ECLI:NL:RVS:2012:BX1800

Raad van State

Datum uitspraak
9 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201204889/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • Th.G. Drupsteen
  • M.H. Kuggeleijn-Jansen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan 'De Klomp Oost 'Rondweg' te Ede

Op 22 maart 2012 heeft de raad van de gemeente Ede het bestemmingsplan 'De Klomp Oost 'Rondweg' vastgesteld. Tegen dit besluit hebben [verzoeker] en anderen op 15 mei 2012 beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij zij tevens verzochten om een voorlopige voorziening. De voorzitter heeft het verzoek op 28 juni 2012 ter zitting behandeld, waarbij [verzoeker] en anderen vertegenwoordigd waren door ing. P.K. Witte. De raad van de gemeente Ede was vertegenwoordigd door M.P. Riemersma en S. Biesta.

In de overwegingen van de voorzitter werd opgemerkt dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Het bestemmingsplan voorziet in de aanleg van een rondweg ten westen van Ede, waarbij het perceel van [verzoeker] en anderen grotendeels binnen het plangebied ligt. [Verzoeker] en anderen verzetten zich tegen het plandeel met de bestemming 'Verkeer (V)', omdat er geen ontsluiting is voorzien voor de delen van het perceel die niet onteigend worden en er geen milieueffectrapportage is uitgevoerd.

De voorzitter constateerde dat het perceel van [verzoeker] en anderen gedeeltelijk nodig is voor de uitvoering van het plan en dat er tot nu toe geen minnelijke overeenstemming is bereikt over de overdracht van het perceel. De onteigeningsprocedure is inmiddels gestart, maar de voorzitter verwacht dat de hoofdzaak eerder zal worden behandeld dan dat de onteigeningsprocedure vergevorderd is. Daarom was er geen spoedeisend belang voor het treffen van een voorlopige voorziening, en werd het verzoek afgewezen. Er was ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201204889/2/R2.
Datum uitspraak: 9 juli 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend te Utrecht, en anderen
en
de raad van de gemeente Ede,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 22 maart 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "De Klomp Oost 'Rondweg'" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoeker] en anderen bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 15 mei 2012, beroep ingesteld.
Bij deze brief hebben [verzoeker] en anderen de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 28 juni 2012, waar [verzoeker] en anderen, vertegenwoordigd door ing. P.K. Witte, zijn verschenen.
Voorts is ter zitting gehoord de raad van de gemeente Ede, vertegenwoordigd door M.P. Riemersma en S. Biesta, beiden werkzaam bij de gemeente.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het plan voorziet in de aanleg van een rondweg ten westen van Ede nabij station De Klomp. Het perceel van [verzoeker] en anderen met nummer L 1219 ligt grotendeels binnen het plangebied.
2.3. [verzoeker] en anderen richten zich met hun verzoek tegen het plandeel met de bestemming "Verkeer (V)" voor zover dat betrekking heeft op hun perceel en beogen met hun verzoek onomkeerbare gevolgen van inwerkingtreding van het plan te voorkomen. Zij wijzen er in dit verband op dat in het plan ten onrechte geen ontsluiting is voorzien voor de delen van het perceel die niet zullen worden onteigend en dat er ten onrechte geen onderzoeken zijn gedaan naar de milieugevolgen van de weg. Voorts biedt het plan geen ruimte voor voet- en fietspaden langs en een goede afscherming van de rondweg, aldus [verzoeker] en anderen.
2.4. Uit de stukken en het ter zitting verhandelde is gebleken dat het perceel van [verzoeker] en anderen gedeeltelijk nodig is voor de verwezenlijking van het plan. Voorts is komen vast te staan dat het partijen tot nu toe niet is gelukt om tot minnelijke overeenstemming te komen over de overdracht van het perceel en dat de procedure op grond van de onteigeningswet inmiddels is gestart. De voorzitter heeft evenwel de verwachting dat uitspraak zal worden gedaan in de hoofdzaak voordat de onteigeningsprocedure zich in een gevorderd stadium zal bevinden. Met het verzoek is derhalve geen spoedeisend belang gemoeid dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt. Het verzoek dient te worden afgewezen.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. Th.G. Drupsteen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van drs. M.H. Kuggeleijn-Jansen, ambtenaar van staat.
w.g. Drupsteen w.g. Kuggeleijn-Jansen
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 juli 2012
545.