ECLI:NL:RVS:2012:BW3873

Raad van State

Datum uitspraak
25 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201105375/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • P. van Dijk
  • D. Roemers
  • E. Steendijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging geboorteland in gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht, waarin zijn verzoek om wijziging van zijn geboorteland in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (gba) werd afgewezen. Het college van burgemeester en wethouders van Heerlen had op 8 juni 2010 het verzoek van [appellant] om zijn geboorteland van Pakistan naar Bangladesh te wijzigen afgewezen. Dit besluit werd later door de rechtbank bevestigd. De rechtbank oordeelde dat het college zich terecht had gebaseerd op de regels van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens en het Logisch Ontwerp, dat bepaalt dat de geboortedatum en -plaats van een persoon vastgelegd moeten worden zoals deze op het moment van geboorte waren, ongeacht latere wijzigingen in de status van die plaats.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 22 maart 2012 behandeld. [appellant] was vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. S.V.A.Y. Dassen-Vranken, terwijl het college werd vertegenwoordigd door mr. J. Quaedvlieg en P.L.M. Goor-Vrouwenraets. Tijdens de zitting heeft [appellant] betoogd dat de rechtbank heeft miskend dat zijn geboorteland feitelijk onjuist is, omdat Chittagong sinds 1971 deel uitmaakt van Bangladesh. Hij verzocht om een wijziging in de gba, zodat zijn geboorteland correct zou worden weergegeven.

De Afdeling oordeelde dat het college terecht had afgewezen om het geboorteland te wijzigen, omdat de gegevens in de gba zo betrouwbaar en duidelijk mogelijk moeten zijn. De Afdeling bevestigde dat de geboortedatum en -plaats van [appellant] correct waren vastgelegd, en dat de wijziging van de status van Chittagong naar Bangladesh niet van invloed was op de juistheid van de gegevens zoals deze op het moment van zijn geboorte waren. Het hoger beroep van [appellant] werd ongegrond verklaard, en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

201105375/1/A3.
Datum uitspraak: 25 april 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Heerlen,
tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 30 maart 2011 in zaak nr. 10/1509 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Heerlen.
1. Procesverloop
Bij besluit van 8 juni 2010 heeft het college het verzoek van [appellant] om wijziging in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (hierna: gba) van zijn geboorteland van Pakistan in Bangladesh afgewezen.
Bij besluit van 12 augustus 2010 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 30 maart 2011, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 10 mei 2011, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 22 maart 2012, waar [appellant], vertegenwoordigd door mr. S.V.A.Y. Dassen-Vranken, advocaat te Heerlen, en het college, vertegenwoordigd door mr. J. Quaedvlieg en P.L.M. Goor-Vrouwenraets, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 6, eerste lid, van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (hierna: Wet gba) worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels gesteld omtrent de technische en administratieve inrichting en werking en de beveiliging van de basisadministraties.
Ingevolge artikel 82, eerste lid, voldoet het college binnen vier weken kosteloos aan het verzoek van betrokkene hem betreffende gegevens in de basisadministratie te verbeteren, aan te vullen of te verwijderen, indien deze feitelijk onjuist dan wel onvolledig zijn of in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt. Het verzoek bevat de aan te brengen wijzigingen.
Ingevolge artikel 83, aanhef en onder f, wordt een beslissing van het college om niet te voldoen aan een verzoek als bedoeld in de artikelen 79 tot en met 82, gelijkgesteld met een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
Ingevolge artikel 11 van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (hierna: Besluit gba) stelt de minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties een systeembeschrijving vast.
Ingevolge artikel 1, aanhef en onder b, van de Regeling vaststelling systeembeschrijving gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens wordt de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 11 van het Besluit gba, gevormd door het Logisch Ontwerp gba, bedoeld in artikel 3.
Ingevolge artikel 3 is het Logisch Ontwerp gba opgenomen in bijlage II bij deze regeling.
2.2. In een door [appellant] opgevraagd beknopt overzicht van zijn persoonslijst staat vermeld dat hij op 21 januari 1961 is geboren te Chittagong, Pakistan. [appellant] heeft verzocht om wijziging van zijn geboorteland, omdat Chittagong sinds 16 december 1971 deel uitmaakt van Bangladesh.
2.3. Het college heeft zich voor zijn besluit van 12 augustus 2010 gebaseerd op de eisen die voorvloeien uit het Logisch Ontwerp, in het bijzonder het Gegevenswoordenboek en de Landelijke tabellen.
Omdat [appellant] op 21 januari 1961 is geboren te Pakistan en Bangladesh pas op 16 december 1971 is ontstaan, heeft het college het verzoek om wijziging van het geboorteland afgewezen.
2.4. Voor het oordeel of [appellant] een belang heeft bij het instellen van het hoger beroep is, anders dan het college heeft aangevoerd, de reden waarom [appellant] zijn gegevens wil corrigeren niet van belang. Het gaat er om of [appellant], indien hij gelijk heeft, met het instellen van het hoger beroep het door hem gewenste resultaat kan bereiken. Aangezien [appellant] met het instellen van hoger beroep kan bereiken dat zijn gegevens worden gecorrigeerd, heeft hij, anders dan het college heeft betoogd, een belang bij een oordeel over zijn hoger beroep.
2.5. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het in de gba vermelde geboorteland op zijn persoonslijst feitelijk onjuist is, aangezien Chittagong nu in Bangladesh ligt. Volgens [appellant] heeft de rechtbank miskend dat het Logisch Ontwerp de mogelijkheid biedt wijzigingen en gebeurtenissen die van belang zijn voor de registratie, op te slaan en op te nemen in de persoonslijst. Voor zover wijziging van zijn geboorteland van Pakistan in Bangladesh niet mogelijk is, verzoekt hij om aan 'Chittagong, Pakistan' toe te voegen 'thans Bangladesh' (hierna: de toevoeging), zodat wordt aangesloten bij de actuele situatie en de doelstelling van de Wet gba.
2.5.1. Het betoog van [appellant] dat het Logisch Ontwerp de mogelijkheid tot opslag en opname van wijzigingen biedt, is een argument ter ondersteuning van de door hem in beroep reeds aangevoerde grond dat de gba en het Logisch Ontwerp ruimte bieden voor de door hem voorgestelde wijziging van zijn persoonsgegevens. Anders dan het college heeft betoogd, bevat het betoog van [appellant] derhalve geen nieuwe grond.
2.5.2. Uit het Logisch Ontwerp en de daarin vermelde Landelijke tabellen volgt dat het geboorteland van een betrokkene op diens persoonslijst wordt bijgeschreven, ook al wijzigt dat land later van naam, of gaat een streek van dat land later tot een ander land behoren. [appellant] is op 21 januari 1961 geboren in Chittagong, en niet wordt betwist dat deze plaats destijds deel uitmaakte van Pakistan. Dat betekent dat, zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, het college is gehouden Pakistan als geboorteland in de gba op te nemen. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 5 december 2007 in zaak nr.
200704309/1), is de doelstelling van de Wet gba dat gegevens in de basisadministratie zo betrouwbaar en duidelijk mogelijk zijn en dat de gebruikers van de gegevens erop moeten kunnen vertrouwen dat de gegevens in beginsel juist zijn. Weliswaar maakt Chittagong inmiddels deel uit van Bangladesh, maar dat neemt niet weg dat het gegeven dat [appellant] op 21 januari 1961 in Chittagong in Pakistan is geboren juist is. Met de rechtbank is de Afdeling daarom van oordeel dat het college het verzoek van [appellant] terecht heeft afgewezen. Het betoog faalt.
2.5.3. De aanvraag had geen betrekking op de toevoeging. Eerst ter zitting bij de rechtbank heeft [appellant] hierom verzocht. De toevoeging is daarom in deze procedure niet aan de orde. Overigens heeft het college zich terecht op het standpunt gesteld dat, gelet op het systeem van het Logisch Ontwerp, evenmin de mogelijkheid bestaat om als geboorteplaats 'Chittagong, Pakistan, thans Bangladesh' op te nemen.
2.6. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. P. van Dijk, voorzitter, en mr. D. Roemers en mr. E. Steendijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. P. Klein, ambtenaar van staat.
w.g. Van Dijk w.g. Klein
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 25 april 2012
176-671.