201200339/1/A1.
Datum uitspraak: 8 augustus 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Sint-Oedenrode,
tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 24 november 2011 in zaak nr. 10/1869 in het geding tussen:
het college van burgemeester en wethouders van Sint-Oedenrode.
Bij besluit van 17 december 2009 heeft het college aan [vergunninghouder] bouwvergunning verleend voor het vernieuwen van een erfafscheiding op het perceel [locatie a] te Sint-Oedenrode (hierna: het perceel).
Bij besluit van 27 april 2010 heeft het het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 24 november 2011, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 5 januari 2012, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 7 februari 2012.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 juli 2012, waar het college, vertegenwoordigd door mr. T.T.M. Linotte-de Louw, is verschenen. Voorts is daar [vergunninghouder] gehoord.
2.1. De erfafscheiding is met een hoogte van 1.95 m voorzien aan de zijde van de [locatie b].
2.2. Ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Sint-Oedenrode Zuid" rust op het perceel de bestemming "Detailhandel -DH-".
Ingevolge artikel 5, derde lid, onder a, van de planvoorschriften, voor zover thans van belang, zijn voor het bouwen de aanduidingen op de plankaart van toepassing.
Ingevolge het vierde lid, voor zover thans van belang, geldt op de gronden met die bestemming voor het bouwen van erfafscheidingen binnen het bouwvlak voor zowel zone 1 als 2 een maximale bouwhoogte van 2 m.
Ingevolge het vijfde lid, voor zover thans van belang, geldt voor het bouwen van een erfafscheiding binnen zone 2 een bouwhoogte van maximaal 2 m.
Ingevolge het zesde lid, voor zover thans van belang, geldt voor het bouwen van een erfafscheiding binnen zone 1 een bouwhoogte van maximaal 1 m.
2.3. [appellant] betoogt dat de rechtbank, door te overwegen dat het bouwplan in zone 2 is voorzien en aldus in overeenstemming is met het bestemmingsplan, heeft miskend dat in de aanduidingen op de plankaart niet bij de bestemming "Detailhandel -DH-" is vermeld dat het gespikkelde gedeelte op de plankaart aangemerkt dient te worden als zone 1 en het resterende deel als zone 2, zodat uitgegaan dient te worden van een maximale bouwhoogte van 1 m en het college, nu in het bestemmingsplan voorschriften ten aanzien van de maximaal toelaatbare hoogte van de erfafscheiding ontbreken, bij de beoordeling van het bouwplan ten onrechte niet bij die in de bouwverordening heeft aangesloten.
2.3.1. In het bestemmingsplan is volgens de legenda bij de plankaart voor de bestemmingen "Detailhandel -DH-", "Dienstverlening -DV-", "Horeca -H-", "Maatschappelijk -M-" en "Recreatie -R" een onderscheid gemaakt tussen het bouwvlak, een gespikkelde zone en een niet-gespikkelde zone buiten het bouwvlak. Niet in geschil is dat het bouwplan niet binnen het bouwvlak is voorzien en op de plankaart onder "Aanduidingen" de bestemming "Detailhandel" niet is opgenomen. De overige hiervoor vermelde bestemmingen zijn wel vermeld en voor deze gevallen geldt dat het gespikkelde gedeelte zone 1 aanduidt, het niet-gespikkelde gedeelte zone 2 en het bouwvlak is aangegeven als een met donkere randen omgeven blok. De rechtbank heeft, nu op de plankaart voor de bestemming "Detailhandel -DH-" een gespikkeld gebied en een niet-gespikkeld gebied is opgenomen en in artikel 5, derde tot en met het zesde lid, van de planvoorschriften een regeling is opgenomen voor de binnen het bouwvlak en de zones 1 en 2 toegestane bebouwing, met juistheid overwogen dat, omdat het bouwplan is voorzien buiten het gespikkelde gebied, redelijke uitleg van de voorschriften meebrengt dat een maximale bouwhoogte voor erfafscheidingen van 2 m van toepassing is. Voor het aannemen van aanvullende werking van de bouwverordening heeft de voorzieningenrechter terecht geen aanleiding gezien, nu uit de planvoorschriften en de plankaart aldus valt af te leiden, welke voorschriften op het bouwplan van toepassing zijn.
2.4. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D.A.B. Montagne, ambtenaar van staat.
w.g. Loeb w.g. Montagne
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 8 augustus 2012