201200978/2/R4.
Datum uitspraak: 1 mei 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
de vereniging Roeivereeniging "Nautilus", gevestigd te Rotterdam,
verzoekster,
de raad van de gemeente Rotterdam,
verweerder.
Bij besluit van 24 november 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "DWL-de Esch" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer Nautilus bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 25 januari 2012, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 25 januari 2012, heeft Nautilus de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 18 april 2012, waar Nautilus, vertegenwoordigd door [gemachtigde] en de raad, vertegenwoordigd door mr. K.I. Siem en ir. R. Volman, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Voorts is ter zitting Stichting Bouman Geestelijke Gezondheidszorg, vertegenwoordigd door H. van Laanen, verschenen.
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het plan voorziet in een actualisatie van de planologische regeling voor het gebied Drinkwaterleiding De Esch. Daarbij wordt, voor zover hier van belang, voorzien in de ontwikkeling van nieuwbouw van maatschappelijke doeleinden met woonfunctie aan de Plantagelaan 2 te Rotterdam. Aan dit deel van het plangebied is de bestemming "Gemengd-4" toegekend.
2.3. De raad heeft ter zitting naar voren gebracht dat [gemachtigde] in zijn hoedanigheid als Commissaris gebouwen van Nautilus niet bevoegd is Nautilus in rechte te vertegenwoordigen. In dat kader voert de raad aan dat het verzoek en het beroep zijn ondertekend door de voorzitter van Nautilus en de Commissaris gebouwen en terreinen van Nautilus. Volgens de raad kan worden afgevraagd of zij in die hoedanigheid bevoegd zijn Nautilus te vertegenwoordigen. Daarbij wijst de raad erop dat de naar voren gebrachte zienswijzen mede zijn ondertekend door de secretaris van Nautilus.
2.3.1. In artikel 7 van de Statuten van Nautilus is bepaald, voor zover hier van belang, dat de vereniging in en buiten rechte wordt vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende bestuursleden, onder wie bij voorkeur de voorzitter en de secretaris respectievelijk de penningmeester.
Uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel van 6 februari 2012 blijkt dat [gemachtigde] als Commissaris gebouwen en terreinen één van de bestuursleden is van Nautilus.
2.3.2. Het verzoek is ondertekend door de voorzitter van Nautilus en door [gemachtigde], in zijn hoedanigheid als Commissaris gebouwen en terreinen van Nautilus. De zienswijzen zijn ondertekend door de voorzitter en de secretaris van Nautilus, alsmede door [gemachtigde], in zijn hoedanigheid als Commissaris gebouwen en terreinen. Gelet op het bepaalde in artikel 7 van de Statuten in samenhang gelezen met het uittreksel van de Kamer van Koophandel is [gemachtigde], gezamenlijk bevoegd met andere bestuursleden, om Nautilus in en buiten rechte te vertegenwoordigen. Tevens is een machtiging overgelegd waarbij het bestuur [gemachtigde] machtigt om Nautilus tijdens de hoorzitting op 18 april 2012 te vertegenwoordigen. De voorzitter ziet geen aanleiding voor het oordeel dat het verzoek niet-ontvankelijk is.
2.4. Het verzoek van Nautilus betreft het plandeel waaraan de bestemming "Gemengd-4" is toegekend. Nautilus is gevestigd aan de Plantagelaan 3 te Rotterdam.
Nautilus voert aan dat ten onrechte de voorgevelrooilijn op het perceel Plantagelaan 2, zoals weergegeven op de verbeelding, is verlegd richting het water. Nautilus vreest door deze verschuiving van het bouwvlak richting het water voor aantasting van het uitzicht, aangezien het raam op de eerste verdieping van hun pand dan moet worden verwijderd. Tevens is er volgens haar vanaf het balkon minder zicht op de binnenkomende roeiboten. Verder voert zij aan dat zij door de verschuiving van het bouwvlak geen gebruik meer kan maken van de nooduitgang van haar pand.
2.4.1. De raad erkent dat het bouwvlak op het perceel Plantagelaan 2 niet juist in de verbeelding is vastgelegd. Volgens de raad moet de grens van het bouwvlak worden gelegd op de voorgevelrooilijn van de bestaande bebouwing. Gelet hierop is het bestreden besluit in zoverre genomen in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid.
2.5. Nautilus betoogt dat op het perceel Plantagelaan 2 geen veilige vluchtroute kan worden gerealiseerd. Daarbij wijst Nautilus op hetgeen is bepaald in artikel 11, aanhef en onder b, van de Verordening Ruimte van de provincie Zuid-Holland.
2.5.1. De raad stelt dat de realisatie van een vluchtweg pas aan de orde is bij de aanvraag om omgevingsvergunning en niet bij het vaststellen van het bestemmingsplan.
2.5.2. Ingevolge artikel 1, vierde lid, van de Verordening Ruimte van de provincie Zuid-Holland (hierna: Verordening Ruimte), worden onder bestaande functies en bebouwing begrepen functies en bebouwing die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening rechtmatig aanwezig zijn, of waarvoor op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening vrijstelling of bouwvergunning is verleend danwel een aanvraag om vrijstelling of bouwvergunning is ingediend, die kan worden verleend, of die in overeenstemming met deze verordening tot stand zijn gekomen of waarvoor ontheffing van deze verordening is verleend of wordt geacht te zijn verleend. Het vervangen van een rechtmatig aanwezige gebouw door een gebouw van gelijke aard, omvang en karakter wordt hieronder mede begrepen. In alle andere gevallen is sprake van nieuwe functies en nieuwe bebouwing. Onder nieuwe functies of bebouwing wordt ook begrepen uitbreiding van bestaande functies en bestaande bebouwing tenzij anders is bepaald of de bepaling zich daartegen verzet.
Ingevolge artikel 11, aanhef en onder b en c, voor zover hier van belang, moeten bestemmingsplannen voor gronden langs de Nieuwe Waterweg en de Nieuwe Maas in overeenstemming zijn met de in dit artikel genoemde bepalingen; b) In het gebied tussen raainummer 1004 en raainummer 995 (waar alleen binnenvaartschepen met gevaarlijke stoffen langs de kade varen of aanmeren) moet een zone van 25 meter worden vrijgehouden van nieuwe bebouwing. In het gebied tussen 25 en 40 meter vanaf de kade is nieuwe bebouwing slechts mogelijk als sprake is van een groot maatschappelijk of bedrijfseconomisch belang en is advies nodig van de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond; c) In de onder b bedoelde bebouwingsvrije zone langs de oever zijn incidenteel nieuwe kleinschalige voorzieningen toelaatbaar ter ondersteuning van het dagrecreatieve karakter van de oever, zoals restaurants, cafés en kiosken, alsmede voorzieningen die noodzakelijk zijn voor het functioneren van de vaarweg of de haven, zoals radarposten en kranen. Hiervoor moet worden voldaan aan de in het artikel genoemde voorwaarden.
2.5.3. De Plantagelaan 2 is gelegen aan de Nieuwe Maas. Niet wordt betwist dat de bestaande bebouwing aan de Plantagelaan 2 op een afstand van minder dan 25 meter is gelegen van de Nieuwe Maas. Daarmee wordt niet voldaan aan de in artikel 11, onder b, van de Verordening Ruimte vastgestelde afstand van 25 meter. Ter zitting heeft de raad naar voren gebracht dat het huidige pand aan de Plantagelaan 2 zal worden gesloopt en dat op dezelfde locatie een nieuw pand zal worden gebouwd binnen de grenzen van de bebouwing, zoals op grond van het voorgaande plan was toegestaan. Volgens de raad verandert er in dat opzicht niets ten opzichte van de bestaande situatie.
2.5.4. Partijen zijn verdeeld over het antwoord op de vraag of het plandeel met de bestemming "Gemengd-4" in overeenstemming is met artikel 11 van de Verordening Ruimte. Zo verschillen partijen van mening over of het hier gaat om nieuwe bebouwing en functie of om bestaande bebouwing en functie, als bedoeld in de Verordening Ruimte. In de plantoelichting is vermeld dat het voorheen aan de Plantagelaan 2 gevestigde dagactiviteitencentrum wordt vervangen door een woonvoorziening met 24-uurs begeleiding. Gelet hierop en nu ter zitting naar voren is gebracht dat de bestaande bebouwing geheel zal worden gesloopt en vervangen door nieuwe bebouwing, is de voorzitter er voorshands niet van overtuigd dat het plandeel niet in strijd is met artikel 11 van de Verordening Ruimte. Voor de beoordeling hiervan is nader onderzoek nodig in de bodemprocedure.
2.6. Gelet op het voorgaande ziet de voorzitter ter voorkoming van onomkeerbare gevolgen en gelet op de betrokken belangen aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen. In verband hiermee behoeft hetgeen Nautilus voor het overige heeft aangevoerd thans geen bespreking meer.
2.7. De raad dient ten aanzien van Nautilus op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Rotterdam van 24 november 2011, voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Gemengd-4";
II. veroordeelt de raad van de gemeente Rotterdam tot vergoeding van bij de vereniging Roeivereeniging "Nautilus" in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 11,00 (zegge: elf euro);
III. gelast dat de raad van de gemeente Rotterdam aan de vereniging Roeivereeniging "Nautilus" het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 310,00 (zegge: driehonderdtien euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M.G. Alderlieste, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten w.g. Alderlieste
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 1 mei 2012