ECLI:NL:RVS:2012:BW4529

Raad van State

Datum uitspraak
27 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201200891/1/R3 en 201200891/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
  • M.G.J. Parkins-de Vin
  • R.E.A. Matulewicz
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan 'Locatie Witte School, Liempde' vastgesteld door de raad van de gemeente Boxtel

Op 29 november 2011 heeft de raad van de gemeente Boxtel het bestemmingsplan 'Locatie Witte School, Liempde' vastgesteld. Tegen dit besluit hebben vier appellanten beroep ingesteld bij de Raad van State. De verzoeken om een voorlopige voorziening zijn ingediend door de appellanten, die op 27 maart 2012 ter zitting zijn verschenen. De voorzitter heeft de verzoeken behandeld en vastgesteld dat de kennisgeving van het ontwerpplan niet in de Staatscourant is gepubliceerd, wat in strijd is met artikel 3.8, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De raad heeft erkend dat deze kennisgeving niet is geplaatst, wat betekent dat de voorbereiding van het plan niet correct is verlopen. De voorzitter oordeelt dat deze schending niet kan worden gepasseerd op basis van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat niet kan worden uitgesloten dat belanghebbenden hierdoor zijn benadeeld. De voorzitter concludeert dat het bestemmingsplan in strijd met de wet is vastgesteld en verklaart de beroepen gegrond, waardoor het besluit van de raad wordt vernietigd. De verzoeken om voorlopige voorzieningen worden afgewezen, en de raad wordt veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten aan de appellanten.

Uitspraak

201200891/1/R3 en 201200891/2/R3.
Datum uitspraak: 27 april 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) en, met toepassing van artikel 8:86 van die wet, op de beroepen, in het geding tussen:
1. [appellant sub 1], wonend te Liempde, gemeente Boxtel,
2. [appellant sub 2A] en [appellante sub 2B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 2]), wonend te Liempde, gemeente Boxtel,
3. [appellant sub 3], wonend te Liempde, gemeente Boxtel,
4. [appellant sub 4], wonend te Liempde, gemeente Boxtel, handelend onder de naam 't Liempds Pakhuis',
en
de raad van de gemeente Boxtel,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 29 november 2011, no. 1110449, heeft de raad het bestemmingsplan "Locatie Witte School, Liempde" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 24 januari 2012, [appellant sub 2] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 26 januari 2012, [appellant sub 3] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 26 januari 2012, en [appellant sub 4] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 26 januari 2012, beroep ingesteld.
Bij dezelfde brief als waarmee beroep is ingesteld heeft [appellant sub 1] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 26 januari 2012, heeft [appellant sub 2] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 26 januari 2012, heeft [appellant sub 3] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 26 januari 2012, heeft [appellant sub 4] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft de verzoeken ter zitting behandeld op 27 maart 2012, waar [appellant sub 2], vertegenwoordigd door mr. R.E. Izeboud, advocaat te Breda, [appellant sub 3] en [appellant sub 4], beiden bijgestaan door mr. M.C.W. van der Zanden, en de raad, vertegenwoordigd door R. Poort, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting de stichting Stichting Goed Wonen Liempde, vertegenwoordigd door [voorzitter], en mr. M.M.A.M. Knoops, verschenen.
[appellant sub 2], [appellant sub 3], [appellant sub 4] en de raad hebben ter zitting toestemming gegeven onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak. [appellant sub 1] heeft hiervoor bij brief van 3 april 2012 toestemming gegeven.
2. Overwegingen
2.1. In dit geval kan nader onderzoek redelijkerwijs niet bijdragen aan de beoordeling van de zaak en bestaat ook overigens geen beletsel om met toepassing van artikel 8:86, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.
2.2. [appellant sub 1], [appellant sub 2], [appellant sub 3] en [appellant sub 4] voeren aan dat de raad ten onrechte het plan heeft vastgesteld. Daartoe wordt onder meer aangevoerd dat in strijd is gehandeld met artikel 3.8, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro), omdat de kennisgeving van het ontwerpplan niet is gepubliceerd in de Staatscourant.
2.2.1. Ingevolge artikel 3.8, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wro is op de voorbereiding van een bestemmingsplan afdeling 3.4 van de Awb van toepassing, met dien verstande dat de kennisgeving, bedoeld in artikel 3:12 van die wet, tevens in de Staatscourant wordt geplaatst en voorts langs elektronische weg geschiedt, en het ontwerpbesluit met de hierbij behorende stukken tevens langs elektronische weg beschikbaar wordt gesteld.
Ingevolge artikel 6:22 van de Awb kan een besluit waartegen bezwaar is gemaakt of beroep is ingesteld, ondanks schending van een vormvoorschrift, door het orgaan dat op het bezwaar of beroep beslist, in stand worden gelaten indien blijkt dat de belanghebbenden daardoor niet zijn benadeeld.
2.2.2. De raad heeft ter zitting erkend dat geen kennisgeving van het ontwerpplan in de Staatscourant is geplaatst. De voorbereiding van het plan is derhalve in zoverre in strijd met artikel 3.8, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wro.
2.2.3. Naar het oordeel van de voorzitter kan deze schending van artikel 3.8, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wro niet met toepassing van artikel 6:22 van de Awb worden gepasseerd, nu niet uit te sluiten is dat belanghebbenden door deze schending van een vormvoorschrift niet zijn benadeeld.
2.2.4. In hetgeen [appellant sub 1], [appellant sub 2], [appellant sub 3] en [appellant sub 4] hebben aangevoerd, ziet de voorzitter aanleiding voor het oordeel dat het plan is vastgesteld in strijd met artikel 3.8, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wro. De beroepen zijn gegrond, zodat het bestreden besluit dient te worden vernietigd.
2.2.5. Gelet op het bovenstaande behoeven de overige beroepsgronden geen bespreking meer. De voorzitter merkt ten behoeve van mogelijke verdere besluitvorming nog op dat, voor zo ver beoogd is ter plaatse te voorzien in uitsluitend huisvesting in combinatie met zorg, het in de rede ligt dit, voor zover ruimtelijk relevant, in de planregels tot uitdrukking te brengen.
2.3. Gelet op het voorgaande bestaat aanleiding de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.4. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart de beroepen gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Boxtel van 29 november 2011, no. 1110449, tot vaststelling van het bestemmingsplan "Locatie Witte School, Liempde";
III. wijst de verzoeken af;
IV. veroordeelt de raad van de gemeente Boxtel tot vergoeding van de in verband met de behandeling van de beroepen opgekomen proceskosten:
a. aan [appellant sub 2A] en [appellante sub 2B] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1274,00 (zegge: twaalfhonderdvierenzeventig euro), waarvan € 874,00 (zegge: achthonderdvierenzeventig euro) is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander;
b. aan [appellant sub 3] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 911,72 (zegge: negenhonderdelf euro en tweeënzeventig cent), waarvan € 874,00 (zegge: achthonderdvierenzeventig euro) is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
c. aan [appellant sub 4], handelend onder de naam 't Liempds Pakhuis', in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 911,72 (zegge: negenhonderdelf euro en tweeënzeventig cent), waarvan € 874,00 (zegge: achthonderdvierenzeventig euro) is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
V. gelast dat de raad van de gemeente Boxtel aan:
a. [appellant sub 1],
b. [appellant sub 2A] en [appellante sub 2B],
c. [appellant sub 3],
d. [appellant sub 4], handelend onder de naam 't Liempds Pakhuis', met dien verstande dat betaling aan een van [appellant sub 2A] en [appellante sub 2B] bevrijdend werkt ten opzichte van de ander,
het door hen voor de behandeling van het beroep en het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 304,00 (zegge: driehonderdvier euro) elk, vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R.E.A. Matulewicz, ambtenaar van staat.
w.g. Parkins-de Vin w.g. Matulewicz
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 27 april 2012
45-662.