ECLI:NL:RVS:2012:BX6469
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W.D.M. van Diepenbeek
- T.L.J. Drouen
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Dorpskern Hoornaar
In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 27 augustus 2012 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot het bestemmingsplan "Dorpskern Hoornaar". Het bestemmingsplan werd op 26 januari 2012 vastgesteld door de raad van de gemeente Giessenlanden. De verzoeker, wonend te Oud-Alblas, heeft op 12 april 2012 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening op 20 juni 2012. Tijdens de zitting op 10 augustus 2012 waren zowel de verzoeker, vertegenwoordigd door een gemachtigde, als de raad, vertegenwoordigd door mr. A. van Dijk-van den Hoef en J. van Montfoort, aanwezig.
De voorzitter heeft overwogen dat het verzoek om een voorlopige voorziening een voorlopig karakter heeft en niet bindend is voor de bodemprocedure. De verzoeker betwistte de vaststelling van het bestemmingsplan, met name de bestemming van enkele bijgebouwen en een deel van zijn perceel dat als tuin wordt gebruikt. Hij voerde aan dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar verkeersveiligheid en asbestrisico's. De raad stelde echter dat er geen spoedeisend belang was, omdat er geen ontwikkelingen op het perceel te verwachten waren voordat de Afdeling uitspraak zou doen in de bodemzaak.
De voorzitter concludeerde dat de verzoeker in de veronderstelling verkeerde dat het plan op korte termijn onherroepelijk zou worden zonder voorlopige voorziening, terwijl dit pas na de einduitspraak van de Afdeling het geval zou zijn. Gezien de omstandigheden en het verhandelde ter zitting, was er geen aanleiding om te veronderstellen dat de verzoeker op korte termijn werkzaamheden zou willen uitvoeren die door het plan belemmerd zouden worden. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.