Uitspraak
201008118/1/R2van 8 juni 2011 en in zaak nr.
200801865/1/R1van 24 juni 2009 ongegrond zijn verklaard.
Raad van State
Op 31 mei 2011 heeft de raad van de gemeente Lopik het bestemmingsplan 'Intratuin IJsselstein' vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de appellant, wonend te Hei- en Boeicop, gemeente Zederik, op 27 juli 2011 beroep ingesteld bij de Raad van State. De raad heeft een verweerschrift ingediend en de zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer. De zitting vond plaats op 4 april 2012, waar de appellant, bijgestaan door mr. B.W. Maris, en de raad, vertegenwoordigd door J. Broeke, aanwezig waren.
De appellant heeft geen bezwaar tegen de uitbreidingsmogelijkheden van het bedrijf Intratuin, maar is van mening dat zijn gronden ten onrechte niet in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Hij stelt dat de raad in strijd met het gelijkheidsbeginsel heeft gehandeld, omdat het plan de uitbreiding van het bedrijf Intratuin mogelijk maakt, maar niet de uitbreiding van de bebouwingsmogelijkheden op zijn perceel. De Afdeling bestuursrechtspraak overweegt dat de raad een grote mate van beleidsvrijheid toekomt bij het bepalen van de begrenzingen van een bestemmingsplan, maar deze vrijheid niet zo ver strekt dat de raad een begrenzing kan vaststellen die in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.
De Afdeling ziet geen aanleiding om te oordelen dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de vastgestelde planbegrenzing strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. De raad heeft aangegeven dat de situatie van de appellant verschilt van de situatie van het bedrijf Intratuin, omdat de appellant in het verleden over een bouwperceel met woning beschikte, maar deze heeft afgesplitst en verkocht. De Afdeling concludeert dat het beroep van de appellant ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin op 2 mei 2012.