ECLI:NL:RVS:2012:BW5969

Raad van State

Datum uitspraak
16 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201102158/1/A4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • T.G. Drupsteen
  • W. Sorgdrager
  • J. Kramer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit van college van burgemeester en wethouders van Etten-Leur inzake varkenshouderij

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 16 mei 2012 uitspraak gedaan over een beroep dat was ingesteld door een appellant tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Etten-Leur. Het college had op 18 mei 2010 een verklaring afgegeven aan Varkensbedrijf Banken B.V. met betrekking tot een verandering van een varkenshouderij aan de Bankenstraat 61 te Etten-Leur. Dit besluit werd door de appellant betwist, waarna het college op 21 december 2010 het bezwaar van de appellant ongegrond verklaarde. De appellant heeft hiertegen beroep ingesteld bij de Raad van State, dat op 14 februari 2011 is ingekomen.

Tijdens de zitting op 3 april 2012 heeft de Afdeling de zaak behandeld, waarbij het college vertegenwoordigd was door ambtenaren van de gemeente en Varkensbedrijf Banken B.V. werd bijgestaan door een advocaat. Na de zitting is gebleken dat het college op 23 november 2010 een nieuwe revisievergunning heeft verleend aan Varkensbedrijf Banken B.V., die betrekking heeft op een ander luchtwassysteem dan waarvoor de eerdere verklaring was afgegeven. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de verklaring van 18 mei 2010 geen betekenis meer heeft, omdat het luchtwassysteem waarvoor deze was afgegeven niet meer gerealiseerd zal worden.

De Afdeling heeft geoordeeld dat de appellant geen belang meer heeft bij een beoordeling van het bestreden besluit, waardoor het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

201102158/1/A4.
Datum uitspraak: 16 mei 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Etten-Leur,
en
het college van burgemeester en wethouders van Etten-Leur,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 18 mei 2010 heeft het college aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Varkensbedrijf Banken B.V. een verklaring als bedoeld in artikel 8.19, eerste lid, onder c, van de Wet milieubeheer met betrekking tot een verandering van een varkenshouderij aan de Bankenstraat 61 te Etten-Leur gegeven.
Bij besluit van 21 december 2010, verzonden op 4 januari 2011, heeft het college, voor zover van belang, het door onder anderen [appellant] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 14 februari 2011, beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Het college heeft een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak gevoegd met zaak
201100615/1/A4ter zitting behandeld op 3 april 2012, waar het college, vertegenwoordigd door ing. G.M.J. van Peperstraten, F. Hurxkens, en mr. C.P.J. Vissers, allen werkzaam bij de gemeente, is verschenen. Voorts is ter zitting Varkensbedrijf Banken B.V., vertegenwoordigd door haar [directeur], bijgestaan door mr. G.L.C.C. van den Waardenburg, advocaat te Nijmegen, als partij gehoord.
Na de zitting zijn de zaken weer gesplitst.
2. Overwegingen
2.1. Op 23 november 2010 heeft het college aan Varkensbedrijf Banken B.V. een nieuwe, de gehele inrichting omvattende, revisievergunning als bedoeld in de Wet milieubeheer verleend. Bij uitspraak van heden heeft de Afdeling in zaak
201100615/1/A4de revisievergunning in stand gelaten. Deze revisievergunning ziet, voor zover hier van belang, op een ander luchtwassysteem dan waarvoor bij het besluit van 18 mei 2010 de verklaring is gegeven. Ter zitting is komen vast te staan dat het luchtwassysteem waarvoor de verklaring is gegeven niet meer zal worden gerealiseerd. Aan deze verklaring komt daarom geen betekenis meer toe. Gelet hierop en nu niet is gebleken van feiten of omstandigheden die op het tegendeel wijzen, is de Afdeling van oordeel dat [appellant] geen belang meer heeft bij een beoordeling van het bestreden besluit.
2.2. Het beroep is niet-ontvankelijk.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. T.G. Drupsteen, voorzitter, en mr. W. Sorgdrager en mr. J. Kramer, leden, in tegenwoordigheid van mr. C.S. Aal, ambtenaar van staat.
w.g. Drupsteen w.g. Aal
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 16 mei 2012
584.