ECLI:NL:RVS:2012:BX1875

Raad van State

Datum uitspraak
18 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201109462/1/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.C. Kranenburg
  • R.I.Y. Lap
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan MFA Luyksgestel en de gevolgen voor omwonenden

Op 18 juli 2012 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende het bestemmingsplan "MFA Luyksgestel" dat op 7 juli 2011 door de raad van de gemeente Bergeijk was vastgesteld. Appellanten, bewoners van Luyksgestel, hebben beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij zij hun bezwaren hebben geuit over onder andere de verminderde zonlichttoetreding, de bestemming van het voetpad en de gevolgen van het plan voor hun woon- en leefklimaat. De raad heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat het plan voorziet in de ontwikkeling van een multifunctionele accommodatie en de bouw van zestien woningen, en dat dit in lijn is met de Structuurvisie van de gemeente.

Tijdens de zitting op 11 juni 2012 hebben de appellanten hun bezwaren tegen de bestemming "Wonen" en "Maatschappelijk" toegelicht. Zij betoogden dat het aantal woningen in strijd is met eerder gemaakte afspraken en dat er onvoldoende behoefte is aan de multifunctionele accommodatie. De raad heeft echter gesteld dat de ontwikkeling van de multifunctionele accommodatie noodzakelijk is om te voldoen aan de toekomstige behoefte aan onderwijs en maatschappelijke voorzieningen. De raad heeft ook aangetoond dat de geluidbelasting van het verkeer en de multifunctionele accommodatie binnen aanvaardbare grenzen blijft, en dat er voldoende parkeerplaatsen worden gerealiseerd.

De Afdeling heeft in haar overwegingen geconcludeerd dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het bestemmingsplan in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening. De bezwaren van de appellanten zijn ongegrond verklaard, en de Raad van State heeft de beroepen afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van een goede afweging tussen de belangen van de omwonenden en de noodzaak van de ontwikkeling van maatschappelijke voorzieningen in de gemeente.

Uitspraak

201109462/1/R3.
Datum uitspraak: 18 juli 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1], wonend te Luyksgestel, gemeente Bergeijk,
2. [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B], beiden wonend te Luyksgestel, gemeente Bergeijk, (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 2])
en
de raad van de gemeente Bergeijk,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 7 juli 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "MFA Luyksgestel" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] en [appellant sub 2] bij brieven, bij de Raad van State ingekomen op 30 augustus 2011, beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 juni 2012, waar [appellant sub 1] en [appellant sub 2], beiden bijgestaan door mr. J.T.F. van Berkel, en de raad, vertegenwoordigd door ir. P. Smolders en mr. T. Duffhues, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Verder is Wooninc., vertegenwoordigd door L. van der Louw, verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het plan voorziet in de ontwikkeling van een multifunctionele accommodatie, waar thans een dorpshuis, een jeugdsociëteit, een basisschool en een aantal woningen gevestigd zijn, en in de bouw van zestien woningen in de kern van Luyksgestel.
2.2. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben hun beroepsgronden met betrekking tot verminderde zonlichttoetreding en de bestemming van het voetpad nabij de woning van [appellant sub 2] ter zitting ingetrokken.
2.3. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben bezwaren tegen het gehele plan.
Ten aanzien van het plandeel met de bestemming "Wonen" voeren zij aan dat het plandeel in strijd is met de Structuurvisie "Bergeijk: Leven en Beleven; tussen bossen, beken en boerenland", door de raad vastgesteld op 3 juni 2010, omdat meer woningen mogelijk worden gemaakt dan het beleid toelaat. Bovendien is het aantal woningen volgens de reactie van het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant niet opgenomen als harde plancapaciteit, hetgeen in strijd is met eerder gemaakte afspraken over woningaantallen.
Voorts hebben [appellant sub 1] en [appellant sub 2] bezwaren tegen de bestemming "Maatschappelijk". Zij betwijfelen of er voldoende behoefte bestaat aan de multifunctionele accommodatie, aangezien er volgens hen geen ruimtegebrek is bij basisschool De Klepper. Verder is de raad volgens hen onvoldoende gemotiveerd van de richtafstand uit de brochure "Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse gemeenten (editie 2009; hierna: VNG-brochure) afgeweken. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] vrezen voor aantasting van het woon- en leefklimaat in verband met geluid vanwege wegverkeer, omdat er geen onderzoek is gedaan naar de geluidbelasting op de gevels van de nieuwbouwwoningen, er volgens de plantoelichting sprake is van een matig woon- en leefklimaat en omdat er geen onderzoek is gedaan naar de geluidbelasting van het verkeer bij hun eigen woningen. Ook vrezen zij voor aantasting van hun privacy, uitzicht en waardedaling van hun woningen en zijn hun belangen onvoldoende afgewogen. Verder voeren zij aan dat het begrip "Maatschappelijke doeleinden" te ruim is omschreven zodat meer mogelijk is dan is beoogd. In dat verband stellen zij dat de bestemming ook andere voorzieningen mogelijk maakt die een grotere belasting hebben op de omgeving wat betreft parkeren en geluid dan een school.
Verder twijfelen [appellant sub 1] en [appellant sub 2] aan de uitvoerbaarheid van het plan, aangezien onzeker is of de voorziene woningen zullen worden verkocht gelet op de stagnerende woningmarkt.
2.4. De raad stelt zich op het standpunt dat in de Structuurvisie voor de herontwikkeling van de schoollocatie een aantal van 22 woningen wordt genoemd en dat dit plan maximaal 16 woningen toelaat. De door [appellant sub 1] en [appellant sub 2] genoemde acht woningen hebben betrekking op reeds gerealiseerde woningen op grond van een ander plan. Die woningen zijn ruim voor de vaststelling van de Structuurvisie gerealiseerd en zodoende niet begrepen in het genoemde aantal van 22. Verder is volgens de raad uit de zienswijze van het college van gedeputeerde staten slechts af te leiden dat de verschuiving van de harde capaciteit onvoldoende is geborgd.
Ten aanzien van de bestemming "Maatschappelijk" stelt de raad dat volgens de lange termijn leerling-prognose geschat wordt dat voor de periode tot en met 2015 behoefte is aan 14 tot 16 lokalen en daarna aan 13 lokalen, terwijl er nu 11 zijn. Door functies te combineren in een gebouw ontstaat de mogelijkheid om relatief eenvoudig te kunnen voldoen aan een gewijzigde vraag vanuit de samenleving. Om die reden is gekozen voor de bestemming "Maatschappelijk". Volgens de raad zijn de voorziene functies gelet op de VNG-brochure op die locatie aanvaardbaar. Ook is door middel van akoestische en verkeersonderzoeken aangetoond dat het woon- en leefklimaat niet onaanvaardbaar wordt aangetast. Ten aanzien van de privacy stelt de raad dat die weliswaar door in het plan twee bouwlagen toe te staan enigszins zal worden aangetast maar dat hieraan gelet op de ligging in het centrum geen doorslaggevend belang kan worden toegekend. Ten aanzien van het aantal parkeerplaatsen stelt de raad dat het plan, met uitzondering van de woonfunctie, geen nieuwe functies mogelijk maakt. Waar voorheen 29 parkeerplaatsen waren, zullen er nu 67 zijn.
2.5. In de Structuurvisie is in een overzicht weergegeven met welke projecten in de woningbehoefte wordt voorzien. Voor de schoollocatie Luyksgestel is gerekend met 22 woningen. Ter zitting heeft de raad toegelicht dat met de schoollocatie de bestaande huidige schoollocatie wordt bedoeld. Blijkens de verbeelding maakt het plan 16 woningen mogelijk, zodat het aantal woningen voldoet aan het aantal zoals in de Structuurvisie genoemd. Weliswaar staat in de plantoelichting een passage over het Uitwerkingsplan "Woningbouw centrum Luyksgestel", dat maximaal acht woningen mogelijk maakt, maar dit uitwerkingsplan grenst ten noordwesten aan voorliggend plangebied en maakt geen deel uit van de huidige schoollocatie. Gelet op het voorgaande is aannemelijk gemaakt dat in de Structuurvisie wat betreft de woningbehoefte voor de schoollocatie is uitgegaan van het gebied van de bestaande schoollocatie en dat de woningen in voornoemd uitwerkingsplan daarvan geen deel uitmaken. Er bestaat dan ook geen aanleiding het plan in zoverre in strijd met de Structuurvisie te achten.
De reactie van het college van gedeputeerde staten dat de voorziene woningen niet als harde plancapaciteit zijn opgenomen geeft geen aanleiding voor een ander oordeel. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat de raad ervoor heeft gekozen om de realisatie van het plan Tiliaans-Noord fase 2, elders in de gemeente, uit te stellen. Over de ruil van laatstgenoemd plan met voorliggend plan als harde capaciteit heeft op 31 januari 2011 afstemming plaatsgevonden in het regionaal ruimtelijk overleg tussen de besturen van de regiogemeenten en de provincie. Gelet hierop bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat het aantal afgesproken woningen met dit plan wordt overschreden.
2.6. Op pagina 15 en 17 van de plantoelichting staat dat de basisschool ter plaatse al geruime tijd ruimtegebrek heeft en daarom gebruik maakt van vijf noodlokalen. Dit volgt ook uit het integraal Dorpsontwikkelingsprogramma (juli 2009). Volgens de raad heeft het in dat programma aangekondigde behoefteonderzoek plaatsgevonden, hetgeen heeft geleid tot dit bestemmingsplan. De ontwikkeling van de multifunctionele accommodatie in combinatie met een brede school moet het sociale voorzieningenniveau versterken en wordt in dat beleidsstuk genoemd als een op korte termijn te realiseren project. Verder zal er volgens de door de raad gemaakte prognose tot en met 2015 behoefte zijn aan drie tot vijf klaslokalen meer dan nu aanwezig.
Gelet op het voorgaande is de behoefte aan een multifunctionele accommodatie aannemelijk gemaakt.
2.6.1. Blijkens de verbeelding heeft een deel van de gronden van het plangebied de bestemming "Maatschappelijk". Ingevolge artikel 3, lid 3.1, van de planregels, zijn de als zodanig aangewezen gronden bestemd voor voorzieningen op het gebied van religie/levensbeschouwing, medische zorg, onderwijs, welzijn, cultuur, openbaar nut, sociale en maatschappelijke zorg en verenigingsactiviteiten.
In de plantoelichting staat dat de raad in de multifunctionele accommodatie twee hoofdfuncties wil onderbrengen. Tot de basisonderwijsfunctie kunnen behoren een brede school, een basisschool, buitenschoolse opvang, een kinderdagverblijf en een peuterspeelzaal. Tot de buurthuisfuncties kunnen onder andere behoren een dorpshuis, een jeugdsociëteit, vergaderruimten en een theaterzaal, aldus de plantoelichting.
2.6.2. Ten aanzien van het woon- en leefklimaat wordt overwogen dat de VNG-brochure als hulpmiddel gebruikt kan worden ten einde te kunnen bepalen of nieuwe bedrijven een passende locatie in de nabijheid van woningen krijgen en of nieuwe woningen op een verantwoorde afstand van bedrijven worden gesitueerd. Het begrip "gebied met functiemenging" wordt in deze brochure gebruikt om aan te geven welke functies binnen een gebied met functiemenging onder welke voorwaarden toelaatbaar zijn. Bij functiemengingsgebieden moet onder andere gedacht worden aan stadscentra, dorpskernen en woongebieden met kleinschalige of ambtelijke bedrijvigheid. Gelet op de naast wonen bestaande functies in en nabij het plangebied, waaronder een dorpshuis, een school, winkels, een zorgcentrum en een bankgebouw, alsmede enkele doorgaande wegen heeft de raad zich in het verweerschrift, zoals toegelicht ter zitting, terecht op het standpunt gesteld dat de omgeving moet worden aangemerkt als een gebied met functiemenging. In de Staat van Bedrijfsactiviteiten voor gebieden met een functiemenging van de VNG-brochure zijn de bedrijfsactiviteiten verdeeld in categorie A, B of C. Scholen vallen volgens die Staat onder categorie B, hetgeen betekent dat die activiteiten in een dergelijk gebied kunnen worden uitgeoefend als zij bouwkundig afgescheiden van woningen en andere gevoelige functies plaatsvinden. Een theater valt onder categorie C, hetgeen betekent dat een zodanige activiteit toelaatbaar is indien het, vanwege de relatief grote verkeersaantrekkende werking, nabij een ontsluiting op de hoofdinfrastructuur is gelegen. Blijkens de verbeelding kunnen woningen en andere gevoelige functies bouwkundig afgescheiden worden van de voorziene school en wordt het plangebied ontsloten door de Kerkstraat, welke straat als doorgaande weg van het dorp kan worden aangemerkt. Gelet op het vorenstaande is voldoende gemotiveerd dat de in het plan voorziene functies door de ligging in een gebied met functiemenging toelaatbaar zijn.
Daarnaast volgt uit het op 29 maart 2011 uitgebrachte akoestische rapport "MFA Luyksgestel; rapportage geluidemissie naar de omgeving", uitgevoerd door bureau Cauberg-Huygen, dat met de in het rapport genoemde maatregelen in alle perioden voldaan kan worden aan de grenswaarden van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: Barim). Uit het op 19 oktober 2011 uitgebrachte rapport "Akoestische memo stemgeluid speelplaats nabij MFA Luyksgestel", dat in opdracht van de raad door bureau SRE Milieudienst is opgesteld, volgt dat het geluid van spelende kinderen tot een goed tot matig leefklimaat leidt. Gelet op het voorgaande heeft de raad voldoende gemotiveerd dat ook in zoverre een aanvaardbaar woon- en leefklimaat is verzekerd.
2.6.3. Ten aanzien van het verkeer is in het op 27 juli 2010 uitgebrachte "Akoestisch onderzoek, omgeving MFA te Luyksgestel, onderzoek wegverkeerslawaai", opgesteld door bureau SRE Milieudienst, de geluidbelasting ten gevolge van verkeer in de Dorpstraat op de gevels van de in het plan voorziene woningen onderzocht, omdat het plangebied binnen de wettelijke geluidzone van de Dorpstraat ligt. De stelling van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] dat het binnenniveau is onderzocht, is dan ook niet juist. De conclusie luidt dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB van de Wet geluidhinder niet wordt overschreden. Verder is de geluidbelasting van alle 30 km wegen onderzocht en is geconcludeerd dat bij de in het plan voorziene woningen een goed woon- en leefklimaat is verzekerd. Wat betreft de verwijzing van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] naar een matig woon- en leefklimaat wordt overwogen dat uit voornoemd akoestisch onderzoek naar voren komt dat die conclusie uit de plantoelichting ziet op de geluidbelastingen bij de bestaande woningen Boogerd 10-22. Daarmee is het woon- en leefklimaat binnen die woningen nog niet onaanvaardbaar. Over het betoog dat de woningen van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] niet zijn betrokken in het onderzoek, wordt overwogen dat op grond van de Wet geluidhinder voor de gevolgen van wegverkeer alleen een wettelijke onderzoeksplicht geldt voor nieuwe woningen. Niettemin is bij de woning van [appellant sub 1] een rekenpunt gesitueerd, waar de indirecte hinder ten gevolge van het verkeer van en naar het plangebied is berekend. Hieruit volgt dat de voorkeurswaarde uit de Wet geluidhinder niet wordt overschreden. Voor de woning van [appellant sub 2] kan volgens de raad gekeken worden naar de dichterbij gelegen rekenpunten nummers 24 en 25, waar de voorkeurswaarden evenmin worden overschreden. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben niet aannemelijk gemaakt dat de conclusies van dit onderzoek onjuist zijn en dat het plan ter plaatse van hun woning leidt tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat.
2.6.4. Verder heeft de raad het maatschappelijke belang om de voorheen bestaande maatschappelijke bestemming geconcentreerd in de kern van Luykgestel mogelijk te maken afgewogen tegen het belang van de omwonenden. Dat de privacy van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] enigszins wordt aangetast is niet uit te sluiten, maar daaraan heeft de raad in redelijkheid, gezien de ligging van de woningen in het centrum van Luyksgestel, geen doorslaggevende betekenis hoeven toe te kennen. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat de raad met de positionering van het bouwvlak voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] en dat een maximale bouwhoogte van 9,5 m voor twee bouwlagen met dak in een kern niet ongebruikelijk is. Gelet op de afstand van onderscheidenlijk 20 m en 75 m tussen de woningen van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] en het bouwvlak binnen de bestemming "Maatschappelijk" zal geen sprake zijn van een onaanvaardbare aantasting van de privacy.
2.6.5. Zoals in 2.6.1. is overwogen wil de raad in de multifunctionele accommodatie onder andere een buurthuisfuncties onderbrengen. Volgens de plantoelichting kunnen tot die functies ook behoren een jeugdsociëteit of een theater. Het betoog van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] dat de raad zich niet gerealiseerd heeft dat een jeugdsociëteit of theater mogelijk wordt gemaakt en dat de bestemming derhalve ruimere gebruiksmogelijkheden met zich brengt dan beoogd, kan uit het voorgaande niet worden afgeleid. Uit de verrichte akoestische onderzoeken blijkt dat het plan wat betreft het geluid geen belemmering vormt voor de omgeving. Dat ook andere functies mogelijk zijn in het plan betekent nog niet dat in die akoestische onderzoeken onjuiste uitgangspunten zijn gehanteerd. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat in die onderzoeken is uitgegaan van de hoogste piekbelastingen. Bovendien waren onder het voorheen geldende bestemmingsplan ook andere maatschappelijke functies dan een onderwijsfunctie mogelijk en is het oppervlak van de maatschappelijke bestemming ten opzichte van voorheen aanzienlijk verkleind. Gelet op het voorgaande ziet de Afdeling geen aanleiding te twijfelen aan het standpunt van de raad dat de door [appellant sub 1] en [appellant sub 2] genoemde activiteiten wat betreft geluid vergelijkbaar zijn met functies als een basisschool en een gemeenschaps- of buurthuis.
2.6.6. Uit de parkeerbalans is af te leiden dat is uitgegaan van de parkeernorm uit publicatie 182, "Parkeerkencijfers, basis voor parkeernormering" (hierna: publicatie 182) van het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte CROW. Bij een aanwezigheidspercentage van 100 zijn volgens de balans 56 parkeerplaatsen vereist voor de multifunctionele accommodatie. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben niet aannemelijk gemaakt dat bij deze aanbevolen parkeernorm geen rekening is gehouden met verschillende functies binnen een multifunctionele accommodatie. Inclusief de in het plan voorziene woningen is de parkeerbehoefte voor het gehele plan in totaal op 67 parkeerplaatsen berekend. Deze parkeerplaatsen dienen alle binnen het plangebied gerealiseerd te worden. Blijkens de verbeelding hebben twee grote delen van het plangebied de bestemming "Verkeer" en de aanduiding "parkeerterrein", welke gronden bestemd zijn voor de aanleg en instandhouding van voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder ook wordt verstaan parkeren. Gelet hierop voorziet het plan in het maximaal benodigd aantal parkeerplaatsen en bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat bij een andere invulling van de bestemming een tekort aan parkeerplaatsen zal ontstaan.
2.6.7. Wat de eventueel nadelige invloed van het plan op de waarde van de woningen van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] betreft, bestaat geen grond voor de verwachting dat die waardevermindering zodanig zal zijn dat de raad bij de afweging van de belangen hieraan een groter gewicht had moeten toekennen dan aan de belangen die met de realisering van het plan aan de orde zijn.
2.7. Wat betreft de economische uitvoerbaarheid hebben [appellant sub 1] en [appellant sub 2] niet aannemelijk gemaakt dat de in het plan voorziene woningen niet verkocht zullen worden binnen de planperiode.
2.8. Voor zover [appellant sub 1] en [appellant sub 2] in het beroepschrift hebben verwezen naar de inhoud van de zienswijze wordt overwogen dat in de overwegingen van het bestreden besluit is ingegaan op deze zienswijze. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben in het beroepschrift, noch ter zitting redenen aangevoerd waarom de weerlegging van de desbetreffende zienswijze in het bestreden besluit onjuist zou zijn.
2.9. In hetgeen [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. In het aangevoerde wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht. De beroepen zijn ongegrond.
2.10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart de beroepen ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.C. Kranenburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.I.Y. Lap, ambtenaar van staat.
w.g. Kranenburg w.g. Lap
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 18 juli 2012
429-661.