ECLI:NL:RVS:2012:BX3893
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- C.H.M. van Altena
- A.J. Jansen
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke schadevergoedingzaak
In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 1 augustus 2012 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep. Het hoger beroep was ingesteld door [verzoeker] tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 18 april 2012, waarin de rechtbank het beroep van [verzoeker] tegen een besluit van de staatssecretaris gegrond had verklaard. Dit besluit, genomen op 2 april 2007, verklaarde het verzoek van [verzoeker] om schadevergoeding niet-ontvankelijk. De rechtbank had de staatssecretaris opgedragen om binnen twee weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van [verzoeker].
Na een aantal procedures, waaronder een uitspraak van de rechtbank op 22 februari 2011, waarin de staatssecretaris werd opgedragen om alsnog een besluit te nemen, heeft de staatssecretaris op 3 maart 2011 het bezwaar van [verzoeker] opnieuw niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft vervolgens op 18 april 2012 het besluit van 3 maart 2011 vernietigd en de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 2.000,00 aan [verzoeker].
In het verzoek om voorlopige voorziening, ingediend op 26 juni 2012, vroeg [verzoeker] de voorzitter om een spoedmaatregel te treffen. De voorzitter heeft echter geoordeeld dat er op dat moment geen sprake meer was van een geding, aangezien er inmiddels een uitspraak was gedaan in het hoger beroep. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 1 augustus 2012.