ECLI:NL:RVS:2012:BX5274
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- P. Klein
- Rechtspraak.nl
Ongeldigverklaring rijbewijs door CBR en hoger beroep
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 1 september 2011, waarin het beroep tegen de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs door het CBR werd afgewezen. Het CBR had op 15 februari 2010 het rijbewijs van [appellant] ongeldig verklaard, waarna [appellant] bezwaar maakte. Dit bezwaar werd op 3 maart 2010 ongegrond verklaard. De rechtbank bevestigde deze beslissing in haar uitspraak van 1 september 2011.
[Appellant] heeft op 24 oktober 2011 hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. De Raad van State heeft de zaak vervolgens door een meervoudige kamer verwezen naar een enkelvoudige kamer. De partijen hebben toestemming verleend om zonder zitting uitspraak te doen. De Raad van State heeft het onderzoek gesloten en de zaak beoordeeld op basis van de ingediende stukken.
De Raad van State overweegt dat de termijn voor het indienen van het beroepschrift is begonnen op 2 september 2011 en geëindigd op 13 oktober 2011. Het beroepschrift van [appellant], gedateerd 14 oktober 2011, is niet binnen deze termijn ingediend. Bovendien heeft [appellant] niet gereageerd op een verzoek om nadere inlichtingen van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Op basis van deze overwegingen concludeert de Raad van State dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die rechtvaardigen dat [appellant] in verzuim is geweest. De Raad van State beslist dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak wordt openbaar gedaan op 22 augustus 2012.