ECLI:NL:RVS:2012:BW9552

Raad van State

Datum uitspraak
27 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201108645/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.A.A. Mondt-Schouten
  • E.A. Binnema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan 'Koningsbuurt' en brandveiligheidseisen

In deze zaak heeft de Raad van State op 27 juni 2012 uitspraak gedaan over het bestemmingsplan 'Koningsbuurt', vastgesteld door de raad van de gemeente Harlingen op 18 mei 2011. [appellant], wonend te Harlingen, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat hij zich niet kan verenigen met de planregel die voorschrijft dat de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse bouwperceelgrens ten minste 3 meter moet bedragen. Hij betoogt dat deze afstand onvoldoende is om de brandveiligheid in de buurt te waarborgen.

De raad van de gemeente Harlingen verdedigt de afstandsnorm van 3 meter, die volgens hen is opgenomen om de openheid tussen gebouwen te waarborgen en het gevaar van overslaande brand te verkleinen. De raad stelt dat een afstand van 3 meter gangbaar is en dat de onderlinge afstand tussen hoofdgebouwen op een afstand van 6 meter moet worden geplaatst. [appellant] betwist dit standpunt en wijst erop dat in bepaalde gevallen de afstand tussen woningen minder dan 6 meter zal bedragen, wat volgens hem de brandveiligheid in gevaar brengt.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de raad in redelijkheid tot de conclusie heeft kunnen komen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Het beroep van [appellant] is ongegrond verklaard. De Afdeling heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 27 juni 2012.

Uitspraak

201108645/2/R4.
Datum uitspraak: 27 juni 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Harlingen,
en
de raad van de gemeente Harlingen,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 18 mei 2011, nummer RB11.016, heeft de raad het bestemmingsplan "Koningsbuurt" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 23 augustus 2011, beroep ingesteld. [appellant] heeft zijn beroep aangevuld bij brief van 19 september 2011.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 juni 2012, waar de raad, vertegenwoordigd door H. Runia, werkzaam bij de gemeente, is verschenen.
De Afdeling heeft de behandeling van het beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Bouwmarkt Harlingen B.V. / Gamma Harlingen van deze zaak afgesplitst en voortgezet onder zaak nr. 20108645/1/T1/R4.
2. Overwegingen
2.1. Het plan voorziet in een actueel juridisch-planologisch kader voor het grootste deel van het bedrijventerrein Koningsbuurt in Harlingen.
2.2. [appellant] kan zich niet verenigen met de planregel die voorschrijft dat de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse bouwperceelgrens ten minste 3 meter zal bedragen. Volgens hem is deze afstand onvoldoende om de brandveiligheid in de buurt te waarborgen.
2.2.1. De afstandsnorm van 3 meter is volgens de raad juist opgenomen om de openheid tussen gebouwen te waarborgen en het gevaar van overslaande brand tussen naastgelegen gebouwen te verkleinen. Een afstand van 3 meter is volgens de raad voorts heel gangbaar.
2.2.2. Ingevolge artikel 10, lid 10.2, onder 10.2.2, aanhef en sub e, van de planregels zal de afstand van een hoofdgebouw of een blok aaneengebouwde hoofdgebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens ten minste 3 meter bedragen.
2.2.3. Gelet op deze regel moeten hoofdgebouwen op een onderlinge afstand van 6 meter worden geplaatst. [appellant] bestrijdt het standpunt van de raad dat deze afstand het risico op overslaande branden voldoende beperkt, op zichzelf niet. Hij wijst er evenwel op dat de onderlinge afstand tussen twee woningen op grond van deze regel minder dan 6 meter zal bedragen, indien een bestaande woning op een kortere afstand dan 3 meter vanaf de zijdelingse bouwperceelgrens staat. Naar ter zitting is gebleken heeft de raad deze gevallen uitdrukkelijk bezien en heeft hij deze situaties voldoende brandveilig geacht. [appellant] heeft niet met concrete gegevens aannemelijk gemaakt dat de raad niet in redelijkheid tot deze conclusie heeft kunnen komen.
2.2.4. In hetgeen [appellant] heeft aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Het beroep van [appellant] is ongegrond.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep van [appellant] ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. M.A.A. Mondt-Schouten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. E.A. Binnema, ambtenaar van staat.
w.g. Mondt-Schouten w.g. Binnema
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 27 juni 2012
589.