dan 50 m² bedraagt, is het standpunt van de raad dat de maximaal toegelaten oppervlakte voor bijgebouwen 50 m² is, niet onredelijk. De Afdeling wijst erop dat de vraag of een bouwwerk omgevingsvergunningvrij kan worden gebouwd, niet in het bestemmingsplan wordt geregeld, maar op grond van het Besluit omgevingsrecht. De Afdeling concludeert dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plandeel met de bestemming "Wonen" voor het perceel van [appellant] strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Het beroep van [appellant] wordt ongegrond verklaard.

De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 18 april 2012. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201107275/1/R2.
Datum uitspraak: 18 april 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellanten] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant]), beiden wonend te Waalre,
en
de raad van de gemeente Waalre,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 26 april 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Ekenrooi" gewijzigd vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 4 juli 2011, beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 april 2012, waar de raad, vertegenwoordigd door mr. S.R. Liebregts, werkzaam bij de gemeente, is verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het plan voorziet in een actueel juridisch-planologisch kader voor de woonwijk Ekenrooi te Waalre.
2.2. [appellant] is woonachtig op het perceel [locatie A] te Waalre. [appellant] voert aan dat het op zijn perceel geplaatste windscherm met afdak ten onrechte niet past binnen de in het plan maximaal toegelaten oppervlakte aan bijgebouwen. Gelet op de omvang en ligging van zijn perceel en de afmetingen en situering van het windscherm naast de groenstrook van de openbare weg, bestaat volgens hem ruimte om dit windscherm toe te laten. Bovendien is het windscherm met afdak ten onrechte in het plan niet als omgevingsvergunningvrij bouwwerk aangemerkt. Verder is volgens [appellant] ten onrechte het bouwvlak ter plaatse van zijn perceel ten opzichte van het ontwerpplan verkleind van 373 m² naar 225 m². [appellant] verwijst daarvoor naar een document waarop per perceel is vermeld of sprake is van een verslechtering of een verbetering ten opzichte van het ontwerp van het bestemmingsplan.
2.2.1. De raad stelt zich op het standpunt dat teneinde grote bouwwerken in de bebouwde kom te weren de oppervlakte van een bijgebouw maximaal 50 m² mag bedragen.
Ten aanzien van de grootte van het bouwvlak stelt de raad dat op het document waarnaar [appellant] verwijst per abuis is vermeld dat het bouwvlak ter plaatse van het perceel van [appellant] is verkleind. Aan het document komt volgens de raad geen bindende betekenis toe. Volgens de raad is de oppervlakte van het bouwvlak in het vastgestelde plan ten opzichte van het vorige bestemmingsplan vergroot tot 373 m².
2.2.2. Ingevolge artikel 11, lid 11.2.3, aanhef en onder d, ten eerste, van de planregels geldt voor het bouwen binnen en buiten het bouwvlak dat de maximum te bebouwen oppervlakte per bouwperceel en buiten het bouwvlak bij vrijstaande dan wel twee-aan-een-geschakelde woningen ten hoogste 50% van de bestemming "Wonen" van het betreffende bouwperceel mag bedragen met een maximum van 100 m².
Ingevolge het bepaalde in die aanhef en onder e, geldt voor het bouwen binnen en buiten het bouwvlak dat de oppervlakte per vrijstaand bijgebouw maximaal 50 m² bedraagt.
2.2.3. De Afdeling stelt vast dat [appellant] ingevolge artikel 11, lid 11.2.3, aanhef en onder d, ten eerste, van de planregels, maximaal 100 m² buiten het bouwvlak mag bebouwen, met dien verstande dat de oppervlakte per bijgebouw maximaal 50 m² bedraagt.
Het windscherm met afdak bestaat uit een dakconstructie die aan de buiten het bouwvlak gebouwde garage is bevestigd en steunt op twee muren en één in de grond verankerde paal. Tussen partijen is niet in geschil is dat voor de bouw van het windscherm met afdak geen bouwvergunning dan wel een omgevingsvergunning voor het bouwen is verleend.
2.2.4. Nu het windscherm met afdak is bevestigd aan en is verbonden met de garage is de Afdeling van oordeel dat het deel uitmaakt van de garage. Aldus dient het windscherm met afdak tezamen met de garage te worden beschouwd als één vrijstaand bijgebouw.
Niet in geschil is dat de oppervlakte van de garage en het windscherm met afdak tezamen meer dan 50 m² bedraagt. De raad heeft zich op het standpunt gesteld dat de maximaal toegelaten oppervlakte voor een bijgebouw in het plan 50 m² bedraagt, zodat grote bijgebouwen in de bebouwde kom kunnen worden geweerd. Verder wenst de raad met de regeling oneigenlijk gebruik van bijgebouwen tegen te gaan. Daarbij wijst de raad op ongewenste illegale bewoning of ongewenste bedrijfsactiviteiten. De raad acht de maximaal toegelaten oppervlakte voldoende voor normaal gebruik van een bijgebouw. De raad ziet in de omstandigheid dat het perceel van [appellant] meer dan 1000 m² groot is geen aanleiding om op voornoemde regeling een uitzondering te maken en een grotere oppervlakte aan bijgebouwen toe te staan. De Afdeling acht dit standpunt van de raad niet onredelijk. Voor zover [appellant] betoogt dat in het plan ten onrechte het windscherm met afdak niet als omgevingsvergunningvrij is aangemerkt, wijst de Afdeling erop dat de vraag of een bouwwerk omgevingsvergunningvrij kan worden gebouwd niet in het bestemmingsplan wordt geregeld, maar op grond van het Besluit omgevingsrecht wordt gereguleerd.
2.2.5. Ten aanzien van de oppervlakte van het bouwvlak overweegt de Afdeling het volgende. In het bestreden besluit is vermeld dat het plan gewijzigd is vastgesteld zoals verwoord in de 'nota van wijzigingen' en de 'overzichtskaart wijzigingen'. In het bestreden besluit is niet verwezen naar het door [appellant] genoemde document. Hieruit volgt dat aan dit document geen bindende betekenis toekomt. Uit de 'nota van wijzigingen' en de 'overzichtskaart wijzigingen' blijkt dat het bouwvlak voor het perceel van [appellant] niet is gewijzigd ten opzichte van het ontwerpplan. Blijkens de verbeelding voorziet het plan ter plaatse van het perceel van [appellant] in een bouwvlak met een oppervlakte van 373 m². Gelet hierop mist het betoog van [appellant] dat de oppervlakte van het bouwvlak ter plaatse van zijn perceel ten opzichte van het ontwerpplan is verkleind naar 225 m² feitelijke grondslag.
2.2.6. In hetgeen [appellant] heeft aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plandeel met de bestemming "Wonen" voor het perceel [locatie A] te Waalre strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. In het aangevoerde wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit in zoverre anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht. Het beroep is ongegrond.
Proceskosten
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.P. de Rooy, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten w.g. De Rooy
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 18 april 2012
59-683.