201109057/1/A4.
Datum uitspraak: 12 september 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant A] en [appellant B], wonend te Amstelveen,
het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen,
verweerder.
Bij besluit van 26 juli 2011 heeft het college, voor zover thans van belang, de locatie, aangeduid met nummer KK097, Franciscus van Assisielaan/hoek Don Boscolaan aangewezen voor de plaatsing van minicontainers ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval.
Tegen dit besluit hebben [appellanten] beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
[appellanten] hebben nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 augustus 2012, waar [appellanten], in persoon, en het college, vertegenwoordigd door mr. C.R. Oudendijk en N. Bijl, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
1. Ingevolge artikel 10, vierde lid, van de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Amstelveen kan het college regels stellen omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel ter inzameling moeten worden aangeboden.
2. Bij het bestreden besluit is de locatie Franciscus van Assisielaan/hoek Don Boscolaan aangewezen als clusterplaats voor minicontainers ten behoeve van de inzameling van afval van de woningen aan de Don Boscolaan nummers 3, 5 en 7 en aan de Thomas a Kempislaan nummers 2, 4 en 6. Deze locatie KK097 ligt nabij de woning van [appellanten] aan de [locatie].
3. Bij het bepalen van de locaties van inzamelvoorzieningen als de onderhavige hanteert het college de volgende inrichtingscriteria:
- een doelmatige inrichting van de openbare ruimte;
- beperking van overlast voor de omgeving (de locatie mag niet belemmerend zijn voor de doorgang van trottoir- en weggebruikers);
- de arbeidsbelasting voor de inzamelaars;
- financiële en inzamellogistieke aspecten en fysieke (on)mogelijkheden om aanbiedplaatsen in te richten;
- de afstand tussen het perceel waar de huishoudelijke afvalstoffen ontstaan en de aanbiedplaats (in principe niet meer dan 75 meter).
4. [appellanten] achten de locatie aan de Franciscus van Assisielaan/hoek Don Boscolaan ongeschikt als clusterplaats voor de plaatsing van minicontainers ten behoeve van de inzameling van afval. Zij stellen dat zij, gelet op de korte afstand van de locatie tot hun woning, geur- en geluidhinder van de plaatsing en aanwezigheid van de afvalcontainers zullen ondervinden. Zij achten het trottoir te smal; voor voetgangers is het niet goed mogelijk om de minicontainers te passeren via het trottoir. Volgens [appellanten] komt het regelmatig voor dat op de clusterplaats omgevallen containers of door bewoners of het inzamelvoertuig scheefgeplaatste containers staan, waardoor het gebruik van het trottoir door voetgangers wordt bemoeilijkt. Ook blijven volgens [appellanten] containers langer dan alleen op de ophaaldag op de clusterplaats staan.
Voorts stellen [appellanten] dat schade aan hun geparkeerde auto zal worden veroorzaakt door de minicontainers of het inzamelvoertuig bij het legen of terugplaatsen van de minicontainers.
Volgens [appellanten] heeft het college ten onrechte geen rekening gehouden met persoonlijke omstandigheden van de bewoners.
Daarnaast bestaat bij [appellanten] de wens om hun tuin te verbreden, hetgeen volgens hen niet mogelijk is wanneer de locatie als clusterplaats is aangewezen.
4.1. Het college betoogt dat de aangewezen locatie aan de door hen vastgestelde inrichtingscriteria voldoet. Weliswaar kan de clusterplaats mogelijk nadelige gevolgen voor [appellanten] met zich brengen, maar dat is niet zodanig dat niet voor deze locatie kon worden gekozen, aldus het college.
4.2. De aangewezen locatie KK079 bevindt zich enkele meters zijwaarts van de voortuin van [appellanten] en de openbare weg.
Op de aanbiedplaats mogen gedurende drie dagen per twee weken minicontainers worden geplaatst. Uit de stukken komt naar voren dat bewoners van woningen die op de locatie hun minicontainer mogen aanbieden, worden geïnformeerd over de wijze waarop dat dient te gebeuren. Voorts worden de minicontainers voorzien van een adressticker, waardoor het mogelijk is de eigenaren van deze minicontainers zo nodig op hun gedrag aan te spreken. Gelet hierop is niet aannemelijk geworden dat de minicontainers in de regel langer dan de drie ophaaldagen blijven staan op de clusterplaats.
Wat betreft de vrees van [appellanten] geurhinder te ondervinden, heeft het college zich, gelet op de omstandigheid dat minicontainers moeten worden aangeboden met gesloten deksel en de omstandigheid dat geurhinder alleen kan worden verwacht bij hoge temperaturen, in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat geen aanleiding bestaat uit een oogpunt van geurhinder de locatie ongeschikt te achten. Geen aanleiding bestaat verder voor het oordeel dat de locatie vanwege geluidhinder niet in redelijkheid als aanbiedlocatie kon worden aangewezen.
Wat betreft de doorgang op het trottoir is ter zitting gebleken dat het trottoir ter hoogte van de aanbiedplaats voldoende breed is. Indien de minicontainers op juiste wijze worden aangeboden, resteert voldoende doorgang op het trottoir voor trottoirgebruikers met een rolstoel of kinderwagen. Het college heeft derhalve in zoverre geen aanleiding moeten zien de locatie ongeschikt te achten.
De aanbiedplaats grenst niet aan een parkeerplaats. Schade aan geparkeerde voertuigen, veroorzaakt door omgevallen containers, heeft het college dan ook terecht niet aannemelijk geacht. Evenmin is, gelet op de plaats waar voertuigen kunnen worden geparkeerd ten opzichte van de aanbiedplaats en de manier waarop de containers worden geleegd, aannemelijk dat schade zal worden veroorzaakt door het inzamelen door het inzamelvoertuig.
Wat betreft de stelling van [appellanten] dat het door de aangewezen aanbiedlocatie onmogelijk is om hun tuin te verbreden, overweegt de Afdeling dat de aanbiedlocatie, nu deze niet is voorzien in de groenstrook, geen gevolgen heeft voor de mogelijkheid om de naastgelegen groenstrook bij de tuin te betrekken.
In het ter zake aangevoerde heeft het college, gelet op de locatiecriteria, in redelijkheid geen aanleiding hoeven zien om af te zien van aanwijzing van locatie KK097 als clusterplaats. Het betoog faalt.
5. Volgens [appellanten] bestaan alternatieve locaties voor de clusterplaats van de minicontainers, zodat de aanwijzing van clusterplaats KK097 om die reden niet redelijk is. Zo zou als alternatief op de aanbiedlocatie KK158 Franciscus van Assisielaan/hoek Maarten Lutherweg een container kunnen worden bijgeplaatst en zouden de bewoners van de woningen aan de Thomas a Kempislaan nummers 2, 4 en 6 hun minicontainers naar de aanbiedplaats op de locatie Franciscus van Assisielaan/hoek Thomas a Kempislaan kunnen brengen. Een ander alternatief is volgens [appellanten] dat de locatie KK158 wordt vergroot door daarbij een parkeerplaats te voegen zodat de zes minicontainers daar kunnen worden geplaatst. Als derde alternatief zou bij een gewijzigde rijroute van het inzamelvoertuig een aanbiedlocatie kunnen worden gesitueerd op de kopse kant van de Don Boscolaan en de Thomas a Kempislaan.
5.1. Het college stelt zich op het standpunt dat de aangewezen locatie, gelet op de inrichtingscriteria, het passendst is. Volgens het college is op de clusterplaats Franciscus van Assisielaan/hoek Maarten Lutherweg te weinig ruimte voor plaatsing van meer dan 9 minicontainers. Daarnaast wenst het geen parkeerplaatsen blijvend op te heffen ten behoeve van aanbiedplaatsen voor afvalinzameling. Het college stelt dat de locatie Franciscus van Assisielaan/hoek Thomas a Kempislaan een toename van de loopafstand voor bewoners betekent en het daarom voor de bewoners van de woningen aan de Thomas a Kempislaan nummers 2, 4 en 6 niet voor deze locatie heeft gekozen als clusterplaats. Wat betreft de derde alternatieve locatie heeft het college het standpunt ingenomen dat deze niet ligt aan de route van het inzamelvoertuig en daarom ongeschikt is. Het inzamelvoertuig heeft een vaste inzamelroute, waarbij is gekeken naar financiële en inzamellogistieke aspecten, zoals vastgelegd in de inrichtingscriteria.
5.2. Het college heeft zich naar het oordeel van de Afdeling, gelet op de bij het besluit gegeven motivering en de toelichting daarop ter zitting, in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de door [appellanten] voorgestelde alternatieve locaties minder geschikt zijn dan de aangewezen locatie. Het betoog faalt.
6. Gelet op het vorenoverwogene ziet de Afdeling in hetgeen [appellanten] hebben aangevoerd geen aanleiding voor het oordeel dat het college niet in redelijkheid de clusterplaats aangeduid met nummer KK097 heeft kunnen aanwijzen voor de plaatsing van minicontainers.
7. Het beroep is ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. W. Sorgdrager, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R. van Heusden, ambtenaar van staat.
w.g. Sorgdrager w.g. Van Heusden
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 12 september 2012