ECLI:NL:RVS:2012:BX2623

Raad van State

Datum uitspraak
27 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201200592/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M.J. van der Meer
  • P. de Vries
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn bij besluitvorming luchtvaartterrein Maastricht

In deze zaak heeft de Raad van State op 27 juni 2012 uitspraak gedaan over een verzoek om schadevergoeding van een appellant in verband met de overschrijding van de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Het verzoek was ingediend naar aanleiding van een besluit van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, die op 20 juni 2011 het verzoek om schadevergoeding had afgewezen. De appellant, wonend te Moorveld in de gemeente Meerssen, had bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing en verzocht om rechtstreeks beroep op de administratieve rechter.

De staatssecretaris stemde in met het verzoek van de appellant en zond het bezwaarschrift door naar de rechtbank Maastricht, die de zaak vervolgens ter behandeling naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft doorgezonden. De appellant stelde dat de redelijke termijn was overschreden in de besluitvorming omtrent de aanwijzing van het luchtvaartterrein Maastricht, wat aanleiding gaf tot zijn verzoek om schadevergoeding.

De Raad van State heeft in zijn uitspraak de relevante juridische kaders en de feiten van de zaak in overweging genomen. De uitspraak benadrukt het belang van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures en de gevolgen van overschrijding daarvan voor de betrokken partijen. De uitspraak biedt inzicht in de toepassing van artikel 6 van het EVRM in de context van bestuursrechtelijke beslissingen en de mogelijkheden voor schadevergoeding.

Uitspraak

201200592/1/R1.
Datum uitspraak: 27 juni 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Moorveld, gemeente Meerssen,
en
de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 20 juni 2011 heeft de staatssecretaris het verzoek van [appellant] om vergoeding van schade in verband met de overschrijding van de redelijke termijn, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in het kader van de besluitvorming inzake de aanwijzing van het luchtvaartterrein Maastricht, afgewezen.
Bij brief van 25 juli 2011 heeft [appellant] daartegen bezwaar gemaakt. Hij heeft de gronden van zijn bezwaar aangevuld en de staatssecretaris verzocht in te stemmen met rechtstreeks beroep op de administratieve rechter als bedoeld in artikel 7:1a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) bij brief van 2 september 2011.
De staatssecretaris heeft met dat verzoek ingestemd en het bezwaarschrift ter behandeling als beroepschrift met toepassing van artikel 7:1a, vijfde lid, van de Awb doorgezonden naar de rechtbank Maastricht. Bij brief van 28 september 2011 heeft de rechtbank dit aan de Afdeling doorgezonden.
De Afdeling heeft de zaak gelijktijdig met zaak nr.