ECLI:NL:RVS:2012:BW6885

Raad van State

Datum uitspraak
23 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201200984/1/R4 en 201200984/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
  • Th.C. van Sloten
  • M.G. Alderlieste
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen wijzigingsplan voor percelen in Hazerswoude-Dorp

In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Rijnwoude op 5 december 2011 een wijzigingsplan vastgesteld voor de percelen gelegen ter hoogte van de Westzijdeweg 19 en 27 te Hazerswoude-Dorp. Dit plan voorziet in de wijziging van de bestemming van deze percelen naar agrarische doeleinden en woondoeleinden. Tegen dit besluit heeft de appellant, wonend te Hazerswoude-Dorp, beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij tevens verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter heeft het verzoek op 18 april 2012 ter zitting behandeld, waar de appellant en vertegenwoordigers van het college aanwezig waren.

De appellant betoogt dat het college ten onrechte de omgeving heeft gekarakteriseerd als een rustige woonwijk, terwijl hij van mening is dat het een gemengd gebied betreft. Hij wijst op de aanwezigheid van akkerbouw en bedrijven in de omgeving, en stelt dat dit invloed heeft op de afstand tussen de voorziene woning en zijn eigen woning. Het college daarentegen stelt dat de omgeving voornamelijk uit woningen bestaat en dat de karakterisering als rustige woonwijk gerechtvaardigd is.

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in zijn overwegingen geconcludeerd dat het college zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Het beroep van de appellant is ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar gemaakt op 23 mei 2012.

Uitspraak

201200984/1/R4 en 201200984/2/R4.
Datum uitspraak: 23 mei 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) en, met toepassing van artikel 8:86 van die wet, op het beroep, in het geding tussen:
[appellant], wonend te Hazerswoude-Dorp, gemeente Rijnwoude,
en
het college van burgemeester en wethouders van Rijnwoude,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 5 december 2011 heeft het college het wijzigingsplan "Buitengebied, ten behoeve van de percelen gelegen ter hoogte van de Westzijdeweg 19 en 27 te Hazerswoude-Dorp" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 24 januari 2012, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 24 januari 2012, heeft [appellant] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 18 april 2012, waar [appellant], in persoon, en het college vertegenwoordigd door mr. I.T.J. Leuven, werkzaam bij de gemeente, en D.W. Hake, werkzaam bij de Omgevingsdienst West-Holland, zijn verschenen.
Voorts is ter zitting H.J. Klerks-Slingerland verschenen.
Buiten bezwaren van partijen is ter zitting nog een stuk in het geding gebracht.
Partijen hebben ter zitting toestemming gegeven onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.
2. Overwegingen
2.1. In dit geval kan nader onderzoek redelijkerwijs niet bijdragen aan de beoordeling van de zaak en bestaat ook overigens geen beletsel om met toepassing van artikel 8:86, eerste lid, van de Awb onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.
2.2. Het plan voorziet in de wijziging van de bestemming van de percelen gelegen ter hoogte van de Westzijdeweg 19 en 27 te Hazerswoude-Dorp, kadastraal bekend onder Hazerswoude, sectie E, nummers 3107 (ged.), 3108, 3109 (ged.) en 3280 (voorheen 2503). De bestemming van deze percelen wordt gewijzigd in "Agrarische doeleinden met subbestemming veeteelt/akkerbouw/vollegrondstuinbouw". De bestemming van het perceel 3280 wordt gewijzigd in de bestemming "Woondoeleinden" waarbij een deel is voorzien van de aanduiding "Zonder woning".
2.3. Het beroep van [appellant] is gericht tegen het plandeel waaraan de bestemming "Woondoeleinden" is toegekend. [appellant] betoogt dat het college bij het toepassen van de brochure "Bedrijven en Milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG-brochure) ten onrechte de omgeving heeft gekarakteriseerd als een rustige woonwijk. Volgens hem moet de omgeving worden aangemerkt als gemengd gebied. Daartoe voert hij aan dat in de omgeving niet alleen burgerwoningen zijn gelegen, maar dat er in de omgeving ook akkerbouw is en op de percelen Westzijdeweg 25, 27, 37 en 39 bedrijven zijn gevestigd. Daarnaast voert hij aan dat de Westzijdeweg de verbindingsweg is tussen Hazerswoude-Dorp en Benthuizen en een behoorlijke verkeersintensiteit kent. Door uit te gaan van een gemengd gebied kan volgens [appellant] een kortere afstand worden aangehouden tussen de kwekerij van Rojo Potcultures gevestigd aan de Westzijdeweg 27 en de voorziene woning, zodat de voorziene woning op grotere afstand van zijn eigen woning gerealiseerd kan worden.
2.3.1. Het college stelt zich onder verwijzing naar het advies van de Milieudienst West-Holland (thans: Omgevingsdienst West-Holland) van 23 mei 2011 op het standpunt dat de omgeving is te karakteriseren als een rustige woonwijk en rustig buitengebied als bedoeld in de VNG-brochure. Volgens het college bestaat de omgeving voornamelijk uit woningen. De woningen liggen niet alleen in het oude bebouwingslint, maar ook in de tweede rij daarachter, zodat de omgeving volgens het college meer op een woonbuurt lijkt. Dat er twee bedrijven zijn gevestigd aan de Westzijdeweg 25 en de Westzijdeweg 27 doet er volgens het college niet aan af dat de omgeving is aan te merken als een rustige woonwijk. Ten aanzien van het door [appellant] bedoelde bedrijf aan de Westzijdeweg 37 brengt het college naar voren dat de vestiging van dit bedrijf in strijd is met het bestemmingsplan. Verder wijst het college erop dat tijdens een visuele inspectie van 7 maart 2012 geen vermeende bedrijfsactiviteiten zijn gesignaleerd op het perceel. Dit geldt ook voor het perceel aan de Westzijdeweg 39, aldus het college. Voorts stelt het college dat met betrekking tot de open teelt behorend bij het sierteeltbedrijf van Rojo Potcultures op advies van de Milieudienst West-Holland (thans: Omgevingsdienst West-Holland) van 18 oktober 2011 een afstand van 35 meter moet worden aangehouden tussen de open teelt en de rand van de woonbestemming. Dit in verband met de omstandigheid dat ter plaatse van de open teelt gespoten wordt met gewasbestrijdingsmiddelen.
2.3.2. Het sierteeltbedrijf van Rojo Potcultures is gevestigd aan de Westzijdeweg 27. In verband met de drift afkomstig van het spuiten met gewasbestrijdingsmiddelen op de open teelt bij het bedrijf van Rojo Potcultures heeft het college een afstand van 35 meter aangehouden tussen de open teelt en de tuin bij de voorziene woning op het perceel 3280. Dat deze afstand moet worden aangehouden vanwege de risico's voor de volksgezondheid is door [appellant] niet weersproken.
2.3.3. Naast de driftafstand heeft het college voor het bepalen van de locatie voor de voorziene woning op het perceel 3280 zich gebaseerd op de aanbevolen afstanden in de VNG-brochure. De VNG-brochure biedt onder meer richtafstanden voor de toepassing van milieuzonering, die zijn afgestemd op de omgevingskwaliteit zoals die wordt nagestreefd in een rustige woonwijk of een vergelijkbaar omgevingstype. Volgens de VNG-brochure wordt onder het omgevingstype rustige woonwijk verstaan een woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Afgezien van wijkgebonden voorzieningen komen volgens de VNG-brochure vrijwel geen andere functies (zoals bedrijven of kantoren) voor en langs de randen (in de overgang naar mogelijke bedrijfsfuncties) is weinig verstoring door verkeer. Een vergelijkbaar omgevingstype qua aanvaardbare milieubelasting is een rustig buitengebied (eventueel inclusief verblijfsrecreatie), een stiltegebied of een natuurgebied, aldus de VNG-brochure. In de VNG-brochure staat voorts dat indien de aard van de omgeving dit rechtvaardigt, gemotiveerd richtafstanden met één afstandstap verlaagd kunnen worden bij het omgevingstype gemengd gebied. Volgens de VNG-brochure is een gemengd gebied een gebied met een matige tot sterke functiemenging; direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen, behoren volgens de VNG-brochure eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied, omdat daar de verhoogde milieubelasting voor geluid de toepassing van kleinere richtafstanden kan rechtvaardigen. De aanbevolen richtafstand geldt tussen de grens van de bestemming die bedrijven (of andere milieubelastende functies) toelaat en anderzijds de uiterste situering van de gevel van een woning.
2.3.4. Niet in geschil is dat het bedrijf van Rojo Potcultures valt onder milieucategorie 2 bedrijven als bedoeld in de VNG-brochure. Daarvoor wordt in de VNG-brochure, uitgaande van een rustige woonwijk, een afstand van 30 meter aanbevolen. Op basis van de ter zitting overgelegde luchtfoto van de omgeving en de ter zitting gegeven toelichting aan de hand van de plankaart behorend bij het bestemmingsplan "Buitengebied" heeft het college zich naar het oordeel van de voorzitter terecht op het standpunt gesteld dat de omgeving van het plangebied is aan te merken als een rustige woonwijk, zodat mocht worden uitgegaan van 30 meter.
2.3.5. Gelet op het voorgaande ziet de voorzitter in hetgeen [appellant] heeft aangevoerd geen aanleiding voor het oordeel dat het college zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.
2.4. Het beroep is ongegrond.
2.5. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep ongegrond;
II. wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M.G. Alderlieste, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten w.g. Alderlieste
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 23 mei 2012
590.